Ruim 70 organisaties uit de hele wereld vragen het parlement in Den Haag om geen handtekening te zetten onder handelsverdrag CETA tussen de Europese Unie en Canada. Dat doen ze in een open brief* aan de Tweede Kamer. Milieudefensie en Both ENDS ondersteunen die oproep.
Blauwdruk voor andere verdragen
Landen als Indonesië, Vietnam en Maleisië zijn geen partij bij CETA. Maar CETA dient als blauwdruk voor toekomstige handelsverdragen die de Europese Unie wil sluiten. Vooral voor mensen in arme landen kan dat slecht uitpakken, schrijven de mensenrechten- en milieuorganisaties uit bijna vijftig landen in met name Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Zij wijzen op ervaringen uit het verleden met investeringsbescherming in handelsverdragen. Neem de mijnbouwwet uit Indonesië in 1999 tegen de verwoestende effecten van mijnbouw in beschermde bosgebieden. Internationale mijnbouwbedrijven die er al actief waren, dreigden met torenhoge schadeclaims. Nu mogen zij toch doorgaan met mijnbouw in beschermd oerwoud.
Ouderwets
Handelsverdragen als CETA zijn uit de tijd. De rechten van buitenlandse bedrijven in handelsverdragen zijn bindend en via boetes en handelsacties afdwingbaar. Afspraken over arbeid en milieu zijn nu nog vrijblijvend. Activiteiten als ontbossing voor de palmolieteelt worden gefaciliteerd, terwijl mensen die door dezelfde bedrijven worden uitgebuit nergens hun recht kunnen halen. Het moet anders. En het kán ook anders, schrijven de ngo’s. Zij roepen op om een einde te maken aan de ‘ouderwetse handelsverdragen’. Het Nederlandse parlement heeft de kans om de Europese Unie met zijn stem de goede kant op te duwen.
“Zowel in CETA als in het handelsverdrag van Indonesië met de EU krijgen buitenlandse investeerders VIP-rechten die hen in de gelegenheid stellen om overheden aan te klagen als zij sociaaleconomisch ontwikkelingsbeleid willen voeren”, zegt Rachmi Hertanti van Indonesia for Global Justice: “Dit mislukte handelsmodel is geen duurzame weg vooruit en moet worden tegengehouden.”
Omgekeerde wereld
“Wereldwijd dringt de klimaatcrisis door en is ambitieus beleid nodig is. En juist nu dreigen we dat met de investeringsbescherming in CETA te ondergraven,” zegt Donald Pols, directeur van Milieudefensie. “Vervuilende bedrijven als ExxonMobil en Vermilion krijgen met CETA meer mogelijkheden om met miljardenclaims te dreigen, beleid te frustreren en overheidsgeld te beuren. Dit is de omgekeerde wereld: De vervuiler moet betalen.”
“Nederland is intensief betrokken bij alle andere handels-en investeringsverdragen die de EU sluit”, zegt Daniëlle Hirsch, directeur van Both ENDS. “CETA is het zoveelste in die rij verdragen die niet los te zien zijn van de mondiale uitdagingen van ongelijkheid en klimaatverandering. Pas als CETA zo opgesteld is dat handel niet dient als doel op zich, maar als middel voor het vergroten van welzijn binnen de grenzen van onze planeet, mogen we tevreden zijn.”