Dit praatje zoomt in op enkele thema’s van de soetra. Lees hier een goed leesbare vertaling.
Je kunt de soetra grofweg in drie stukken opsplitsen.
De gebruikelijke introductie, met uitleg over ‘Mahanama de familieman’. Die vraagt in wat voor plek hij verder moet wonen, nu Boeddha en monniken na drie maanden regentijdverblijf weer verder zullen reizen. Met als context natuurlijk de dimensie ‘wonen voor optimale spirituele ontwikkeling’.
Boeiend genoeg antwoordt Boeddha met wat anders: met vijf kwaliteiten die men moet ontwikkelen. Te weten oefenen-met-overtuiging, doorzettingsvermogen, achtzaamheid, concentratie en begrip. Blijkbaar is dat veel belangrijker dan waar men dan precies woont. Bij de reflecties staat ook steeds het prachtige zinnetje:
“you should develop this recollection of the Buddha while you are walking, while you are standing, while you are sitting, while you are lying down, while you are busy at work, while you are resting in your home crowded with children.”
En alsof dat nog niet genoeg was komt hij ook met zes ‘staten’, wat verderop vooral reflecties blijken te zijn. Wie goed deze reflecties beoefent, als kerndeel van zijn/haar leven, is bezig met optimale spirituele ontwikkeling.
De zes reflecties
Het gekozen Engelse woord is ‘recollection’: herinneren, in dit geval vooral met positieve waardering in herinnering brengen. En dat zou ik willen vertalen als reflecteren op spirituele kwaliteiten. Ze zijn:
- De Boeddha, en zijn eenpuntige concentratie die tot vreugde en kalmte leidt.
- De dharma, en zijn helderheid die tot vreugde en kalmte leidt.
- De sangha, die een bron van zuiverheid en verdienste voor de wereld is. Ook reflecteren hierop helpt je om kalmer te worden.
(De Pali-tekst voor deze drie heeft veel overlap met de Triratnavandana, een in theravadawereld erg bekende recitatie.) - Je eigen deugdelijke kwaliteiten. Door er meer aandacht aan te geven kunnen ze groeien, en vreugde en kalmte brengen.
- Je eigen vrijgevigheid. Zowel qua attitude om mensen om je heen een luisterend oor en actieve steun te geven, als in financiële zin. Ook reflectie hierop zal je stemming vrolijker en kalmer maken.
- Het leven van de devas (goden). Zij hebben deze status bereikt door eerdere levens vol deugd, kennis, vrijgevigheid en wijsheid. En omdat jij die kwaliteiten ook bezit zou je ook een deva-bestaan kunnen bereiken.
De achtergrond – buiten of binnen?
De laatste drie reflecties leggen enigszins de nadruk op hard werken op je spirituele pad, hoewel de tekst over devas al duidelijk richting inspiratie-van-buiten gaat. En we leggen even de Indiaas-culturele achtergrond van devas terzijde; sommigen zien het als ‘achterhaalde culturele context’ terwijl anderen ook in de moderne wereld devas zien, denk maar aan beroemdheden en geboren-worden-met-een-gouden-lepel. Maar de eerste drie, inspiratie van Boeddha-dharma-en-sangha, zijn voor mij echt inspiratie van buitenaf – een groot stuk Sraddha (vertrouwen). Niet per se in de extreme formuleringen van bijvoorbeeld de Puur Land Mahayana-school met zijn ‘Other Power’ versus ‘Self Power’.
Maar wel een duidelijk voorbeeld van wat ook in het Babel-praatje staat: er is een bovennatuurlijke kracht van verlichting, en de kunst is om je eigen ego-willetje (soms) uit te schakelen en in plaats daarvan te doen waartoe die kracht je inspireert. Je wordt als het ware door de inspiratie van buiten in staat gesteld, vooralsnog tijdelijk, boven je eigen beperkingen uit te stijgen. Dus die kracht, je zou hem in mahayana-termen ‘universele bodhicitta’ kunnen noemen, zit wel degelijk volop in de Pali soetras – zoals deze leerrede aan Mahanama. En in welke mate je dat spirituele pad dan betreedt door ‘van binnenuit geduwd en op hoger niveau gebracht te worden’ versus ‘door de inspiratie van buitenaf opgeheven te worden’, dat wil ik liever niet voor mezelf weten noch in algemene termen over anderen zeggen. Het is ook een constante wisselwerking – want wat bijvoorbeeld anderen primair voor eigen zieleheil aan energie verstoken is voor mij misschien juist weer inspiratie-van-buitenaf. Zie de reflectie op sangha. Dus uiteindelijk werkt dat wat semi-egoïstisch bedoeld was soms wel degelijk als altruïsme?
Als er één ding voor mij uitspringt bij deze soetra is de collectieve dimensie van boeddhisme. Zonder sangha, oftewel een netwerk van spirituele vriendschappen, zijn er geen dharma en Boeddha. En om in theïstische termen (passend bij het jaargetijde) te praten: ‘de Heilige Geest is niet iets van buitenaf, dat is iets wat wij allen gezamenlijk vormen’.