De Mensenrechtencommissie van de Algemene Vergadering van de VN heeft met een overweldigende meerderheid een door Turkije gesteunde resolutie goedgekeurd waarin de voortdurende schendingen van de mensenrechten van Rohingya moslims in Birma krachtig wordt veroordeeld. In de resolutie wordt uiting gegeven aan de diepe bezorgdheid over het feit dat door het geweld van het Birmese leger tegen de Rohingya- sinds augustus 2017, meer dan 750.000 Rohingya gedwongen werden naar het naburige Bangladesh te vluchten.
Turkije wil dat de regering van Birma (Myanmar) in de eerste plaats de noodzakelijke voorwaarden schept voor een vreedzame coëxistentie in de staat Rakhine- waar de Rohingya wonen, en de veilige terugkeer van vluchtelingen garandeert. Dit betekent dat er een einde moet komen aan alle vormen van geweld en dat humanitaire organisaties onmiddellijk en ongehinderd toegang moeten krijgen tot bevolkingsgroepen in nood. De tenuitvoerlegging van de internationale humanitaire en mensenrechtenwetgeving in de staat Rakhine is van cruciaal belang. Het voor de rechter brengen van de vermeende geweldplegers zal ook van cruciaal belang zijn om een einde te maken aan de herhaling van deze cyclus, zo verwoordt de resolutie.
Birma heeft met Bangladesh afgesproken dat Rohingya worden gerepatrieerd naar Birma en daar worden opgevangen in nieuw te bouwen kampen. Turkije vindt dat geen goed idee en zegt dat de Rohingya moeten terugkeren naar hun plaatsen van herkomst en hun basisrechten moeten worden gegarandeerd.
De Rohingya worden door de VN beschreven als ’s werelds meest vervolgde groep mensen. Sinds augustus vorig jaar zijn bijna 24.000 Rohingya gedood door het leger en andere door de staat geleide groepen, volgens een rapport door het Ontario International Development Agency (OIDA). Dorpen werden platgebrand, Ongeveer 18.000 vrouwen en meisjes werden volgens het rapport verkracht door het leger en de politie van Birma.