Op basis van onderzoek schat Artsen zonder Grenzen dat tenminste 6700 Rohingya’s in de Birmese deelstaat Rakhine tussen 25 augustus en 24 september zijn vermoord, van wie kinderen jonger dan vijf jaar. Dit staat voor 71,7% van de in totaal 9000 gestorven Rohingya’s in die periode.
‘De dodenpiek in de laatste week van augustus valt samen met de start van de ‘schoonmaakoperatie’ door de Birmese veiligheidsdiensten,’ aldus Sidney Wong, arts en medisch directeur van Artsen zonder Grenzen.
Artsen zonder Grenzen voerde haar onderzoek begin november uit in vluchtelingenkampen in Cox’s Bazaar, in Bangladesh, net over de grens met Birma (Myanmar), op 6 locaties. De bevindingen zijn representatief voor 608.108 mensen, van wie 503.698 na 25 augustus waren gevlucht. ‘Het resultaat was verbijsterend, niet alleen hoeveel mensen een familielid waren verloren maar ook de gruwelijke vormen van geweld waarover zij vertelden,’ zegt Sidney Wong.
De bevindingen:
- minstens 71,7 % van de doden viel als gevolg van geweld, onder wie ook kinderen jonger dan vijf jaar; ofwel 6.700 mensen, onder wie 730 kinderen
- hiervan was de doodsoorzaak :
o kogels: 69%
o levend verbrand: 9%
o doodgeslagen: 5%
- van de omgekomen kinderen jonger dan vijf jaar:
o geweervuur: 59%
o levend verbrand: 15%
o doodgeslagen: 7%
o landmijnen: 2%
Het onderzoek van Artsen zonder Grenzen toont aan dat de Rohingya’s gericht doelwit waren van het geweld. De bevindingen vormen tot nu toe de duidelijkste aanwijzingen van het wijdverspreide geweld dat op 25 augustus begon. Die dag begonnen het Myanmarese leger, politie en lokale milities een nieuwe ‘schoonmaakoperatie’ in Rakhine in respons op aanvallen door de Arakan Rohingya Salvation Army, een groep Rohingyastrijders. Sindsdien zijn meer dan 647.000 Rohingya’s van Myanmar naar Bangladesh gevlucht.
‘En dan hebben we nog niet eens met alle vluchtelingen in Bangladesh gesproken. Bovendien kunnen we alleen met overlevenden spreken, maar hoeveel families zijn er niet in geslaagd hier te komen? We hebben verhalen gehoord dat hele families in hun huizen zijn opgesloten en vervolgens verbrand. En mensen vluchten op dit moment nog steeds uit Myanmar naar Bangladesh, en ook zij vertellen dat ze recent slachtoffer waren van geweld. Wij vrezen voor het lot van de Rohingya’s die zich nog steeds in het Maungdaw-district bevinden, helemaal omdat maar een zeer klein aantal onafhankelijke hulporganisaties er toegang toe heeft,’ besluit Sidney Wong van Artsen zonder Grenzen.
In totaal sprak Artsen zonder Grenzen met 2.434 huishoudens, ofwel 11.426 mensen, op 6 locaties in het Cox’s Bazaar district: 4 in het noordelijke deel van de kampen te weten Kutupalong en Balukhali (met 367.718 inwoners) en 2 in het zuidelijke deel, te weten Balukhali 2 en Tasnimarkhola (samen 135.980 inwoners).
De gezinshoofden beschreven hun familiesamenstelling, data, locaties en doodsoorzaken van familieleden. Op basis hiervan maakte Artsen zonder Grenzen een gewogen analyse uit, geëxtrapoleerd naar het totaal aantal inwoners van het betreffende deel van het kamp. Het totale sterftecijfer tussen 25 augustus en 24 september van de bezochte huishoudens was 8 per 10.000 mensen per dag. Dit staat gelijk aan een gemiddelde van 2,26% (met een ondergrens 1,87% en bovengrens van 2,73%) van de populatie. Omgerekend naar het totaal aantal vluchtelingen dat na 25 augustus is aangekomen betekent dit dat tussen de 9.425 en 13.759 Rohingya-vluchtelingen in de eerste 31 dagen nadat het geweld oplaaide is omgekomen, van wie tenminste 1.000 kinderen jonger dan vijf jaar.
Artsen zonder Grenzen heeft haar hulpverlening in Cox’s Bazaar opgeschaald. Op dit moment werken meer dan 2.000 medewerkers in 3 ziekenhuizen, 3 klinieken, 15 gezondheidsposten en 2 mobiele klinieken. Van 25 augustus tot begin december hebben haar hulpverleners ruim 142.980 mensen behandeld, 3.110 patiënten opgenomen voor verpleging, 690 mensen behandeld voor verwondingen door geweld en 1.020 behandeld voor ernstige acute ondervoeding.