Wij doen mooie dingen (maar helaas ook minder mooie) om (kortstondig) geluk te vinden Tijdens onze korte doortocht op deze planeet proberen we van alles om in de gunst te komen bij… tja bij of voor wie of wat: onszelf? God? Allah? Boeddha? Jezus? Niets?
ziel
Boeddha, wie? Het onderzoek (1)
Marion Brown: “De wereld is zijn ziel kwijt.”
Wie mediteert er nu eigenlijk?
Stel je voor dat je weer eens zit te mediteren en dat het allemaal deze keer erg goed gaat. Je aandacht blijft redelijk bij de ademhaling hangen en wordt alleen af en toe afgeleid door voorbijgaande marginale gedachten. Opeens realiseer je je dat de ademhaling helemaal vanzelf gaat en dat de gedachten zich van niemand en niets iets aantrekken. Het is niet jouw ademhaling, het is gewoon ademhaling, het zijn niet jouw gedachten, het zijn gedachten. Je bent er niet, maar dat hoeft ook helemaal niet. Je begrijpt opeens wat de Boeddha bedoelde met zijn uitspraak dat de werkelijkheid zonder zelf is, anātman.
Dans die het heelal omkranst
Je mag echt, fysiek dansen, maar dat hoeft niet. Je kunt ook zingend dansen, pratend dansen, zwijgend dansen, denkend dansen, niet-denkend dansen en niet-dansend dansen. Dansen is het volgen van de beweging die zich als vanzelf aandient en vrij is. Vrij in het moment, ieder moment. Dansen en gedanst worden is leven, met alles erop en eraan.
Pseudo-Cicero, pseudo-troost?
Cicero voert in zijn epistel aan dat we niet overmatig moeten rouwen om de dood van een geliefde, omdat er bij de dood voor de geliefde zelf weinig verloren gaat. Het leven is nu eenmaal niets dan ellende. Als je de pech hebt geboren te zijn geworden, kun je maar beter gauw dood zijn. Je hoeft ook niet oud te worden om te slagen in het leven.
Ludo – Assisi
…
De geest scherp maken…
Inzichtmeditatie vraagt om hulpmiddelen, zoals geslepen glas of een scherp mes. Die hulpmiddelen krijgen wij niet van buitenaf aangereikt, maar moeten we zelf ontwikkelen. In die zin lijkt deze meditatie op jezelf aan je haren omhoog trekken.
De oplossing van het aloude en tragische misverstand over Boeddha’s Anatta-leer
In Boeddha’s eigen – beroemde – woorden, zouden we bij alles wat we ervaren moeten bedenken: ‘N’etam mama, n’eso’ham asmi, na me so atta’ – ‘Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.’ Hiermee wilde hij eens en voor goed duidelijk maken, dat verschijnselen in het relatieve bestaan – inclusief onze gedachten, gevoelens en ziele roerselen – vergankelijk zijn en dus geen vaste, blijvende kern hebben en dat we ons dus er beter niet aan kunnen hechten.
Sleutel tot inzicht – De wortel-belemmering
Het vernederende kastenstelsel dat in India wordt toegepast, een systeem waar mensen vanwege hun geboorte worden ingedeeld, versterkt het idee van ‘ik’ tot in grote extremen. Het is het toonbeeld van hoe ideeën van ‘ik’ tot verdeeldheid in de maatschappij teweeg brengen en groot lijden veroorzaken vooral voor de mensen die tot de laagste kasten (‘de onaanraakbare’) behoren. Deze mensen zijn volgens de hindoeïstische zienswijze helemaal niets waard.
Dharmapelgrim – Ego en Ziel (slot)
Opgaan in het universeel bewustzijn betekent eveneens het definitieve einde van het individuele bewuste wezen, doordat het zich volledig overgeeft aan het laatste, dat groter en grootser is dan het eigen tot inzicht gekomen ‘Zelfbewustzijn’. Er gaat niets verloren, behalve (ook hier) de illusie.
‘Mijn beste! Nu begint het bij je te dagen dat je sterft! Je gaat deze wereld verlaten’
Ook al weten wij doorgaans niet het precieze uur van onze dood, het onvermijdelijke afscheid van deze wereld en alles wat ons daarin lief en vertrouwd is, vormt ironisch genoeg een van de schaarse zekerheden van ons bestaan. Maar laat die dood nu ook iets zijn waar we ons nooit echt goed met zekerheid een voorstelling van kunnen maken.
Dharmapelgrim – De evolutie van lichamen (5)
Op school lette ik vroeger nooit bijzonder goed op. De docenten leuterden maar wat, vond ik. Op een enkeling na dan, die zei dat we zelf moesten nadenken en ons ook bezwoer dat we niet alles als zoete koek hoefden te slikken wat een of andere knapkop ooit eens had beweerd en sommige knapkoppen tegenwoordig beweren.
Zin en onzin
In mijmeringen en gesprekken borrelt regelmatig de vraag naar de zin van het leven op. Veel mensen denken dat die zin er al is en dat je die gewoon nog even moet zien te vinden. Vaak lees je slimmigheidjes zoals: ‘de zin van het leven is de zin in het leven’. Woordspelletjes hebben een grote aantrekkingskracht. Het lijkt soms dat je met taal kunt toveren, dus ook de zin van het leven uit een woordspeling kunt halen.
‘Mijn beste! Nu begint het bij je te dagen dat je sterft! Je gaat deze wereld verlaten’
Ook al weten wij doorgaans niet het precieze uur van onze dood, het onvermijdelijke afscheid van deze wereld en alles wat ons daarin lief en vertrouwd is, vormt ironisch genoeg een van de schaarse zekerheden van ons bestaan. Maar laat die dood nu ook iets zijn waar we ons nooit echt goed met zekerheid een voorstelling van kunnen maken.
Het denkhoofd en de schrijfhand
De huidige vrijwilligers worden emotioneel gechanteerd, want wat doe je als een hulpbehoevend familielid aan haar/zijn lot wordt overgelaten?
Stefan Van Meirhaeghe – het licht in jezelf
Bestaat er zoiets als de ziel? Is er iets dat ons enerzijds uniek maakt en anderzijds de dood van het stoffelijk lichaam overleeft? En wat is dan haar verhouding tot het universeel bewustzijn?
Het hart was de zetel van het verstand
Wij zien het hart als de zetel van het gevoel, vandaar ‘hartstocht’ en ‘hartenkreet’ en ‘harteloos’, maar dat was vroeger wel anders.
‘Mijn beste! Nu begint het bij je te dagen dat je sterft! Je gaat deze wereld verlaten’
Ook al weten wij doorgaans niet het precieze uur van onze dood, het onvermijdelijke afscheid van deze wereld en alles wat ons daarin lief en vertrouwd is, vormt ironisch genoeg een van de schaarse zekerheden van ons bestaan. Maar laat die dood nu ook iets zijn waar we ons nooit echt goed met zekerheid een voorstelling van kunnen maken.
Bewustzijn
‘Ik worstelde als klein meisje al met de vraag waarom ik mezelf als een geest met een lichaam zie, maar niet omgekeerd: een lichaam met een geest. Terwijl dat wel is wat de wetenschap zegt: een materieel lichaam waarin ergens bewustzijn ontstaat. Zomaar.’