De weetniet gebruikt de macht van de woorden om hun macht over hem te breken.
weetnietgeest
Meester Tja 148 – De geest geflest
Niet de geest, niet jij, niet ik.
Meester Tja 147 – Geest zonder grenzen
Alleen in een geest zonder grenzen zijn alle mensen mensen.
Preek 24 – Schijt aan het verleden!
Trillend van ontzag kus je denkbeeldige voeten en lik je denkbeeldige hielen van denkbeeldige sterren uit het bruine verleden.
Preek 23 – Allemaal illusie!
IJveraars, wat valt er te blussen aan bluswater? Wat valt er te legen aan leegte? Wat valt er te onthullen aan het oog dat alles doorziet?
Preek 22 – Oefening baart karma!
Wat is het dat de boeddha’s en de patriarchen onderscheidt? Ze zijn van Boeddha los en van onthechting onthecht.
Preek 21 – Voorouderlijke verzinsels!
Buiten de geest om is er geen leer. Erbinnen valt niets te winnen.
Preek 20 – Laat lopen en alles marcheert!
Zodra je iets gelooft slaat je geest op hol en is er geen houden meer aan. Zelfs een bodhisattva is er niet immuun voor.
Preek 19 – De ware wegloper staat voor niets!
De ware wegloper zegt niet van zichzelf: ‘Ik ben een boeddha.’ Hij zegt niet van zichzelf: ‘Ik ben geen boeddha.’
Meester Tja 135 – De geest een gat
Hij heeft geen schat! Hij heeft geen pad! Hij doet maar wat!
Meester Tja 134 – De weetnietgeest is zelfontspannend
Is de geest gespannen, dan is hij hard en ernstig. Is de geest ontspannen, dan is hij zacht en speels.
Preek 16 – De vier elementen zijn illusies!
Eén moment van gehechtheid aan een gedachte en je verdrinkt.
Preek 15 – De leer is leeg!
Vertrouw niet op de tienduizend dingen. Welke daarvan zou meer dan kortstondige verlossing kunnen brengen?
Meester Tja 126 – Zachtjes zweven
De dwaas ontwart zijn verwikkeling tot alles hem helder is. Hij heeft een hokjesgeest.
Preek 14 – De ware mens is zonder rang of stand!
Vind hem door hem niet te zoeken. Ken hem door hem niet te kennen. Wees hem door hem niet te zijn.
Preek 13 – Boeddha’s ontstaan uit wantrouwen!
Geloof niets, dit ook niet, en je hoeft geen boeddha meer te worden. Dat is het juiste inzicht.
Preek 12 – Uitzicht komt vanzelf naar je toe!
Wie de weg kent is hem kwijt, maar wie hem kwijt is kent hem.
Preek 11 – Blijf nergens hangen!
Wie de tien richtingen vrijelijk doorkruist, schuwt de tienduizend dingen niet.
Preek 10 – Geen Boeddha, geen Mara!
Er zijn geen voelende wezens, er is niemand om te verlossen, er is niemand die verlost. Dat zijn allemaal hersenspinsels. Fantomen in je geest.
Preek 9 – Geen Boeddha zonder Mara!
Wie van Mara naar Boeddha overloopt, van gehechtheid naar onthechting, van de vorm naar de leegte, die verruilt het ene nest voor het andere.
Preek 8 – Wijzen weten niet beter!
Als je niets gelooft is er geen situatie om meester van te worden, geen plek om heen te gaan.
Preek 7 – Kijken zonder kopen!
Uiterlijk maak ik geen onderscheid tussen werelds en heilig, innerlijk verwijl ik niet in het absolute. Ik ken zekerheid noch twijfel en kijk overal dwars doorheen.
Preek 6 – Boeddha is een woord!
Je blijft maar naar de boeddha zoeken, maar boeddha is een woord. Woorden verwijzen naar andere woorden, er is geen einde aan. Als je al niet weet wat je zoekt, hoe moet je het dan ooit vinden?
Preek 5 – Doe niet zo moeilijk!
Padvinder, je zoekt de stok in je hand. Je zoekt de zee op het land.