Boeddha definieerde de drie vormen van lijden als drie obstakels voor geluk. Hebzucht, afkeer en onwetendheid noemde hij bovendien ook ‘vergif voor zowel het verstand als het lichaam.’ Die drie obstakels vormen een ketting en versterken mekaar.
lijden
Ego, bron van alle lijden
‘Het ego is de bron van al het lijden. We moeten het ego overwinnen, laten afsterven of doden. Pas als we egoloos zijn geworden, kunnen we gelukkig, wijs en vredig zijn.’ Is dat ook zo?
Nathan – De nieuwe mens
In de hele wereld proberen regeringen het beste ervan te maken voor het volk, de schurkenstaten even hier buitengesloten. Misschien wordt de kwaliteit van drinkwater aangepakt. Of betere wegen aangelegd voor het handelsverkeer. Of gewerkt aan betere ziekenhuizen. En dergelijke. Maar al die landen zetten bij een grote oorlog ook het volk in. Politici hebben twee gezichten.
Bestaat het ego? En wat is het dan?
In mijn ogen ben je alles, dus ook iedere hersenschim. Maar je kunt wel onderscheid hebben, zoals je het verschil behoort te weten tussen een broodje poep en een broodje gezond.
Nathan – Het leven is pijnlijk, nou en?
Wie is er niet gevallen als klein kind op straat? Of niet uitgescholden? En dergelijke!
Maar hoe reageerde jij en de omgeving (opvoeders) daarop?
De kaars en de vlam
Er zijn in het boeddhisme zeer veel modellen over de vorming van ons ego, maar de essentie is: wat wij als onze persoonlijkheid beschouwen is geen open gewaarzijn, geen vrije geest. Ons unieke ‘ik’ zit vast aan een ketting die voortdurend lijkt te veranderen, maar in wezen telkens opnieuw gesmeed wordt met dezelfde schakels, dezelfde bestanddelen.
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 2
Na zijn ontwaken trok de Boeddha naar Benares(Varanasi), het toenmalige religieuze en intellectuele centrum van het gebied, waar hij vijf vroegere ascetische metgezellen trof. Zij werden de eerste monniken. Terwijl hij nog steeds in de buurt van Benares verbleef, trad ook Yasa, een zoon van een rijke koopman toe tot de Orde van bedelmonniken (bhikkhu-sangha). De familieleden van Yasa werden lekenvolgelingen. Daarmee was de basis gelegd voor de nieuwe spirituele gemeenschap of sangha. Die bestond uit lekenvolgelingen en een Orde van bedelmonniken (en later ook nonnen) die zowel ervaren asceten als stedelijke jongeren uit de hogere klassen aantrok.
Worden we van Vipassanameditatie gelukkiger?
Het is ook niet zo dat de Boeddha prettige wereldse gevoelens verbood (zoals sommige dominees in ons land lange tijd deden). Maar ook de onprettige aardse gevoelens verdwijnen niet, zelfs niet bij de volledig verlichte persoon (ze kunnen zelfs duidelijker beleefd worden, net als de hierboven genoemde natuur); ze hebben alleen minder impact; de persoon wordt er minder door geraakt. De onprettige wereldse gevoelens werden niet door de Boeddha aangeprezen.
Het uitwisselingsgesprek tijdens retraites
Uitwisselingsgesprekken kunnen dienen als een waardevolle mogelijkheid te checken hoe ongemak gehanteerd wordt en of het nodig is hierin extra ondersteunende adviezen mee te geven. Soms kan er sprake zijn van meditatie-dukkha, waarbij mediterenden ongemak tegenkomen als een manifestatie van het groeiende vipassanā-inzicht ‘dat er lijden is’. Soms is er ook meer sprake van een fysieke of psychiatrische klacht of beperking, die niet alleen aanschouwd behoort te worden maar ook extra zorg en wijsheid nodig heeft.
Over de Lotus-soetra (36): Manifestaties
Volgens Boeddha is ieder wezen goed. Dat wil zeggen: perfect. Iedere leeuw is een perfecte leeuw. Iedere gazelle is een perfecte gazelle. Ieder mens is een perfect mens… ook als deze mens een been mis, een hoog of laag IQ heeft, ergens op de LHBTIQA+ schaal zit of tijdelijk als Dharmapelgrim op aarde rondloopt. Ieder wezen is goed zoals het is, omdat De Eeuwige Boeddha niks anders doet dan zichzelf manifesteren in de schepping. Beweren dat iets of iemand niet perfect is, is stellen dat er wat aan De Eeuwige Boeddha mankeert.
Over de Lotus-soetra (34): de zevende parabel
Het is maar een parabel, en parabels moet je nooit letterlijk nemen. Maar je moet zo’n verhaaltje ook niet glimlachend opzijschuiven en denken dat het je niets te zeggen heeft, want dat heeft het juist wel. Parabels vertellen vaak meer dan er op het eerste gezicht, bij eerste lezing, staat. Boeddha zegt aan het einde van zijn parabel: ‘Als ik u zeg dat ik ga sterven en de wereld ga verlaten, heb ik daarmee dezelfde bedoelingen als de geneesheer vader uit dit verhaal’.
Taigu – De Boeddha als feestbeest
Zou de Boeddha ooit gefeest en gebeest hebben? Het is een legitieme historische vraag, maar helaas weten we weinig meer over het leven van broeder Gautama dan de legende ons vertelt. Als hij een prins was en vader van een zoon, is hij tijdens zijn jaren als jongeling aan het hof dan ingewijd in de vreugde van de extase van drank en dans, en ook in de fijne kneepjes van het lichamelijke genot bij wijze van voorbereiding op zijn rol in de voortzetting van zijn dynastie?
Het jaar 2023 – dag 193 – voetbalvrouwen
Nederland-Vietnam 7-0 potverdikkie.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
Guy – De aandacht van satipatthana (2)
In dit lichaam en in deze geest wordt bevrijding en innerlijke vrede gerealiseerd.
Euthanasie in het boeddhisme
Tegenwoordig is ‘voltooid leven’ een ingeburgerd begrip en mensen zouden het recht hebben hun eigen leven in die fase te beëindigen. Maar wat is voltooid? De wet staat euthanasie toe als er sprake is van ondraaglijk lijden, zoals bij ernstige psychische aandoeningen. Wat is ondraaglijk lijden? Je hoeft tegenwoordig niet meer voor de trein te springen, wetgeving maakt legale hulp mogelijk. Hoe zou men daarin moeten handelen als boeddhist of als vipassana yogi?
Guy – Een onzuivere vs. een zuivere geest
Een onzuivere geest is de bron van dukkha—‘deze doordringende onbevredigdheid van het leven’.
Het jaar 2023 – dag 51 – levehetleven
Het stonk er naar urine en bleekwater.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
Guy – Anicca
Alles is vergankelijk. Alles heeft zijn toegemeten tijd, plaats en ruimte. Ingebouwde slijtage. Het eeuwige—waar je zó vurig naar verlangt—is direct voorbij.
Als individu ben je nooit alleen…
Als individu ben je nooit alleen; er moet altijd op de één of andere manier rekening gehouden worden met anderen. Doe je dit niet, hou je geen rekening met anderen, dan plaatst de Boeddha die persoon onder type twee: “zij die anderen kwetsen, kwaad doen”.
Taigu – Het lijden in de wereld
Het komt Taigu voor dat boeddhisme te vaak gaat over ‘verlichting’ en te weinig over het lijden in de wereld, dat eerst moet worden opgelost voordat iemand zich in spirituele zin bevrijd kan wanen. Het existentiële kerndilemma van boeddhisme is dat wij ieder delen in de rotheid van de wereld, terwijl wij over het vermogen beschikken onze bevrijding dichterbij te brengen door het lijden van de ander te verminderen. In sommige teksten wordt dit vermogen ‘boeddhanatuur’ genoemd.
Over de Lotus-soetra (4): Vier wetten
Boeddha verklaart dat hij in de drie perioden dat hij predikte steeds hetzelfde heeft betoogt, zoals alle boeddha’s vóór hem dat ook hebben gedaan. Die drie perioden zijn: het prille begin, in het Hertenpark; daarna op allerlei verschillende plekken waar hij over twaalf oorzaken preekte, en tenslotte toen hij andere soetra’s de wereld in lanceerde.
Boeddhisme, christendom en Islam en maatschappelijke betrokkenheid
Boeddhisme spreekt mij aan omdat het, anders dan klassieke religies, een psychologisch inzicht levert op grond waarvan je dit soort zaken zou kunnen voorkomen. Identiteit leidt tot voorkeur en afkeer (onwetendheid, gehechtheid, haat) en hoe sterker je identiteit hoe sterker je behoefte die te verdedigen en anderen te bestrijden.
Dick – Mens & tijd
En was het niet Sekito Kisen (Shih-t’ou Hsi-ch’ien – 700-790) die aan het eind van zijn prachtige Sandokai zei: ‘Dit is mijn advies aan wie graag wil ontwaken: verspil geen tijd, noch in het donker noch in het licht!’
Raciale gelijkheids-training in de Vipassana organisatie van S.N. Goenka
‘We leven in de maatschappij waarin we ons bevinden; we leven niet in [vipassana-meditatie] centra. We gaan naar centra om te leren, te studeren, te oefenen, maar we leven in de wereld. En de wereld waarin we leven, [in] de realiteit van die wereld zijn er bepaalde graden van ongelijkheid. Je zou het zelfs lijden kunnen noemen.’