ik ben ervan overtuigd dat er met “geloven” niets mis is. Ongeacht wat of waarin je gelooft. Maar houdt het vloeibaar! Dat wil zeggen: laat het niet tot absolute zekerheid verworden. En voor zover ik weet is er maar één manier om dat vloeibaar houden te bereiken en dat is door te twijfelen.
In de marge (6) – geduld
Ik vrees dat “geduld” net als pelgrimeren in de marge van de samenleving terecht is gekomen. Wie ik ook spreek, men vindt het bijzonder dat ik een pelgrim ben. Menigeen zegt het eigenlijk ook wel te willen zijn. En dan komt het : even. Het moet en mag niet te lang duren.
In de marge (5) – wijsheid
Wijsheid is, vind ik, gebaseerd op het ‘weten van het hart’. Daarmee doel ik op het centrum van het gevoelsleven. Bij mij ervaar ik dat niet in mijn hoofd, maar als gesitueerd ergens in mijn borst, waar die bloedpomp zit. Ongeveer.
In de marge (4) – kracht
“Kun je het wel aan?” is een veel gestelde vraag, zowel voor vertrek als nu onderweg. Men is bezorgd over mijn fysieke gestel. Alsof ik te veel van mijn krachten zou vragen. Ik maak mij daar geen zorgen over. Mijn ervaring is dat mijn krachten juist toenemen.
In de marge (3) – toeval
Wanneer je jezelf opent voor verwondering, ga je steeds meer verschillende wonderlijke zaken en gebeurtenissen zien en ervaren. Althans, dat is mijn beleving. Ik verwonder mij over wat mij allemaal “toevallig” op het juiste moment toevalt.
In de marge (2) – Over het wegsnijden van de bodem uit mijn rugzak
Ik heb de deur van mijn huis achter mij dichtgetrokken om mij als een katholiek/boeddhistische pelgrim los te maken van het dagelijkse leven met al zijn routines en vastigheden, om in de marge van de samenleving te voet op weg te gaan naar een bestemming buiten de mij bekende wereld: een protestantse kerk in Trondheim.
In de marge van de samenleving (1)
Ik moet het doen met een enkeldaks tarptentje; een slaapzak en de harde grond, tenzij ik ergens een zachte hooiberg vind of een bedje van mos, dan wel spontaan aangeboden gastvrijheid.
Dharmapelgrim – Over woordgebruik
Dat woorden en begrippen in de loop der tijd en door contacten tussen culturen voortdurend andere betekenissen krijgen, is één van de kenmerken van levende talen. Het is van alle tijden.
Is er een hiernamaals en hoe ziet dat er dan uit?
Ik vroeg mij af: “Hoe pak je zoiets dan aan? Hoe kun je mensen leren sterven? Wat is er voor nodig om iemand te leren accepteren dat het met zijn of haar aards bestaan een keer afgelopen is?”
Het eerste zonlicht…
Stilte is leegte…
‘Het kerstvierend kind in mij’
Of ik een echte boeddhist ben, weet ik niet. Wat ik wel weet is, dat ik Kerstmis vier. Om met het eerste te beginnen: wie bepaalt of ik een echte boeddhist ben?
Over yoga, yogi’s en rishi’s
Wanneer ben je een yogi? Wanneer je yoga beoefent? Maar wat beoefen je dan? Het begrip yoga is de afgelopen decennia geleidelijk verworden tot containerbegrip. Dit leidt gemakkelijk tot spraakverwarring en onzinnige interpretaties. Wie denkt er tegenwoordig bij het horen van het woord ‘ yoga’ nog aan ‘helen en heiligen’; aan het beëindigen van lijden en aan het zoeken naar antwoorden op grote levensvragen?