Een groep verbannen Tibetanen heeft vandaag gebeden opgedragen in het Jonang Monestry in Shimla’s Dingu, India, ter gelegenheid van de 35e verjaardag van de door de Dalai Lama erkende 11e Panchen Lama, die door de Chinese autoriteiten werd ontvoerd toen hij zes jaar oud was.
De Panchen Lama is na de Dalai Lama de belangrijkste spirituele leider in het Tibetaans boeddhisme. De Shimla afdeling van de Tibetaanse Vrouwen Vereniging en het Tibetaans Jeugdcongres organiseerden samen de gebeden voor de spirituele leider.
Boeddhistische monniken van het Jonang boeddhistisch klooster en andere mannen en vrouwen van de Tibetaanse gemeenschap eisen -door gebeden en mantra’s te chanten- van de internationale gemeenschap dat ze China onder druk zetten om de 11e Panchen Lama vrij te laten.
Gendhun Chockyi Nyima (11e Panchen Lama) is geboren in het dorp Lhari in de regio Nagchu in de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) op 25 april 1989. Op zesjarige leeftijd werd hij in mei 1995 door de 14e Dalai Lama erkend als de reïncarnatie van de 10e Panchen Lama. De Chinese bezetter van Tibet installeerden een andere Panchen Lama, Gyatsen Norbu. De verblijfplaats van de door de Dalai Lama erkende is onbekend.
De Tibetanen eisen informatie over de verblijfplaats van de 11e Panchen Lama en zijn onmiddellijke vrijlating.