In een poging om Chinese invloed in het grensgebied van India en Tibet tegen te gaan bestuderen Indiase legerofficieren dit jaar de Tibetaanse geschiedenis, cultuur en taal om de bestaande band te verdiepen. In maart 2021 schreven 15 officieren zich in voor de cursus Tibetologie die cultuur, geopolitiek, politiek, demografie en boeddhistische filosofie omvat.
De tweede lichting van deze cursus begint volgende maand met twintig deelnemers. Voor de derde cursus zijn tot nu toe 22 voordrachten ontvangen. Het Indiase leger en het Central Institute for Himalayan Culture Studies uit Arunachal Pradesh en het in Sikkim gevestigde Namgyal Institute of Tibetology hebben een memorandum van overeenstemming ondertekend.
Zuid-Tibet, is de naam die de Volksrepubliek China hanteert voor een geografisch gebied dat het brandpunt is in het grensconflict tussen China en India. Het gebied omvat grotendeels de Indiase deelstaat Arunachal Pradesh. Beide landen maken aanspraak op dit gebied. Het gebied was begin jaren ’60 een van de geschillen in de Chinees-Indiase Oorlog.
Het zijn ongeveer zes tot acht weken durende cursussen, die worden gegeven door domeinspecialisten of vakdeskundigen die deel uitmaken van het instituut. Er zijn gastcolleges en interactieve sessies. Ook worden boeddhistische kloosters bezocht en wordt gesproken met dorpelingen in het grensgebied.