Ooit werd Aung San Suu Kyi, Nobelprijswinnaar voor de vrede, een voorvechtster van de mensenrechten genoemd. Nu verdedigt zij voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag het gedrag van boeddhistische Birmese generaals waartegen zij jarenlang heeft gevochten, en die door onder andere de VN en internationale mensenrechtengroepen worden beschuldigd van genocide tegen Rohingya-moslims in Birma (Myanmar).
De wereld is door westerse media misleid over het verkrachten, doden en platbranden van dorpen in Rakhinestaat, het leef-en woongebied van de Rohingya, stellen Aung San Suu Kyi en ook boeddhistische monniken. In sommige landen is ze niet meer welkom als verdediger van mensenrechten, de toekenning van de Nobelprijs is omstreden en de Dalai Lama heeft haar opgeroepen de juiste weg te bewandelen en wreedheden niet goed te praten. Nog maar een paar jaar geleden bezocht zij als minister van Buitenlandse Zaken en feitelijk burgerleider van Birma, politici in West-Europa om de deugden van het geweldloze verzet tegen een militaire dictatuur te prediken. Nu staat zij zelf terecht voor het schenden van mensenrechten.
Gambia heeft de regering van Birma namens een aantal islamitische staten voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gedaagd. Een Gambiaanse aanklager hield de rechters voor dat Birmese militairen in de dorpen mannen van de vrouwen hebben gescheiden, de mannen omgebracht, vrouwen verkracht, kinderen hebben gedood of levend in het vuur gegooid van brandende huizen. De aanklacht is de Rohingya als groep geheel of gedeeltelijk te willen vernietigen door middel van massamoord, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, alsook door de systematische vernietiging door middel van vuur van hun dorpen, vaak met bewoners die opgesloten zitten in brandende huizen.
Tijdens de drie dagen van openbare hoorzittingen in Den Haag, die gisteren zijn begonnen, zal niet worden ingegaan op de gegrondheid van de zaak, die door Gambia werd aangespannen namens de 57-nation Organization of Islamic Cooperation. In plaats daarvan zijn de gerechtelijke procedures gericht op de vraag of het hof dringende bevelen moet uitvaardigen om de half miljoen Rohingya die nog steeds in boeddhistisch Birma wonen te beschermen. Het Hof zou nu al voorlopige maatregelen kunnen uitvaardigen, lang voordat het internationale rechtssysteem zich uit over de beschuldiging van genocide, een proces dat jaren kan duren.
Voor velen buiten Birma is de evolutie van mevrouw Aung San Suu Kyi van gevangen oppositieleider naar verdediger van de ergste etnische pogroms van deze eeuw een waarschuwing over hoe macht corrumpeert. In Birma is zij populairder dan ooit.
De Rohingya worden door de meeste mensen in Birma als illegale immigranten beschouwd. De meesten zijn stateloos, hoewel hun huizen zich in Rakhinestaat bevinden. Aung San Suu Kyi is het daar mee eens en heeft zich nooit kritisch uitgelaten tegen de militairen die ervan worden beschuldigd verkracht, gemoord te hebben. Als zij haar morele welsprekendheid had gebruikt om vervolgde etnische minderheden te verdedigen, zou de virulente haat tegen de Rohingya in Birma niet zo acceptabel zou zijn geworden als nu het geval is. Meer dan 700.000 Rohingya vluchtten de afgelopen jaren naar Bangladesh waar ze onder slechte omstandigheden in kampen leven. Er zijn plannen om ze te repatrieren naar Birma maar dat stuit op verzet van de Rohingya die vrezen in onveilige situaties terecht te komen.