Het zogenoemde waakhondencomité van het Holocaust Museum in de Verenigde Staten zegt dat het in het overwegend boeddhistische Birma (Myanmar) ‘overtuigend bewijs van genocide’ heeft gevonden tegen de islamitische Rohingya-minderheid in dat land en roept de Amerikaanse regering en internationale regeringen op om het Birmese leger ter verantwoording te roepen.
De verklaringen sluiten aan bij de V.N. onderzoekers, die in augustus een rapport uitbrachten waarin staat dat de militairen verschillende gruweldaden tegen de Rohingya met ‘genocidale intentie’ hadden uitgevoerd. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de acties van het leger “etnische zuivering” genoemd, maar heeft de term genocide niet meer gebruikt.
Ongeveer 700.000 Rohingya zijn de staat Rakhine in Oost-Myanmar ontvlucht sinds augustus 2017, toen een aanval van Rohingya separatisten leidde tot een brute militaire onderdrukking door het leger, waaronder massamoord op burgers, verkrachting en wijdverspreide brandstichting. De meeste vluchtelingen hebben onderdak gezocht in kampen in buurland Bangladesh. Het leger heeft zijn acties gerechtvaardigd als noodzakelijk om het terrorisme te bestrijden.