De Chinese autoriteiten leggen steeds meer druk op boeddhistische organisaties en tempels in dat land om hun trouw en loyaliteit aan de communistische partij van China te tonen. Deze week werd voor het eerst in de 1500 jaar oude geschiedenis van de beroemde Shaolin tempel in de provincie Henan door boeddhistische monniken tijdens een ceremonie de Chinese vlag gehesen.
Dat gebeurde onder het toeziend oog van ambtenaren van het United Front Work Department van de CCP, dat campagne voert om religieuze groeperingen hun patriottisme te laten tonen. Shi Yongxin, abt van de prestigieuze zenklooster dat beroemd is vanwege het onderwijs in de vechtkunst was bij de plechtigheid aanwezig. De tempel stemde in met het hijsen van de nationale vlag, met het oog op de volledige uitvoering van het patriottische onderwijsprogramma van de regering. Het geven van patriottisch onderwijs is een gevoelig onderwerp geworden onder boeddhisten.
In een richtlijn van april 2018 bevestigde de communistische partij haar controle over alle religieuze praktijken onder haar burgers. Religies in China moeten Chinees georiënteerd zijn en religies actief begeleiden zodat ze zich kunnen aanpassen aan de socialistische samenleving. Ook in Tibet worden de regels voor boeddhistisch onderwijs en religieuze beleving aangescherpt. In China leven naar schatting 240 miljoen mensen die op enigerlei wijze de boeddhistische religie praktiseren.