Op woensdag 18 december debatteerde de commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer over het Midden-Oosten, met bijzondere aandacht voor de genocide in Gaza. Minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) bleef vasthouden aan zijn strategie van stille diplomatie. Hoewel het Amnesty-rapport over de Israëlische acties in Gaza duidelijk spreekt van genocide, wuifde Veldkamp dat terzijde. Hij gaf toe het rapport slechts gedeeltelijk gelezen te hebben.
Ondanks herhaalde oproepen vanuit de Kamer om Israël ter verantwoording te roepen, blijft Veldkamp weigeren om enige druk uit te oefenen. Zijn herhaalde uitspraken dat de situatie in Gaza hem ‘na aan het hart ligt’ en dat hij ‘er slecht van slaapt’, klinken daardoor steeds holler.
Veldkamps verdediging van zijn stille diplomatie is niets anders dan een zwaktebod. Voor de positie van landen als Ierland en Noorwegen, die zich wel tegen Israël uitspreken, heeft Veldkamp weinig begrip. Die zouden zich buiten het diplomatieke speelveld plaatsen: ‘Wat heeft een Palestijn eraan als landen zich explicieter tegen Israël uitspreken, behalve dat het goed is voor de eigen gemoedstoestand?’
Een cynische constatering, zeker omdat Veldkamp zelf niet weet te verduidelijken wat de passieve houding van Nederland concreet voor de Palestijnen betekent. Hij lijkt daarbij maar niet te begrijpen dat zwijgen over genocide allesbehalve neutraal is.
Geef een reactie