En hoe je je ervan bevrijdt.
(Denkbeeldig gesprek tussen Hans van Dam en de Amerikaanse goeroe Adyashanti, alias Stephen Gray).
Hans: Wat is verlichting volgens jou?
Adyashanti: Het geschenk van vrijheid aan de hele wereld.
Hans: Huh?
Adyashanti: Totdat de hele wereld vrij is om het met je eens of oneens te zijn, totdat je iedereen de vrijheid hebt geschonken je aardig of onaardig te vinden, van je te houden of je te haten, de dingen te zien zoals ze zijn of ze anders te zien – totdat je de hele wereld zijn vrijheid hebt geschonken zul je nooit vrij zijn.
(Adyashanti, geciteerd door Nico Tydeman in Transmissie en Transcendentie, 2013, p229.)
Hans: De wereld neemt die vrijheid toch wel, of je haar nu schenkt of niet.
Adyashanti: Door de wereld de vrijheid te schenken bevrijd je jezelf.
Hans: Grapjas.
Adyashanti: Serieus.
Hans: Het staat je vrij om de dingen te zien zoals ze zijn of ze anders te zien.
Adyashanti: Jij denkt niet dat ik de dingen zie zoals ze zijn?
Hans: Totdat je jezelf de vrijheid hebt geschonken om niet de hele wereld de vrijheid te hoeven schenken om het met je eens of oneens te zijn, je aardig of onaardig te vinden, van je te houden of je te haten, de dingen te zien zoals ze zijn of ze anders te zien – totdat je jezelf die vrijheid hebt geschonken, zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: Daar zeg je zo wat.
Hans: Welnee.
Adyashanti: Niet?
Hans: Zolang je denkt dat het je vrij staat om jezelf de vrijheid te schenken, zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: Bedoel je dat het niemand vrij staat om zichzelf de vrijheid te schenken?
Hans: Zolang je denkt dat het niemand vrij staat om zichzelf de vrijheid te schenken, zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: Zie jij de dingen wel zoals ze zijn?
Hans: Zolang je denkt dat je de dingen kunt zien zoals ze zijn, zul je nooit vrij zijn. Zolang je denkt dat je de dingen niet kunt zien zoals ze zijn, zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: Wat is vrijheid voor jou?
Hans: Zolang je denkt in termen van vrijheid en onvrijheid zul je heen en weer slingeren tussen vrijheid en onvrijheid.
Zolang je denkt in termen van kunnen en niet-kunnen zul je heen en weer slingeren tussen kunnen en niet-kunnen.
Zolang je denkt in termen van eens en oneens, aardig en onaardig, houden van en haten, ik en de wereld, de dingen zoals we ze zien en de dingen zoals ze zijn, zul je heen en weer slingeren.
Adyashanti: Ben jij verlicht?
Hans: Zolang je denkt in termen van verlicht en onverlicht…
Adyashanti: Denk jij dat ik verlicht ben?
Hans: Zolang je denkt in termen van verlicht en onverlicht…
Adyashanti: Niet-weten is nooit meer in tegenstellingen denken?
Hans: Zolang je jezelf niet de vrijheid hebt geschonken in tegenstellingen te denken, zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: Wat is de vrijheid van niet-weten?
Hans: Zolang je denkt in termen van weten en niet-weten zul je nooit vrij zijn.
Adyashanti: In dat geval lijkt niet-denken me de enige oplossing.
Hans: Leuk bedacht.
Adyashanti: Ben jij het denken voorbij?
Hans: Wat denk je dat we nu aan het doen zijn?
Adyashanti: Wat is vrijheid voor jou?
Hans: Iets om je van te bevrijden?
Adyashanti: En in de praktijk?
Hans: Dit.