Wij zeiden: deze man wilde u zo graag ontmoeten, hij bleef maar herhalen, ‘Ik wou dat ik de meester ontmoet had.’
De meester zei: Op dit moment kan hij de meester niet echt zien omdat het verlangen dat hem vervult om de meester te zien is als een sluier tussen hem en de meester. Daarom ziet hij de meester op dit moment niet zonder sluier.
Zo is het met alle verlangens, gevoelens, liefde en verdwaasdheid die de mensen hebben voor allerlei dingen: vader, moeder, hemel, aarde, parken, paleizen, takken van wetenschap, werken, eten en drinken.
Alleen de mens van God beseft dat al deze verlangens het verlangen naar God zijn en alle andere dingen als sluiers zijn.
Rumi
Hans: Misschien is het verlangen naar God ook maar een sluier.
Ayah: Net als alle andere verlangens?
Hans: Ja, weet jij veel.
Ayah: Maar Rumi heeft het over onze aardse verlangens en die heeft hij herkend als verlangens naar God.
Hans: Maar daarom zijn ze dat nog niet.
Ayah: Als het verlangen naar God ook een sluier is, welk verlangen zit daar dan weer achter?
Hans: Misschien zijn álle verlangens wel sluiers.
Ayah: Maar waarvoor?
Hans: Of misschien is het verlangen van Rumi naar God wel een sluier voor al zijn verlangens.
Ayah: Volgens mij heet dat sublimatie.
Hans: Of camouflage.
Ayah: Waarvan?
Hans: Zijn dierlijkheid?
Ayah: Het id, noemt Freud dat.
Hans: Over sluiers gesproken.
Ayah: De sluier van wetenschappelijkheid.
Hans: Je wilt niet weten wat dáár achter zit.
Ayah: Liever niet nee.
Hans: Of misschien zit nergens iets achter maar verlangen we domweg naar versluiering.
Ayah: Waarom zouden we?
Hans: Om het leven een beetje dieper te laten lijken?
Ayah: Een beetje geheimzinniger.
Hans: Een beetje spannender.
Ayah: Zodat bergen geen bergen meer zijn.
Hans: En rivieren geen rivieren.
Ayah: Maar hoe het nou echt zit?
Hans: Dat zou je toch onderhand wel moeten weten.
Ayah: Eh…
Hans: Het is maar net aan wie je het vraagt.
Ayah: Ah ja.
Hans: Als je het Freud vraagt, zit er achter het verlangen naar God een verlangen naar een vaderfiguur.
Ayah: En welk verlangen zit er achter het verlangen naar een vaderfiguur?
Hans: Heel goed.
Ayah: Nou?
Hans: Als je het Freud vraagt, het verlangen naar macht van een hulpeloos kind of het verlangen van een jongetje naar zijn moeder of het verlangen van een meisje naar een eigen penis of zoiets.
Ayah: En als je het Rumi vraagt?
Hans: Het verlangen naar God natuurlijk.
Ayah: Wie heeft hier gelijk?
Hans: Zou er maar één gelijk hebben?
Ayah: Bedoel je dat het allebei waar kan zijn?
Hans: Zou er wel een gelijk hebben?
Ayah: Bedoel je dat het allebei onwaar kan zijn?
Hans: Of waar én onwaar, of waar noch onwaar.
Ayah: Daar gaan we weer.
Hans: Als de termen waar en onwaar hier al van toepassing zijn.
Ayah: Wat zou er nog meer achter het verlangen naar God kunnen zitten?
Hans: Een verlangen naar eenheid.
Ayah: Een verlangen naar eenduidigheid.
Hans: Een verlangen naar eenvoud.
Ayah: Een verlangen naar overzichtelijkheid.
Hans: Een verlangen naar zin.
Ayah: Een verlangen naar begrip.
Hans: Een verlangen naar orde.
Ayah: Een verlangen naar zekerheid.
Hans: Een verlangen naar identiteit.
Ayah: Een verlangen naar veiligheid.
Hans: Een verlangen naar geborgenheid.
Ayah: Een verlangen naar een praatpaal.
Hans: Een verlangen om uitverkoren te zijn.
Ayah: Een verlangen naar liefde.
Hans: Een verlangen naar het einde van het lijden.
Ayah: Een verlangen naar geluk.
Hans: Een verlangen naar rechtvaardigheid.
Ayah: Een verlangen naar onsterfelijkheid.
Hans: Een verlangen naar een vriend die er altijd voor je is.
Ayah: Een verlangen naar leiding.
Hans: Enzovoort.
Ayah: Allemaal verlangens waarvoor het verlangen naar God een sluier zou kunnen zijn.
Hans: Of omgekeerd. Of hoe het ook zit. Als het al zit.
Ayah: Het is maar net aan wie je het vraagt.
Hans: Als je het mij vraagt wel.
Ayah: Misschien zit er achter ieder verlangen naar aardse en hemelse zaken wel een verlangen naar niet-weten.
Hans: En Joost mag weten wat daar weer achter zit.
Ayah: Of Wie.
Hans: God verhoede.
Waar verlang jij allemaal naar?
Wat gaat er volgens jou schuil achter die verlangens?
Wat gaat er volgens jou schuil achter datgene wat er schuilgaat achter die verlangens?
Stel je voor dat je er nooit helemaal of helemaal nooit achter kunt komen wat er schuilgaat achter je verlangens. Hoe voelt dat?
Stel je voor dat je er nooit helemaal of helemaal nooit achter kunt komen wat er schuilgaat achter andermans verlangens. Hoe voelt dat?