Meester Linji zegt:
Zakloper, staar je niet blind op gewaden. Kleren maken geen man. De pij van zuiverheid niet, de pij van geboorteloosheid niet, de pij van verlichting niet, de pij van nirwana niet, de pij van de patriarch niet en de pij van de Boeddha niet. Het is allemaal camouflage. Uiterlijk vertoon van een innerlijk gewoon.
Gedachten zijn losse flodders, woorden zijn lege gewaden die wapperen in de wind. Hoe je de leer ook inkleedt, het blijft gebakken lucht.
Kleren schaken de man. Zolang je de verpakking aanziet voor de inhoud zul je ook na ontelbare eeuwigheden niet meer zijn dan een kleerhanger voor een grauwe pij.
Zelf sta ik liever in mijn hemd, wat jij. De leer is geen verkleedpartij. De ware mens draagt geen kledij.