Geïnspireerd door hoofdstuk 27 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Niet-uitmunten behoeft geen oefening
en niemand voelt zich minder
Niet-verwerpen behoeft geen vuisten
en niemand neemt aanstoot
Niet-weten behoeft geen uitspraak
en niemand kan verdedigen
Niet-rekenen behoeft geen telraam
en niemand maakt fouten
Niet-binden behoeft geen banden
en niemand kan losknopen
Niet-helpen behoeft geen handen
en niemand kan weigeren
Niet-sluiten behoeft geen grendel
en niemand kan openen