Geïnspireerd door hoofdstuk 25 van de Daodejing
Vraagt u mij wat ik ben dan zeg ik:
Wederkerend noch eenmalig
Bestaand noch onbestaand
Verlicht noch verduisterd
Vliedend noch inwonend
Verdeeld noch verenigd
Meester noch gezel
Levend noch dood
Wijs noch dwaas
Groot noch klein
Veraf noch nabij
Vraagt u mij hoe ik heet, dan zeg ik: Tja.