Het icoon van gewelddadig extremisme is nog altijd de aanslag op de Twin Towers van 11 september 2001. Maar er is de afgelopen jaren veel veranderd. Extremisme komt vandaag de dag van verschillende kanten.
Niet alleen is extreemrechts flink gegroeid, er is ook steeds meer anti-institutioneel radicalisme, dat zich richt tegen overheid, wetenschap, media en rechtspraak. Ook zijn extremisme en radicaal complotdenken sterker verweven geraakt, onder meer door de coronacrisis. Daar komt nog bij dat er allerlei nieuwe bewegingen zijn ontstaan, zoals die van de Incels (involuntary celibates), die menen dat hun eenzaamheid te wijten is aan het feminisme, en van ‘soevereinen’ die de overheid niet erkennen en geen belasting willen betalen.
In dit boek onderzoekt Rik Peels verschillende manieren om hedendaagse radicalisering beter te begrijpen. Zijn extremisten gek of zijn ze in feite gezonde, rationele mensen? Moeten wetenschap en overheid luisteren naar extremisten, en hoe dan? Kunnen de oudste wetenschappen, de filosofie en de theologie, ons iets leren over extremisme dat we tot nu toe gemist hebben?
Rik Peels is houder van een University Research Chair, hoogleraar Religie en Theologie en hoogleraar Filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn onderzoek speelt zich af op het grensvlak van theologie en filosofie. Hij publiceerde meerdere boeken, waaronder met Stefan Paas God bewijzen. Argumenten voor en tegen geloven (2013).
Aantal pagina’s: 128
Uitgever: Balans