Devaduta Soetra
Uit de rijke schatkamer van Pali soetra-vertalingen van Janssen & De Breet pakken we deze keer een tekst rond Yama, heer van de dood, en wat Boeddha ons leert over karma-vipaka aan het eind van ons leven. De meest herkenbare versie vond ik in de Devaduta Sutta (MN 130), maar Janssen/De Breet pakken de iets beknoptere versie in AN I-38 dus de fragmenten hieronder komen daaruit. Let wel dat deze vertaling de oudere, zieke en dode persoon ‘boodschappers van de goden’ noemt vanwege latere commentaren dat de figuren goden-in-vermomming waren. Ik vind dat geen behulpzame connotatie en kies voor boodschapper-van-de-vergankelijkheid, maar dan snap je waarom het in de vertaling anders geformuleerd staat.
Algemene situatie en eerste boodschapper
“Monniken, er zijn drie goddelijke boodschappers. Welke drie?
Stel er is iemand die zich slecht gedraagt naar lichaam, spraak en geest. Na zijn dood wordt hij in het verderf gestort, en komt in de onderwereld terecht. (…) De hellewachters brengen hem dan naar koning Yama en vragen ‘Uwe majesteit moet hem een straf opleggen.’
Koning Yama, monniken, voelt hem dan aan de tand, onderwerpt hem aan een kruisverhoor en proeft zijn nieren met betrekking tot de eerste boodschapper van de goden. ‘Beste man, heb je onder de mensen de eerste boodschapper van de goden niet zien verschijnen?’ De man antwoordt ‘Nee, Heer’.
Yama vervolgt: ‘Beste man, heb je onder de mensen nooit een afgetakelde vrouw of man gezien, tachtig, negentig of honderd jaar oud, krom als een dakbalk, gebogen, leunend op een stok, trillend bij het lopen, ziek, de jeugd geheel verdwenen, met afgebrokkelde tanden, grijs van haar, met weinig haar, kaalhoofdig, het lichaam bezaaid met pigmentvlekken?’ De man antwoordt ‘Jawel, Heer’.
Koning Yama vervolgt dan: “Beste man, kwam toen bij jou, verstandig en oud als je was, niet deze gedachte op: ‘Ook ik ben aan ouderdom onderworpen, ik sta er niet boven. Kom, laat ik het goede doen in daad, woord en gedachte’?”
De man antwoordt: ‘Ik kon het niet, Heer. Ik was nalatig, Heer’.
Yama concludeert dan: ‘Beste man, door nalatigheid deed je niet het goede in daad, woord en gedachte. Ze zullen je nu zeker behandelen als een nalatige. Die slechte daden van jou werden niet door je moeder begaan noch door je vader noch door je broer noch door je zuster; noch door je vrienden noch door je makkers noch door familieleden of verwanten noch door godheden noch door asceten of brahmanen. Door jou alleen werden die slechte daden begaan; jij alleen zult de vrucht ervan ervaren.’
De soetra vervolgt met het kruisverhoor over de tweede boodschapper (de zieke) en de derde (de dode). Het antwoord van de gestorvene die voor de hellepoort dan wel hemelpoort staat is steeds hetzelfde. En aan het einde concludeert Yama dat deze persoon vooralsnog bij die eerste poort naar binnen mag, totdat na lange tijd zijn slechte karma-vipaka uitgewerkt is…
Beperkingen van de Aziatische uitleg
Sorry geachte overdragers van Boeddha’s leer, maar dit doet me net iets te veel denken aan Petrus bij de Hemelpoort. Het concept van een persoonlijkheid/God in het hiernamaals die de balans opmaakt van mijn leven? Het idee dat ik in herkenbare vorm na de dood besta, en in de hemel of in de hel tijd mag doorbrengen? Ik vind het behoorlijk strijdig met andere delen van Boeddha’s leringen, zoals over zelfloosheid (anatman) en over onthechting.
Het hangt er natuurlijk ook vanaf hoe je met deze soetra omgaat. Als het je aanspoort om ethisch te leven, om je niet vast te pinnen op fysieke bezittingen en schoonheid omdat het allemaal vergankelijk is – prima. Bij goed lezen merk je ook dat Yama geen uitspraken doet en straffen of beloningen uitdeelt, hij maakt je alleen bewust van je eigen karma-vipaka en dat karma leidt tot de-deur-naar-beneden danwel deur-naar-boven gaan nemen.
Maar als je deze soetra vrijwel letterlijk neemt? Als hij je aanspoort om ethische dingen vooral te doen zodat je medemensen dat zien, als het scoren van padvindersinsignes? Als het je primair gaat om gerust te kunnen sterven omdat ‘jij’ daarna aeonen-lang in hemelse werelden mag verblijven, dankzij jouw opgebouwde punna (verdiensten)? Daar gaat het ontsporen, daar zie je zelfs de Aziatische evenknie van de middeleeuwse aflaat opduiken die te koop is voor het veel geld-naar-de-tempel-sturen, en ‘onethisch gedrag in de rest van je leven ruimschoots compenseert’. In die zin zou ik zeker de Soetratekst met wat korrels zout nemen; er is alle kans dat de woorden van Boeddha in de eeuwen van overdracht iets aangepast zijn, en meer passend gemaakt bij de verwachtingen en denkbeelden van de gemiddelde Aziatische toehoorder…
Wat te leren van karma
Wat ik begrepen heb van wedergeboorte en karma is simpelweg continuïteit, wat je in dit leven achterlaat ‘heeft gevolgen’. Dus de wet van afhankelijk ontstaan, pattica-samutpada. En wel in drie richtingen:
- In algemene zin geldt wie-goed-doet-goed-ontmoet. Dat kun je concreet maken door te reflecteren op de periode na jouw eigen fysieke heengaan. Wil je bekend staan en herinnerd worden als een oprecht persoon of als een jaloers en achterbaks typje? Wil je vriend(inn)en en familie hebben die je echt gaan missen, of slechts een parade van krokodillentranen? Deed je echt je best Boeddha’s leefregels te volgen, of was dat meer iets optioneels als je zin had?
- In bredere zin kan je materiële en spirituele nalatenschap ‘iets dat voortleeft’ zijn. Is je materiële erfenis gebruikt om een generatie die het echt nodig heeft te helpen? Of aan goede doelen, binnen en buiten Boeddhistische organisaties, gedoneerd waar het in nieuwe vormen voortleeft? Laat je ideologie achter, door jezelf voor-geleefd, die de maatschappij liever en harmonischer maakt of was je juist bezig met polariseren en geweld oproepen?
- Leven-na-de-dood, voorzover het er is, kun je zeker niet als een persoonlijk vervolg zien. Ayya Khema beschreef het als ‘Ujukarin 2.0 versus Ujukarin 1.0 is als een opgebrande kaars die een nieuwe kaars aansteekt. Ze zijn beslist niet hetzelfde-in-andere-vorm, maar er is wel degelijk een causaal verband’. Maar er zou iets kunnen voortbestaan ja, met enige analogie met de ‘Bardo’ van de Tibetaanse leer. Als je wat goeds achterlaat dan zal dat tot een gelukkiger volgende generatie levende wezens leiden, en als het slecht is dan werkt dat door naar de toekomst.
Zoals de soetra het zegt “jij alleen zult de vrucht ervan ervaren” is dus verkeerd geformuleerd, “de vrucht van jouw daden zal ervaren worden” is een zuiverder voorstelling van zaken.
Nog wat meer detail vind je in een eerder praatje: https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/211511-eindig-of-oneindig-misverstanden-rondom-dharma/
Wat te leren van vergankelijkheid en (on)tevredenheid
Een oude, een zieke en een dode zien is een soort oplopende gradatie van fysiek lijden. Waar ze je uiteindelijk toe kunnen aanzetten was boven al samengevat: om ethisch te leven, om je niet vast te pinnen op fysieke bezittingen en schoonheid omdat het allemaal vergankelijk is. En zo gebeurde het ook met prins Siddharta. Bij zijn opvoeding was hem ingeprent dat juist door zijn macht als aanstaande koning, en juist door zijn bloedmooie echtgenote en zoontje en door de paleizen en andere rijkdommen, hij gelukkig zou zijn. Maar hij ervaarde juist een diepe existentiële leegte in dat rijkeluisbestaan, en ging als thuisloze op zoek naar échte waarheid.
Maar de keuze voor een prins in het India van toen is juist níet de keuze die Boeddha ons van tegenwoordig voorlegt. (En trouwens ook niet aan zijn latere volgelingen van die tijd, ‘parttime’ lekenvolgeling was een volwaardig pad naast ‘fulltime’ pijdragerster.) Hoe we precies het achtvoudig pad volgen is een keuze die ieder individu maakt in samenspraak met spirituele vriend(inn)en. Zolang je basis maar is erkennen van:
- Dukkha (uiteindelijk onbevredigend zijn van alle zintuigelijke ervaringen en bezittingen);
- Gehechtheid als bron van Dukkha; je weet diep van binnen bést wel dat die nieuwe snack of laatste modetrend of nieuwe vakantiebestemming leuk voor even zal zijn, maar je geen stap verder zal brengen om een beter mens te worden.
- De mogelijkheid om een beter mens, een ‘meer verlicht iemand’, te worden;
Dan kun je zelf op basis van deze eerste drie Waarheden de vierde Waarheid, een vorm van het achtvoudig pad, gaan formuleren en door-leven.
Een andere formulering van het pad zijn de vijf positieve leefregels: Metta, Vrijgevigheid, Rust-eenvoud-tevredenheid, eerlijke spraak en een heldere geest. Vanwege de tekst die over fysieke vergankelijkheid gaat zoom ik nu nog wat dieper in op wat rust, eenvoud en tevredenheid (Pali: samtushti) voor je leven kan betekenen.
Een belangrijke les van samtushti is dat je op elk niveau van welvaart tevreden kunt zijn; van straatarm tot steenrijk. (En ik kan het weten, ik heb 7 jaar in-de-bijstand-leven meegemaakt als kind). Je kunt ook op elk niveau ontevreden zijn: steeds maar najagen van meer-meer-meer, steeds mensen vinden die het beter hebben dan jouzelf en energie steken in jaloezie, steeds weer je vriendschappen en relaties ondermijnen door elders te gaan zoeken, FOMO-gedreven tijdsindeling, dat soort dingen.
Nee er is niets mis met hard werken en jezelf financieel verbeteren, net zo min als er wat mis is met proberen een spiritueel gezien beter mens te worden. Ook is er niets mis met een maatschappijbeeld waarin Metta een rol speelt, en je dus collectief de zwakkeren helpt om geen roofkapitalisme-niveautje van straatarm leven toe te staan. Maar als er geen samtushti is, geen reëel beeld over wat je met materiële dingen wel en niet kunt bereiken, dan is najagen van meer welvaart niet echt heilzaam zowel voor de zwakkeren als de meer welvarenden…
Wat te leren op wereldprobleem-niveau
En dit geldt primair op persoonlijk niveau. De grotere wereldproblemen van het heden, waar ‘geëngageerd boeddhisten’ helpen antwoorden te zoeken, voldoen aan dezelfde wetten. Het is dan ook Buddhist Action Month deze maand, en dat helpt om samen na te denken. Door te denken dat natuurlijke hulpbronnen oneindig zijn, en dat de bijeffecten zoals milieuvervuiling en klimaatverandering andermans probleem en verantwoordelijkheid zijn, vergroten we een situatie die op ontevredenheid gebaseerd is – dus het tegendeel van samtushti. ‘Small is beautiful’, een jarenoude filosofie, is zeker gewenst bijvoorbeeld om te zorgen dat huisvesting betaalbaar blijft en dat die te realiseren is zonder het hele landschap vol te plamuren met baksteen en asfalt. Dus het is niet zozeer dat mensen in sociale woningbouw dezelfde 2-slaapkamers-per-persoon huizen moeten krijgen als welvarende gezinnen of dat iedereen in zich ontwikkelende landen een even grote ecologische voetafdruk zouden moeten gaan krijgen als wij hier. Nee, door de schaarste zou er ‘straf’ moeten zijn op te ruim behuisden, en beloningen voor woongemeenschappen, knarrenhofjes en andere vormen van small-is-beautiful wonen. Op andere gebieden vertaalt samtushti zich in ontwikkelingen zoals gifvrije landbouw, herbruikbare energie, een eerlijk prijs-systeem voor landbouw maar ook pakweg transport. Bijvoorbeeld luchtvaart zou, als net als bij treinen over de energie/brandstof belasting betaald zou moeten worden en via bijvoorbeeld een ‘koolstofbudget’ een maximale uitstoot per land per jaar bepaald zou worden, duurder worden dan treinen – en dat is helaas nodig om het milieu te redden…
De drie boodschappers
Terug naar jou als individu. De vertaling naar samtushti op sociaal en klimaatniveau was alleen een uitstapje om aan te geven dat je ook verantwoordelijkheid hebt als wereldburger, en dat daarin ook geëngageerd boeddhisme een rol kan spelen.
De reflecties van deze soetra, over de 3 boodschappers die we allemaal wel meemaken in onze familie en omgeving, zetten ons met beide benen terug op de grond over afhankelijk ontstaan. Oftewel: dat wat we doen en zeggen, meewegend de motivatie waarvan uit we het doen, leidt tot karma (-vipaka) – en dat is wat onze toekomst als persoon en als collectief zal bepalen. Reflecties zoals ‘wat laat ik te zijner tijd na’ en ‘wat zal men op mijn afscheidsceremonie over mij te zeggen hebben’ zijn niet morbide, maar zijn een aansporing om in het hier en nu zo goed mogelijk te gaan leven. Oftewel, in-Yama’s woorden, om “het goede in daad, woord en gedachte te doen”…
Geef een reactie