Via via kwam mij ter ore dat er in ons centrum te weinig begeleiding is. Nu weet ik wel wat er bedoeld wordt, maar dat is geen begeleiding, dat is het pamperen van ons kleine ikje. Onze begeleiding bestaat uit je sporadisch weer recht zetten op je kussen, maar daar houdt het wel bij op. Wat we wel doen is je vertellen hoe je de zendo moet betreden, hoe je moet buigen, hoe je moet gaan zitten, hoe je moet opstaan, hoe de etiquette tijdens de ‘sarei’ (theeritueel) is, dat je je kussen correct moet achter laten. Dat zijn zaken die we je bij de beginnertraining al vertellen. We krijgen binnenkort bezoek van monniken uit het buitenland dus ik ben maar weer eens de puntjes op de i aan het zetten, je wilt uiteindelijk toch een goede indruk overbrengen. Ik heb de kussens in de zendo maar weer eens goed gelegd. Het onderste kussen, de (zabuton) tegen de balk (joen), daarop je zitkussen,(zafu) ook tegen de joen aan.
Misschien ben je niet gewend aan de begeleiding die bij ons gegeven wordt, ik houd teisho’s en mondo’s, vertel je precies wat je moet doen, maar wie ben ik om met een zweep achter je te gaan staan als je het niet doet. De eerste regel in het reglementenboek van de tempel begint met: ‘Alle regels en voorschriften zijn op basis van vrijblijvendheid.’ Vrijblijvendheid wil zeggen dat je hier in alle vrijheid kunt verblijven.
Als je aan zentraining doet kom je in omstandigheden terecht waarbij gehoorzaamheid een vereiste is. Dat heeft hier in het Westen een nare bijsmaak, maar wat wij er mee bedoelen is ‘gehoor geven aan’, doen wat je gezegd wordt. Zo kunnen we je begeleiden naar ‘één doen’, geconcentreerd met dat bezig zijn met dat wat je doet, maar we laten je ook vrij. Zelfs als je anderen hindert in hun training, hun concentratie verbreekt door vragen te stellen die voor de hand liggen, onnodig zijn en alleen maar storend werken. Zen gaat over confrontatie met je kleine ikje, dat van alles wil, dat doorbreken, daar begeleiden we je in. Ons hele schema, rituelen, ceremonies en voorschriften zijn speciaal daar voor ontwikkelt. Ze werken al meer dan duizend jaar, onze hele tempel is er naar ingericht. Je hoeft alleen maar op te letten en te luisteren en doen wat je verteld wordt. Voor de rest: kijk wat anderen doen die al wat ervarener zijn, maar val ze niet lastig.
Als je eens begint om je kussen goed achter te laten als je de zendo verlaat. Dat is: ‘Kijken of je kussen in overeenstemming is met de rest van de kussens en geen storend element in de zendo is. Het kleine ikje wil zich afscheiden, zich onderscheiden, die zou het liefst een rood kussen met gouden spikkeltjes willen hebben, maar dat staan we niet toe omdat dat een storend element is voor de anderen. Ik heb weleens een opblaaskussen in de zendo aan getroffen, maar daar zat een keurig zwarte hoes omheen en was geen storend element binnen het geheel. Ik ontdekte het pas toen ik het kussen oppakte. Op een foto zie je dat onze kussentjes een wit bandje hebben ‘Shiroi beruto’ wij hebben er nummers op staan, maar in Japan staat je naam op die witte band zo laat je het wel uit je hoofd om je kussen slordig achter te laten. En…vragen stellen mag, maar als die bedoeld zijn om te ontsnappen aan de confrontatie met je kleine ikje geven we geen gehoor.