De door Boeddha getoonde wegen naar bevrijding zijn velerlei, maar er is slechts één inzicht. Eén Dhamma. Wees je bewust van de immense hoeveelheid Poortloze Poorten die de Boeddha voor ons opent in zijn poging om inzicht te brengen in onze eigen natuur. Wars van én frontaal tegen alle bestaande en toekomstige boeddhistische instituties in, ‘zolang we maar bereid zijn te luisteren en ons ervoor open te stellen’ (Stephen Bachelor, (2013), Mara. Een beschouwing van goed en kwaad, p. 177).
Waar komt de uitdrukking ‘Poortloze Poort’ vandaan? Wat is haar betekenis?
De Mumonkan (letterlijk: De Poortloze Poort) is de klassieke koan-verzameling (48 koans) van het Rinzai Zenboeddhisme (13de eeuw GTR—Gebruikelijke Tijd Rekening). Het vormt in deze boeddhistische traditie hét middel om de sprong naar Ontwaken te nemen.
Met ‘Poortloze Poort’ wordt bedoeld: een gebeurtenis, een aspect, een citaat of een verschijnsel dat onze houding t.o.v. de relatieve werkelijkheid radicaal wijzigt, zoals bijvoorbeeld het plotse besef—het penetrerende inzicht—dat ons hele denkbeeld omtrent Reis, Doel en Inspanning van Dit Leven een volkomen geconditioneerde (door oorzaken en voorwaarden gedreven) illusie blijkt te zijn.
Dogen, Eihei, (1200-1253) in de Shobogenzo —’ De grote weg, indien volledig beoefend, is bevrijding en verwerkelijking.’ En hij voegt hieraan toe: ‘Bevrijding betekent dat we in leven van leven bevrijd zijn en dat we in dood van dood bevrijd zijn. Er is tegelijk bevrijding van leven en dood, alsook indringen in leven en dood. Zó is volledige beoefening van de Grote Weg. Het is tegelijkertijd leven en dood opgeven en tevens leven en dood volledig doorkruisen. Beide zijn de volledig verwerkelijkte Grote Weg. Verwerkelijking is leven, leven is verwerkelijking.’
En verder in diezelfde Shobogenzo: ‘ De grote weg heeft geen poort. Er zijn duizend verschillende straten. Wie eenmaal deze poort doorschrijdt, wandelt in vrijheid door het heelal.’
Ook de Pali-sutta’s staan bol van dergelijke mystieke teksten. Wat deze cryptische omschrijvingen ontzettend duidelijk maken is onze onmogelijkheid om de experiëntiele ervaring van Ontwaken met woorden en concepten te beschrijven. Wie dit poogt te doen struikelt verbaal over zijn eigen woorden en concepten. En spreekt zichzelf constant tegen.
Kortom: Dhamma laat zich niet omschrijven. Ze laat zich uitsluitend proeven. Smaken. Savoureren. Onophoudelijk wijst Dhamma naar diezelfde diepe ervaring: het Ongeborene (P. ajata) en het Doodloze (P. amata).
Dhamma is één. Alhoewel ze op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd en uitgedrukt bestaan er niet meerdere Dhamma’s. Zen-patriarch Sengh-Ts’an drukte het martiaal als volgt uit: ‘Verschillen in mening ontstaan uit de behoefte van de onwetende.’