• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Elfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • André Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Eelco van der Meulen
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Boekbespreking – The origin of Buddhist Meditation

Boekbespreking – The origin of Buddhist Meditation

17 april 2022 door Erik Hoogcarspel

Enkele jaren geleden hoorde ik tijdens een boeddhologenconferentie iemand beweren dat we eigenlijk helemaal niets weten van het boeddhisme. Misschien heeft de Boeddha niet eens bestaan, zei deze spreker trots. We weten dit volgens hem niet, omdat we geen onweerlegbare feiten kennen, we hebben immers alleen de teksten. Zulke geluiden heb ik weleens meer gehoord en ze komen voornamelijk uit de Verenigde Staten. Dit komt omdat daar ‘science’, dus natuurwetenschap, als de norm wordt beschouwd voor elke vorm van wetenschap. De studie van het boeddhisme bestaat voornamelijk uit het lezen en interpreteren van teksten, het is dus een hermeneutische wetenschap. Hermeneutiek betekent zoveel als tekstuitleg. Een tekst lezen is echter heel wat anders dan een natuurwetenschappelijke observatie doen, bijvoorbeeld meten op welke temperatuur water kookt. Als je een tekst leest, moet je van tevoren al een idee hebben waarover de tekst gaat, anders weet je niet waar je op moet letten. Als je bijvoorbeeld de bijbel gaat lezen als een kookboek, dan snap je er niets van. Vervolgens leer je van de tekst. Er is dus een cirkelbeweging, je kijkt met een soort vooroordeel naar de tekst en de tekst leert je er wat bij. Hierdoor verander je je vooroordeel, zodat je de tekst beter leest en ga zo maar door. Dit hermeneutische principe wordt algemeen geaccepteerd en het gevolg daarvan is dat de werkwijze en de waarheid in hermeneutische wetenschappen verschilt van die in de natuurwetenschappen.

De oorsprong van boeddhistische meditatie

In het boek ‘The origin of Buddhist Meditation’ gaat de auteur, Alexander Wynne, op een hermeneutische manier te werk. Hij merkt op dat de ‘opleiding’ van de Boeddha, of eigenlijk Bodhisattva, in verschillende soetta’s wordt beschreven. De meest authentieke beschrijving vindt hij in de Ariyapariyesana Soetta. De Boeddha heeft twee leraren gehad en hij leerde er vier reducties (samāpattis) te bereiken: de sfeer van de oneindigheid van ruimte, de sfeer van de oneindigheid van bewustzijn, de sfeer van het niets en de sfeer van geen waarneming en geen niet-waarneming. Deze vier sferen, die de vormloze reducties worden genoemd, worden op verschillende plaatsen in de Pali Canon genoemd. Ze werden blijkbaar, misschien wel in een gewijzigde vorm, ook door de Boeddha onderwezen.

De ontdekking van de bodhisattva

Wynne begint met te bewijzen dat beide leraren van de Boeddha historische figuren zijn. Dat betekent dus ook dat de verslagen van de meditaties die de Boeddha daar leerde en zijn vaststelling van hun beperking authentiek zijn. De belangrijkste beperking vond de Bodhisattva dat de mediterende zelfs in de meest verregaande reductie van geen waarneming en geen niet-waarneming toch nog een wedergeboorte heeft. Hij ervaart de werkelijkheid dus nog steeds vanuit een ik-perspectief. Toch spreekt de Bodhisattva met veel waardering over zijn beide leraren en verwacht van ze dat zij zijn ontdekking snel zullen begrijpen.

De ervaring van de eerste jhāna, of trap van verzonkenheid, had de Bodhisattva als jongen toen hij naar zijn vader keek die het land beploegde, blijkbaar ging dit gepaard met een wegvallen van het ik-perspectief. Dit gaf hem een aanwijzing van een mogelijke alternatieve bevrijdingsweg. Deze ontdekking betekent echter volgens Wynne alleen een afwijzing van ascese en niet van de meditaties die hij had geleerd.

Wat waren dit voor meditaties? Het gaat hier om vormloze reducties, de aandacht wordt dus niet op een ding gericht. Volgens de Oepanishaden moet degene die het brahman wil leren kennen zijn bewustzijn tegen de stroom van de evolutie in terug laten gaan naar de oorsprong. Dit begint met  een concentratie op de elementen: aarde, water, lucht en vuur. Vandaar gaat de aandacht naar de essenties van de elementen en vandaar naar de vier reducties die hierboven al zijn beschreven. Uiteindelijk volgt dan de ervaring van het brahman. Deze meditaties op de elementen worden kasiṇameditaties genoemd, waarbij ‘kasiṇa’ zoveel betekent als ‘totaliteit’. Als je op het element aarde mediteert ervaar je de totaliteit van alle aarde overal, je krijgt een ervaring van een onpeilbare oneindigheid. Dit noemde de filosoof Kant een ervaring van het sublieme. Bij zo’n overrompelende ervaring verliezen alle begrippen hun houvast en wordt het woekerende denken verlamd. De bedoeling hiervan in de Oepanishaden ligt voor de hand, je wordt bewust van steeds meer fundamentele oneindigheden, totdat je je bewust wordt van de meest fundamentele oneindigheid: het brahman.

De methode anders toegepast

Het lijkt er volgens Wynne op dat de Boeddha deze methode zonder de achterliggende bedoeling heeft overgenomen, waarschijnlijk vanwege het optreden van de ervaring van het sublieme. Het oorspronkelijke doel van deze serie reducties is de ervaring dat het zelf, het ātman, identiek is met het brahman. In de Oepanishaden wordt de reductie van zowel het niets als van geen waarneming en geen niet-waarneming inderdaad met het zelf in verband gebracht. Beide reducties zijn dus ervaringen van gemoedsrust en van het stoppen van het woekerende denken. Dit was wat de Boeddha had geleerd en waar hij niet tevreden over was, omdat het ik-perspectief er nog niet was overwonnen. De meditatie op de elementen wordt in de Pali Canon op verschillende plaatsen genoemd.

Er zijn drie oude teksten in de Pārāyanavagga van de Suttanipāta waar de Boeddha het specifiek over meditatie heeft (Sn 5.6, 5.13 en 5.14). Vooral de eerste, het tweegesprek met Upasīva, is interessant omdat de Boeddha daar naar andere bestaande meditatievormen verwijst. Wynne ontwikkelt op basis van commentaren een nieuwe interpretatie. De instructie die de Boeddha aan Upasīva geeft, is daarbij het beschouwen van zintuiglijke objecten als niets dan verschijnselen. Hij moet dus als het ware het niets achter de dingen ontdekken. Dit is de reductie van het niets. Volgens de Oepanishaden is deze reductie een zich afsluiten van alle zintuiglijke objecten, maar nu legt de Boeddha dit volgens Wynne uit als een speciale manier om ergens aandacht voor te hebben. Als de zintuigen vervolgens nog wel hun werk doen, zie je geen dingen meer, alleen verschijnselen die zich voordoen als dingen. Dat is de sfeer van niet waarnemen en niet niet waarnemen.

Volgens Wynne heeft sati, aandachtigheid, in de oude teksten de betekenis van iets met aandacht op zich, zoals het zich voordoet, beschouwen. Je ziet dus vormen als niets dan vormen, hoort geluiden als niets dan geluiden, enzovoort. Elke verwijzing naar iets meer dan dat doet immers het ik-perspectief weer herleven. Dat je bijvoorbeeld weet dat het piepen van het tuinhekje de buurman is die van zijn werk komt, beleef je dan niet als een onomstootbare waarheid, maar als een verschijnsel, een gedachte die verschijnt en weer verdwijnt. Er is alleen leegte en verschijnselen.

Vergankelijkheid

Hoe komt het nu dat deze uitleg zo weinig is opgemerkt? Wynne wijt dit aan de invloed van de brahmaanse filosofie. De Boeddha zelf merkt op verschillende plaatsen in de Pali Canon al op dat zijn leer subtiel is en niet gemakkelijk te begrijpen. Omdat de leer van de Oepanishaden voor velen zo vanzelfsprekend leek, werden de teksten er vaak op aangepast. We moeten hierbij wel opmerken dat de uitleg van Wynne erg nauw aansluit bij de filosofie van de madhyamika en bij de latere praktijken van mahāmūdra en dzogchen. Nāgārjuna was er dan ook van overtuigd dat hij een van de weinigen was die de leer van de Boeddha echt had begrepen.

Bovendien zien we dat de latere teksten overschaduwd worden door de eeuwige discussies tussen de verschillende boeddhistische scholen. Deze discussies gaven aanleiding tot een steeds verder groeiende dogmatiek. Die dogmatiek werd maar al te graag overgenomen in andere culturen toen het boeddhisme zich over de grenzen van India verspreidde. Dezelfde dogmatiek staat ook nu nog steeds volop in de belangstelling bij boeddhistische studies die voornamelijk bestaan uit het vertalen van teksten. Goed kunnen mediteren is nog steeds geen vereiste voor het ambt van professor in de boeddhologie aan een universiteit.

Het boek

Het boek leest prettig, maar het is wel geschreven voor deskundigen. Uiteindelijk is Wynne op dit onderzoek gepromoveerd. Er staat heel veel informatie in en alles wordt gerechtvaardigd met uitgebreide verwijzingen naar bronteksten. Dit kan een beetje overdonderend overkomen bij een lezer die onvoldoende is ingevoerd. Daar tegenover staat dat Wynne zijn standpunten regelmatig samenvat. Elk hoofdstuk wordt bovendien met een samenvatting afgesloten.

Bovenal vind ik dit een belangrijk boek, het is belangrijk voor iedereen die zich serieus met het boeddhisme bezighoudt en wil weten waar het nu precies om gaat. Er is wel een groot gevaar: de uitleg van Wynne is niet de standaarduitleg die door de meeste boeddhistische leraren wordt verkondigd. Wie dit leest zal moeten nadenken!

Alexander Wynne: The origin of Buddhist Meditation,  Routledge 2007, paperback 184 bladzijden.

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Boeddhisme, Boekbespreking, Geluk, meditatie, Onderwijs, Pakhuis van Verlangen, Pali-Canon Tags: aarde, Alexander Wynne, Atman, bodhisattva, boeddhologenconferentie, brahman, filosoof Kant, hermeneutische wetenschap, India, kasina, lucht en vuur, Oepanishaden, sati, The origin of Buddhist Meditation, tweegesprek met Upasīva, twijfel bestaan Boeddha, VS, water, zintuiglijke objecten

Lees ook:

  1. De mythe van het mahāyāna
  2. De Lotussoetra – boeddhisme en politiek
  3. Het ongelijk van de gelijkheid (deel 2 en slot))
  4. Yongey Mingyur Rinpoche – er is meer nodig dan mediteren, VS heeft nood aan verandering

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

Erik Hoogcarspel

Erik Hoogcarspel studeerde filosofie en Indische talen aan de rijksuniversiteiten in Groningen en Leiden. Hij publiceerde ‘Koken met Filosofie’ en een vertaling van de belangrijkste tekst van Nagarjuna ‘Grondregels van de filosofie van het midden’. 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 27 mei 2022 - 29 mei 2022
    'Gezond leven, natuurlijk sterven'
  • 29 mei 2022
    Nyinthün, dag van stilte en meditatie
  • 30 mei 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • 30 mei 2022
    Online course The Twelve Links of Interdependent Origination
  • 31 mei 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • bekijk de agenda

De werkplaats

De werkplaats.

Boeddhistische kunstenaars

Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
lees meer »

Pakhuis van Verlangen

In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

Grondlegger van de BOS – Jean Karel Hylkema overleden

Jacques den Boer - 26 mei 2022

In 1999 gaf de overheid een zendmachtiging aan de Boeddhistische Omroep Stichting. Jean Karel Hylkema werd daarvan niet alleen ongeveer vijf  jaar  bestuurder en manager. Hij was tegelijk programma-adviseur voor de tv- en radioredactie, naast programmadirecteur Babeth VanLoo, en werkte mee aan tv-documentaires als interviewer.

Tulpenboeddhisme: Hoe het boeddhisme in Nederland wortel heeft geschoten (4 en slot)

Jacques den Boer - 26 mei 2022

Onder aanvoering van de Rigpa-boeddhist ir. Jean Karel Hylkema , de gelauwerde cineaste en Dzogchen-boeddhiste Babeth VanLoo en een nieuwe BUN-voorzitter, prof. dr. Johan Niezing, kwam er uiteindelijk toch per 1 september 2000 een zendmachtiging voor radio en tv.

‘Yatra naar Majjhimadesa – een pelgrimsreis naar het Middenland’.

Guy E. Dubois - 24 mei 2022

De Majjhimadesa was de broedkamer van de Dhamma —de Leer van de Boeddha’s. Het is het gebied waar de Boeddha geboren werd, waar hij tot Zelfrealisatie kwam, waar hij predikte en het parinibbana bereikte. In Boeddha’s tijd waren overgrote delen van het Middenland bedekt met junglevegetatie. De fauna was veelzijdig en bestond o.m. uit leeuwen, tijgers, herten, olifanten en neushoorns.

Baas over eigen karma

Kees Moerbeek - 22 mei 2022

Het individu is de enige die de volledige controle heeft over zijn daden, ongeacht de druk die anderen op hem kunnen uitoefenen. Een onheilzame handeling onder grote druk uitgevoerd, heeft echter een ander karmisch effect dan een vrijwillige onheilzame handeling.

Boekbespreking- De lach van de Boeddha. Een ontmoeting met de boeddhistische filosofie

Erik Hoogcarspel - 21 mei 2022

Vandepitte gooit zijn lezers al snel in het diepe met zijn uiteenzetting over de leegte. Hij geeft daarbij een eigen interpretatie, die enigszins afwijkt van de boeddhistische teksten.

Meer onder 'pakhuis van verlangen'

Footer

Boeddhistisch Dagblad

over ons

Recente berichten

  • Guy – Meditatietechnieken
  • Haiku
  • Interregionale bijeenkomst Tibetaanse groeperingen  in Barcelona
  • Millennial boeddhistische nonnen beoefenen een verboden -gewelddadige- vaardigheid
  • de Boeddhistische blik — Walk with me

Reageren

We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

Over het BD

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
Lees ons colofon.

Zie ook

  • Contact
  • Over ons
  • Columns
  • Reageren op de krantensite

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

 

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

 

loading Annuleren
Bericht niet verstuurd - controleer je e-mailadres!
E-mail-controle mislukt, probeer het opnieuw
Helaas, je blog kan geen berichten per e-mail delen.
Privacy en cookies

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

Noodzakelijke cookies

Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

Privacy

Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens