Inmiddels ben ik alweer een paar weken bezig met een website. ‘Ach ja, je bent met pensioen, en dan krijg je ineens een heleboel vrije tijd te vullen. Zo gaan die dingen,’ zou je kunnen denken, maar zo is het niet helemaal. Het doel van de website is het delen van inzichten – onder de naam Dharmapelgrim. Dat is niet mijn echte naam.
Een Dharmapelgrim is wat ik ervaren heb en nog steeds ervaar te zijn: reiziger op weg naar … zeg het maar. Zolang ik mij kan herinneren heb ik voor mijzelf naar antwoorden gezocht op allerlei religieuze vragen; ja, ook als klein kind al, al wist ik toen nog niet dat de vragen waarmee ik mijn ouders tot wanhoop dreef “religieuze vragen” heten te zijn. Over God en ‘geloof’ werd thuis niet of slechts kort gesproken. Toch kronkelde mijn levenspad al vroeg door een katholieke school; een zondagschool van de Hervormde Kerk; een Doopsgezind zomerkamp; en nog zo wat springbronnen waaruit ik een en ander oppikte.
Op mijn veertiende jaar wist ik honderd procent zeker dat ik zendeling wilde worden om arme mensen in Afrika te kunnen helpen, maar dat plan verpieterde door gebrek aan support. Op mijn zestiende kreeg ik toevallig een boek in handen dat grote invloed zou hebben op mijn verdere ontwikkeling: “Autobiografie van een Yogi”, door Paramahansa Yogananda. Daarna ging het snel. Om een lang verhaal kort te maken: op mijn twintigste was ik “gediplomeerd Yogaleraar”. Dat klinkt mooi, maar achteraf bezien – en dat kan ik na 45 jaar wel zeggen – was ik daar volstrekt niet klaar voor. Fysiek was de Hatha Yoga geen enkel probleem. Het probleem was dat Hatha Yoga mij nauwelijks interesseerde, terwijl mijn hart uitging naar Bhakti Yoga, Karma Yoga en Jnana Yoga… zonder dat er iemand was die mij daarin kon of wilde leiden. En dus ging ik op mijn eigen manier zoeken.
Misschien zou dat nog goed zijn gegaan, ware het niet dat ik in diezelfde periode werkzaam was in de psychiatrische zorg, en verplicht werd deel te nemen aan sensitivity trainingen. Niet één keer. Niet twee keer, maar meerdere malen van meerdere dagen achter elkaar … en niet bijster goed geleid. En ik neem niemand iets kwalijk, ook mijzelf niet, maar alles waarin ik geloofde of wat mij heilig was, werd meedogenloos met de grond gelijk gemaakt. Nazorg? Nul. Het resultaat? De vegetariër at weer vlees. De principiële niet-roker en niet-drinker, rookte pijp en dronk stevig, en de monogame echtgenoot en vader van kleine kinderen … juist ja. En terwijl mijn carrière in de gezondheidszorg een vlucht nam, bleef ik Hatha Yoga lessen geven (want dat ging prima) … maar ging er tegelijk in mij toch iets langzaam dood. Bijna.
De weg terug heeft lang geduurd. Het omslagpunt ligt ergens in de beginjaren tachtig, tijdens een Zen-weekend in de abdij Maria Toevlucht te Zundert, georganiseerd door en voor de Nederlandse Vereniging van Yogaleraren. Vrij snel daarna nam ik deel aan een Zen-sesshin van een week. En daarna nog een. De combinatie van Zen én de sfeer in de abdij – inclusief de getijdengebeden in de abdijkerk – maakte iets in mij wakker dat zoek was geraakt. Maar gemakkelijk was die weg terug allerminst. Het is een achtbaan geworden, vanuit het diepste punt stijl omhoog over de top en weer de diepte in, over de kop en in een spiraal scherpe hoeken om. Enfin … wanneer ik mijn leven in fasen zie, hebben de eerste drie fasen ieder zo’n eenentwintig jaar geduurd. En nu, nu ben ik de vierde fase ingegaan, op een punt waar ik eerder al eens was, maar waar ik toen nog lang niet aan toe was.
Ik lees nu dezelfde teksten als toen ik 16, 17 en iets ouder was … en glimlach. Meer nog dan toen voel ik eerbied en respect voor Sri Ramakrishna, die het Hindoeïsme, het boeddhisme, de Islam en het Christendom stuk voor stuk heeft omarmd en doorleeft, en nog meer, waarna hij tot de slotsom kwam dat het allemaal goed is. Hij leefde het voor, in plaats van er over te gaan discussiëren. En meer dan toen voel ik eerbied en respect voor Swami Vivekananda, voor Sri Ramana Maharshi, en voor Paramahansa Yogananda. Ik ben in 1987 gestopt met geven van Hatha Yoga lessen, om zelf meer een leerling van hen te kunnen zijn. Wat ik zocht vond ik bovendien meer en meer in het boeddhisme, waarvan ik in navolging van Ramakrishna en Vivekananda zeg dat het in essentie één is met de Vedanta en de kwintesssens van alle serieuze mystieke religies met of zonder naam.
Reeds in de oudheid deelden de Indiërs het leven in vier fasen in:
- Brahmacharya-fase
waarin de normen en waarden van het leven worden geleerd en ervaren - Grihasta-fase
van huwelijk en gezinsleven; vervullen van maatschappelijke plichten, geld verdienen, gezin onderhouden en zorgen voor persoonlijke ontwikkeling (materieel, intellectueel en spiritueel) - Vanaprasta-fase
afstand doen van het aardse, het materiële, het tijdelijke; met aandacht voor maatschappelijke en levensbeschouwelijke vraagstukken van de samenleving, waarbij de eigen levenservaring belangeloos wordt ingezet ten behoeve van deze samenleving. - Sanyasa-fase
de aandacht richt zich geheel op het enige nog te koesteren verlangen: de bevrijding uit de kringloop van geboorte en dood. Meditatie, gebed en sociaal werk zijn in deze levensperiode belangrijke waarden. De duur van elke fase ligt niet helemaal vast, maar voor mijzelf heb ik het idee dat de eerste drie steeds perioden van 21 jaar zijn geweest.
Ja, Inmiddels ben ik alweer een paar weken bezig met een website.
Ik wil mijn vierde fase van eenentwintig jaar – of iets meer of minder – besteden aan delen en verdiepen, verdiepen en delen met wie er belangstelling voor heeft en mee wil delen en verdiepen, verdiepen en delen. Ben ik nu dan een sanyasin? What is in a name? Ik ben een Nederlander, en hier kennen we dat helemaal niet. Ik vind de naam Dharmapelgrim wel goed: reiziger op weg naar … zeg het maar. De reis gaat in etappes. Berg op, berg af, en weer op. Op mijn website zal ik in mijn blog af en toe verslag doen van de etappe waaraan ik bezig ben. Het is alles behalve een eenzame weg. Het is dezelfde weg die Boeddha is gegaan, en Jezus, Ramakrishna, Vivekananda, Yogananda. En het is dezelfde weg waarop miljarden anderen gaan, naar hun bestemming. Niemand kan de weg verlaten, al kun je de weg zeker wel helemaal kwijt raken.
Breek me de bek niet open.