Vaak als ik voor het keukenkastje met kruiden sta en er een potje uit pak moet ik aan mijn moeder denken. Niet dat zij nou zo’n bijzondere keukenprinses was, maar het komt door de strooibus fijn keuken zeezout.
Mijn moeder was vaker thuis dan dat ze weg was. Elke woensdag kwam mijn oma op bezoek bij haar dochter en gezin en met verjaardagen en feestdagen ging het hele gezin op weg. Maar we waren voornamelijk thuiszitters.
Dat zout doet me denken aan leegte, de afwezigheid van mijn moeder. Als mijn moeder buiten het gewone ritme de deur uit ging en soms een hele dag weg was, instrueerde ze haar kinderen om tegen vijven de pan met aardappels op het vuur te zetten en vooral niet te vergeten er het zout bij te doen. Dat stond klaar op een theeschoteltje. Niet te veel, niet te weinig.
Haar afwezigheid voelden we lijfelijk, we waren moederloos, zo’n vreemde ervaring.
Mijn moeder, Grietje was haar naam, stierf op 1 juni 1995. Als ik nu het keukenkastje open is ze er nog.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
