Zorgt een tussenfase voor blijvende verbeteringen, of is het daarna ‘business as usual’? Dat was de vraag waar de vorige druppel op uitliep.
Het idee van een tussenfase ontleende ik aan overgangsrituelen. Die horen bij de gereedschapskist van de samenleving. Ze begeleiden veranderingen in sociale posities. In de tussenfase van een overgangsritueel houdt de samenleving de pas even in. De mensen om wie het gaat verkeren een poosje in afzondering. Het normale telt tijdelijk niet. De machtsverhoudingen staan tussen haakjes. Solidariteit en creativiteit krijgen daardoor een kans.
Kijken we naar de corona-tussentijd, dan zitten de overeenkomsten in het opschorten van de gewone samenleving, het isolement, en het opbloeien van solidariteit en vindingrijkheid. Maar werkt dat na afloop van een crisis nog door? Krijgt de samenleving meer kwaliteit? En vooral: wordt de mens moreel beter?
De vorige crisis, de bankencrisis van 2008, geeft niet veel hoop. Het systeem is niet echt op de schop gegaan en het risico van een nieuwe crisis is reëel.
OK, de Ramp van 1953 leverde het Deltaplan op – maar er is nu een zeespiegelstijging. De Tweede Wereldoorlog bracht de VN voort, maar die heeft veel ellende niet kunnen voorkomen. Op de apartheid volgde het Mandela-tijdperk – maar daarna kwam Zuma. Het blijkt een hele klus een crisis te beheersen, laat staan er voor te zorgen dat er iets moois uit voortkomt.
Kennelijk is maatschappelijke verandering, ondanks de urgentie, een log proces. Zo log als de spreekwoordelijke olietanker die niet 1-2-3 te keren is.
Waar zit het probleem dan? Het zit in een samenloop van omstandigheden, en dat maakt het zo complex. Er is de onaangekondigde crisis. Voeg daarbij dat de samenleving nooit helemaal aan te sturen is. Tenslotte is er de mens, die knappe knoeier.
En zo kom ik uit bij het mensbeeld dat we erop na houden. Ik zie ruwweg drie varianten:
– de mens verbetert zich voortdurend: ‘de meeste mensen deugen’;
– de mens valt steeds in dezelfde valkuilen: ‘geneigd tot alle kwaad’;
– de mens werkt zich steeds verder in de nesten: ‘mensheid pleegt collectief zelfmoord’.
Voor alle drie is iets te zeggen, afhankelijk van de selectie die je maakt uit de voorhanden werkelijkheid. Anders gezegd: afhankelijk van welke levensbeschouwing je erop na houdt, welke kranten en boeken je leest, welke sites je bezoekt, welke columns je leest.
Maar hoe opti- of pessimistisch kun je in deze corona-tussenfase dan zijn over de toekomst?
In de vorige druppel-column zagen we aan de wereldreligies dat in de ontstaansfase de mooiste morele intenties van kracht zijn en de ‘communitas’ overweegt: ‘de meeste mensen deugen’. De stoorzender is de macht die voortvloeit uit de noodzaak die succesvolle beweging te organiseren. Dan loopt het fout.
Zou er dus iets moois opbloeien, dankzij aanleiding corona, dan ligt het risico in het organiseren van de verbetering al klaar, namelijk in de onvermijdelijke machtspatronen: ‘geneigd tot alle kwaad’. Houd dan dat ‘communitas’-gevoel maar eens in stand! Om maar te zwijgen van het slechtste scenario van een onbeheersbare crisis: ‘mensheid pleegt collectief zelfmoord’.
Is er dan geen spoortje hoop? Mijn eerste veldwerk, bij de Wagenia in Kongo, ging over jongensinitiatie. Dat was een overgangsritueel, inbegrepen een tussenfase met aardig wat ‘communitas’. Het ritueel begeleidde een verandering in het leven van de jongens: weg onder moeders vleugels, door naar de mannengroep. Hoe realiseerden de Wagenia die verandering? Hun recept luidde, kort samengevat: vier het ritueel, kies een krachtig symbool, betrek iedereen erbij, en faseer de overgang.
Als dat nu eens zou lukken, tijdens en na corona! Een gratis lesje vanuit hartje Afrika voor de wereld in crisis.