Er blijkt een verborgen plaag van kindermisbruik door religieuzen in Sri Lanka te zijn. In wat een overwegend boeddhistische land is, wordt de kwestie van kindermishandeling door boeddhistische monniken als een taboe beschouwd.
Uit onderzoek is gebleken dat de afgelopen tien jaar bijna 110 boeddhistische monniken zijn aangeklaagd wegens seksuele en fysieke mishandeling van minderjarigen in Sri Lanka. Niet alleen boeddhistische monniken zijn aangeklaagd, ongeveer 20 rooms-katholieke en protestantse geestelijken zijn gearresteerd of er loopt een onderzoek tegen hen in verband met het seksueel misbruik van minderjarigen gedurende de afgelopen 10 jaar in Sri Lanka. Er zijn geen precieze gegevens over het aantal boeddhistische monniken en rooms-katholieke priesters dat er bij betrokken is of over de aantallen die zijn veroordeeld.
Terwijl Tissa Karaliyadda, de Sri Lankaanse Minister van Kinderenzaken, beweert dat kindermisbruik door zowel boeddhistische als christelijke geestelijken in religieuze instellingen in Sri Lanka vaak voorkomt, zegt Kalutara Somarathana Thera, de assistent-secretaris van de All Island Boeddhistische Raad, dat veel beschuldigingen van misbruik aan het adres van boeddhistische monniken ongegrond zijn.
Uit cijfers van de Sri Lankaanse Nationale Kinderbescherming (National Child Protection Authority, NCPA) blijkt dat slechts drie boeddhistische monniken zijn veroordeeld voor kindermisbruik in Sri Lanka in de recente geschiedenis.
Eén van die drie monniken, de boeddhistische monnik en voormalige parlementariër Aparekke Pannananda Thera, werd aangeklaagd voor het plegen van ontucht met minderjarigen. Aparekke Pannananda Thera en een andere vooraanstaande monnik in de stad Anuradhapura, Namalwewa Rathnasara Thera, zijn momenteel op borgtocht vrijgelaten in verband met de beschuldigingen die ze met nadruk ontkennen. Een derde monnik, die was veroordeeld voor het verkrachten van een 13-jarig meisje in 2005, overleed aan vergif dat hij dronk nadat hij was veroordeeld.
Veel van de gevallen van Sri Lankaanse boeddhistische monniken die zijn aangeklaagd wegens mishandeling van minderjarigen leidden zelden tot veroordelingen. Minister van Kinderenzaken Tissa Karaliyadda is “geschokt en beschaamd” over de omvang van het probleem. De minister wees beschuldigingen van de hand dat politieke leiders proberen de rechterlijke macht te beïnvloeden om daders vrij te laten. Hij meent dat strengere wetten nodig zijn en dat de wet moet worden uitgevoerd, ongeacht de status van een persoon. Anoma Dissanayake, hoofd van de Sri Lankaanse Nationale Kinderbescherming (National Child Protection Authority, NCPA), zegt ook dat strenge maatregelen zullen worden genomen tegen iedere misbruiker van kinderen, ongeacht ras, kaste of religie.
Gevallen van boeddhistische monniken die zijn aangeklaagd wegens misbruik van minderjarigen, vooral die van seksuele aard, worden nauwelijks gemeld door de Sri Lankaanse media. Eén van de weinige gevallen die de kranten wél haalden, is dat van Aparekke Pannananda Thera. Mensenrechten advocaten in Sri Lanka stellen dat de Sri Lankaanse media er niet in slagen om misbruiken te ontmaskeren, vooral als het gaat om politieke of sociaal machtige personen.
Beschuldigingen van misbruik aan het adres van boeddhistische monniken zijn misschien ongegrond maar gedegen onderzoek is nodig ten aanzien van de kleine minderheid van monniken die wel dergelijke misdaden plegen.
Bron: BBC Sinhala service, Saroj Pathirana