Seks en de spirituele leraar. Dat is de titel van een boek van Scott Edelstein. We hebben het pas over seks en spirituele leraren als er onheil geschied is: als er aanklagers en slachtoffers zijn. Seksuele transgressie tussen leraren (meestal mannen) en leerlingen (meest vrouwen, ook mannen) is van alle tijden (en van alle religies). Het heeft veel lijden veroorzaakt.
Het boek geeft de aanleiding tot dit artikel dat op 10 oktober 2013 in het Boeddhistisch Dagblad geplaatst werd, en nu her-gepubliceerd, om dit moeilijke onderwerp ter sprake te brengen en te zoeken naar een respectvolle benadering om er mee om te gaan als het zich voordoet.
Verleidelijk verlangen
Seks is een issue op het spirituele pad. Seks gaat over verlangen. Verlangen is één van de drie wortels van lijden (verlangen, afkeer en verwarring). Bij seks gaat het over verlangen naar zintuiglijke ervaringen en over het verlangen om bijzonder te zijn.
Het boek beschrijft een kort onderzoekje van Jack Kornfield in 1981, die 48 mannen en zes vrouwen de volgende twee vragen stelde:
– leef je celibatair?
– heb je een seksuele relatie (gehad) met minstens een van je studenten?
Van de mensen die aangaven dat ze celibatair leefden, gaf 63 % aan dat ze seks met hun yogi’s hadden gehad, van de mensen die niet celibatair leefden 83%. De leraren gaven aan dat 65 -75% van hun yogi’s hen op een seksueel getinte manier benaderden. Seks is dus een issue, het is schrikbarend dat het zoveel voorkomt en er zo weinig wordt gedaan om het te voorkomen.
Waarom komt het zo vaak voor in een situatie van meditatie leraar / leerling?
– Door het idee dat een leraar verlicht is.
In Azië is de cultuur om monniken / spirituele leraren te adoreren, in het Westen wordt een leraar meer als coach of leraar gezien. Maar het toedichten van verlichtingservaringen geeft de leraar een uitzonderlijke positie. Verder kunnen leraren meestal goed nadenken, goed spreken, dragen vaak een lichte energie. Dat geeft een zeker charisma en charismatische leraren zijn nog aantrekkelijker. In de apenkolonie heet dat, dat de leider de status van een Alpha-mannetje krijgt, de eerste in rang, de man met de meeste potentie, die heel aantrekkelijk is voor ‘de wijfjes’…
– Tijdens het begeleiden van een meditatieretraite krijg je als leraar intieme ervaringen te horen. Yogi’s kunnen op hun spirituele pad ervaringen hebben, die voor hen nieuw zijn, zeer indringend om mee te maken en dat proces vraagt een vorm van overgave van de leerling. De ervaringen van een yogi zoals geluk, stromende energie, dadendrang en zich daarin helemaal begrepen voelen door een leraar: dat kan ook wel lijken op wat er speelt bij seksuele energie. Dat vraagt dus van de leraar dat hij de alert is op wat er speelt, doorziet waar het mee te maken heeft, eigen reacties herkent. En het daar bij laat, grenzen bewaakt voor zichzelf en grenzen aangeeft naar de leerling.
– Je wordt als leraar altijd beoordeeld op je rol, je bent nooit ‘off duty’ (dat speelt trouwens ook voor artsen, leraren , politieagenten etc.). Binnen de gemeenschap van yogi’s kun je als leraar nooit vrijelijk je eigen sores bespreken,bijvoorbeeld over een yogi die je heel aantrekkelijk vindt, of twijfels aan je eigen kunnen) Je bent een eenling in het systeem. “…oh, it is lonely at the top” zong Randy Newman al. Dat kan de situatie scheppen dat je je eigen blinde vlek niet ziet en niet wordt aangesproken op je gedrag door anderen.
– Soms wordt van een leraar verwacht dat hij het ego systeem van een yogi doorbreekt: crazy wisdom wordt dat wel genoemd. Bijvoorbeeld iemand de opdracht geven om een koan op te lossen (een zin die niet logisch klinkt) of een opdracht geven die de ander op het verkeerde been zet, waardoor verwarring ontstaat. In die situatie kan een verwarrende opdracht zijn, dat de leraar je een speciale energie overdracht geeft, bijvoorbeeld via een massage. Dat lijkt dan wel heel sterk op een seksuele ervaring. Maar: wat is crazy (misbruik) en wat is wisdom (de ander in verwarring brengen)?
Wat doen leerlingen, waardoor situaties van seksueel getinte aandacht van een leraar naar de leerling kunnen ontstaan?
– leraren op een voetstuk plaatsen
– grenzeloos zijn in het uiten van verlangen en aversie
– op zoek zijn naar diepe of juist piek ervaringen, naar een uitzonderlijk resultaat.
Zo kunnen tijdens een omhelzing ten afscheid na een retraite een heleboel boodschappen worden uitgezonden en dan moet je als leraar alert zijn welke bij je rol passen en welke je beter geen reactie kunt geven. Als leraar zul je altijd de wijste moeten zijn, ook en vooral door te weten wat jou triggert en wat je moeilijk vindt in grenzen aangeven. Ook als leerling is besef nodig, van je verlangen en hoe dat uitwerkt.
Redenen voor seksueel misbruik door leraren
Seksuele energie speelt in veel verschillende vormen van aandacht geven, zoals even aanraken, omhelzen, sms’jes sturen, net iets te lang elkaar aankijken, tot misbruik en verkrachting. In de context van leraar en leerling geven al deze voorbeelden verwarring en zijn dus niet adequaat.
Wat kunnen redenen zijn van leraren om seksuele aandacht aan leerlingen te geven? Scot Edelstein geeft er in zijn boek drie:
– uitbuiting. (exploiter)
“Dit is een spirituele oefening, (een tantra oefening, of een massage) die jou van je oude blokkades afhelpt”.
“Als jij nee zegt tegen seks met mij, stel je me toch teleur, ik had meer van je verwacht”
Bij dit motief gaat de leraar uit van zijn eigen belang en gaat voorbij aan het belang van de leerling.
– vergissing (errant)
‘Mijn gevoel is met me aan de loop gegaan, ik heb me mee laten slepen door de situatie’.
Het maakt veel uit of je je eenmalig en kortdurend vergist, of over langere periodes, en met meerdere leerlingen. In dat laatste geval lijkt de drijfveer op die van de uitbuiter.
– uitzondering (exceptionalist)
‘Ik doe dit nooit, maar jij bent zo bijzonder voor mij.’ Ook hier geldt: hier hoort alleen een eenmalige en kortdurende uitzondering bij, niet een herhaling van dit motief bij meerdere mensen, dan is het uitbuiting.
Vooral in de situatie met de eerste drijfveer van uitbuiting ontstaan er vaak grote problemen. Het probleem van het schaden van het vertrouwen van de leerling is daarbij het grootste. Dat staat nog los van wat de leraar precies doet, welke motief hij daarbij aanvoert, hoelang en hoe vaak het voorkomt. Vaak speelt geheimhouding een rol, ‘wat wij hebben is zo speciaal dat anderen dat niet kunnen begrijpen en dus beter niet kunnen weten’ . Of ‘jij bent verder dan de anderen, jij mag mijn assistent zijn en mijn bed delen.’
Het schaden van vertrouwen speelt niet alleen tussen de betrokken leerling en de leraar, maar ook voor alle andere leerlingen die er van horen, of die de energie aanvoelen.
Als een leraar seksuele gevoelens uit naar leerlingen, wordt het een factor in een gemeenschap, of tijdens een retraite. Kennelijk is de leraar te verleiden, of er speelt ‘zij wel, ik niet’ of er is onzekerheid: ‘wat te doen als hij bij mij…’ Allemaal ruis, die schade toebrengt aan het vertrouwen dat nodig is voor het begeleiden en samen aangaan van een spiritueel proces. Een spiritueel proces vraagt openheid, eerlijkheid, intimiteit en vertrouwen.
“Walk your talk”, doe wat je zegt als leraar. Dat betekent mindful zijn op de wortels van het lijden, het erkennen van je verlangen. En dat vraagt dat je dat toepast naar jezelf, naar anderen, in iedere situatie. Dat betekent natuurlijk niet dat je geen privé leven zou kunnen hebben als leraar, dat je je seksualiteit moet ontkennen of onderdrukken. Want dat is vragen om problemen. Verlangen is menselijk en niets menselijks is een leraar vreemd.
Maar een relatie van leraar – leerling en seks gaan nooit samen. De relatie is per definitie ongelijkwaardig. De leraar heeft – of hij nou wil of niet – een machtspositie ten opzichte van de leerling. In die rol krijgt hij vertrouwen van de leerling. Het past niet dat vertrouwen te schaden. Dan ondermijnt hij het spirituele proces van een leerling.
Kenmerken van leraarschap
In een artikel in het blad Boeddha (zie noot 2) geeft zenleraar Edel Maex een mooie definitie van leraar zijn. ‘De leraar is de yogi met het meeste vertrouwen. De leraar draagt dat vertrouwen uit naar de leerlingen. Hij gaat bij de yogi’s uit van hun potentie, van wat er mogelijk is en niet van wat er mis is. Je als leraar boven een ander verheven voelen, ontkracht een leerling. Dat staat dus haaks op wat de bedoeling is in meditatie onderricht.
Dit besef is nodig aan twee kanten van de relatie: dat moet de leraar beseffen (je niet beter voelen dan de anderen) en dat moet de leerling beseffen (door de leraar niet op een voetstuk te zetten).
Als dat vertrouwen geschaad is, is er een structuur nodig om daar mee om te gaan. Het thema seksualiteit bespreekbaar maken, openheid van zaken geven aan de gemeenschap, een vertrouwenspersoon inschakelen en hulp van buitenaf inroepen om samen een situatie van misbruik te helen.
Ik herinner me een uitspraak van Joan Halifax tijdens een uitzending van de BOS, over de inauguratie van Irene Bakker tot Sensei (in de Soto Zen traditie) . Joan Halifax zei (naast een heleboel andere dingen) ‘ik wil je van harte condoleren met je leraarschap’. Later legde ze deze uitspraak uit aan de yogi’s. ‘Leraar zijn betekent dat je leerlingen hun verlangens, hun boosheid en hun twijfels op je uitproberen. Hun verlangen naar aandacht, bijzonder zijn, begrip en steun, kan zich uiten in de leraar de hemel in prijzen. Maar ook hun aversie, het bewust de grens opzoeken of grens overschrijden, kan zich uiten in de leraar naar de hel wensen. Als je deze gedachten en gevoelens die op je geprojecteerd worden als leraar, niet herkent als verschijnselen die bij mens zijn horen, dan kun je dat ook niet aan de leerling spiegelen.’
Ook ik heb ervaring met verliefdheid tijdens het mediteren: de eerste dag dat ik J. leerde kennen sloeg er een vonk over, de tweede dag deed ik mee aan een proefles meditatie en het volgende weekeind snapte iedereen die aan het meditatie weekeind meedeed dat wij verliefd op elkaar waren. Dus dat was niet een situatie waarin iets stiekem werd gedaan. We hebben afspraken gemaakt over begeleiding tijdens retraites, dat J. mij niet zou begeleiden. In de praktijk was dat niet altijd mogelijk. Het heeft mij veel oefening gekost om de gevoelens die horen bij `jij bent bijzonder voor mij` tijdens zo´n retraite los te laten, als gevoelens te zien. Het was ook wel lastig om na een retraite weer partners te zijn, we moesten afkicken van de rollen die we hadden gehad. Wij beiden zeggen achteraf: zouden we nu niet meer zo doen, geen leerling zijn in een retraite waar je partner leraar is.
Ik heb me toen te weinig gerealiseerd dat het gegeven van een relatie aangaan binnen een gemeenschap, ook iets doet met het vertrouwen in de leraar van de andere yogi’s in de gemeenschap. Scott Edelstein doet de suggestie om in zo´n situatie tijdelijk afstand te doen van je rol als leraar.
Wat kun je als leraar doen, wat kun je als yogi doen, wat kun je als spirituele gemeenschap doen?
Wat kun je als leraar doen om situaties van seksueel verlangen te voorkomen? Als leraar is het belangrijk om duidelijkheid te geven over je relaties: wees open over het feit dat je celibatair leeft, of monogaam bent. Het aangaan van meerdere relaties in je privé leven (polyamorie) geeft verwarring: dan ben je dus beschikbaar op ‘de markt van potentie en geluk’. Dat past niet bij de rol van leraar.
Voor een leraar is het onmisbaar om mensen om zich heen te hebben (buiten de gemeenschap waar hij leraar is) waar hij zijn sores mee kan delen. Een intervisie groep met collega’s, om vragen te bespreken, of therapie als je eigen ervaringen je in de weg zitten.
Van vipassanaleraren in Nederland wordt verwacht dat zij zich houden aan de ethische code die zij samen hebben opgesteld. Daarin staat dat een seksuele relatie met een leerling niet kan.
Als yogi is het belangrijk om te weten dat gevoelens van verliefdheid naar een leraar heel gewoon zijn (jammer, je bent iets minder uniek dan je denkt)
Als een leraar je seksueel getinte aandacht geeft, vertrouw dan op je gevoel. Als jouw gevoel nee zegt, is de situatie van leerling zijn geen reden om dat te moeten toelaten. Als jouw gevoel ja zegt, weet dan dat die persoon niet meer je meditatieleraar kan zijn. Herken je verlangen en slaap er nog eens een nachtje over…
De Sim (stichting inzichtsmeditatie) heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld, ondersteund door een ethische commissie, waar je als leerling een beroep op kunt doen, in situaties die je niet zelf kunt oplossen.
Als bestuur van een plaatselijke meditatiegroep heb je ook een belangrijke taak om te helpen om problemen te voorkomen en het vertrouwen onderling te beschermen. Zet taken, verantwoordelijkheden en gedragsregels voor een leraar op papier of je website, maak voor iedereen duidelijk wat de mores zijn. En geef aan de leraar aan wat de gevolgen zijn als hij zich er niet aan houdt. Het bestuur geeft openheid van zaken, als er geruchten zijn, of feiten van seksueel misbruik. Vaak is dat een heel moeilijke stap: om er ruchtbaarheid aan te geven, om de situatie publiek te maken. Maar het is de enige manier om niet in de sfeer van geheimen terecht te komen (met de kans dat die geheimen ooit worden ontdekt).
Het op papier zetten van die gedragsregels kan ook een gelegenheid zijn om met elkaar een discussie aan te gaan, om het onderwerp te bespreken, om het onderlinge vertrouwen juist te versterken. Het doorbreken van het taboe is de meest essentiële actie die moet gebeuren rond dit onderwerp.
Ank Schravendeel. Met dank aan Marije Geurts en Maureen Rijks voor het meelezen en suggesties geven.
Dit artikel verscheen eerder in SIMsara.
1. `Sex and the spiritual teacher; why it happens, when it´s a problem and what we all can do` Scott Edelstein; Wisdom publications Boston 2011.
2. Artikel Edel Maex in voorjaarsnummer 2013 van `Boeddha Magazine`