Wat is één?
Niemand die het ziet; niemand die het hoort;
niemand die het voelt; niemand die het ruikt of proeft.
Niemand ervaart wat één is.
Waarneming breekt en verscheurt het.
Scherven, splinters, gruis en spaanders,
flarden, echo’s, ruis en trilling,
resten als een vaag verwijzen naar.
Snijd van iets de boven- of onderkant af,
en je krijgt er een nieuwe boven- en onderkant bij!
Boven en onder vallen nooit samen,
maar houden elkaar in stand,
zoals ook links en rechts; voor en achter;
zelfs vroeger en later blijven dat tijdloos doen,
wanneer zij niet al één zijn.
Trek een beerput open, of open een flesje parfum.
Houd ervan of houd er niet van,
het verandert niets aan wat er vrijkomt.
Niets is van zichzelf aangenaam of onaangenaam;
gewenst of ongewenst; mooi of lelijk, goed of slecht.
Alles is wat het is, tot er waarde aan wordt gehecht.
Zijn en Niet-Zijn brengen zelf de muziek voort
waarop zij samen dansen in het ritme van de tijd
dat ontstaat door het zetten van passen
waarmee zij elkaar leiden én volgen,
in golven van oorzaak en gevolg.
Onzuiverheid omspoelt het Zuivere Land.
Een oceaan van wijsheid vult het oeverloze bekken van onwetendheid.
De overkant is bereikbaar voor de onbevreesde
die afsteekt in een lekkend bootje van vergankelijkheid.
Niets blijft hangen aan wat geen houvast biedt.
Wie niets breekt en verscheurt komt veilig aan
waarvan nooit vertrek is geweest.