Een stil zitten om leeg te maken…
Het is alweer een paar jaar geleden nu dat ik naar Nederland terugkeerde…
Toen ik het manuscript voor mijn boek ‘All Things Will Pass’ bijna had beëindigd kwam er ook een einde aan mijn fulltime leven in Australië. Ik sloot er mijn Educatie- en Boeddhistisch centrum en bibliotheek en besloot richting geboorteland te gaan.
Voor tientallen jaren woonde ik op het Australische continent, met tussenpozen in de VS in boeddhistische centra of in woudkloosters in Azië, en toen het handmatige deel van mijn beroep ten einde kwam, nam ik de beslissing om voor enige tijd terug te verhuizen naar Leiden, de plek waar ik geboren ben, dit keer om tijd aan familie te besteden, de Sutras en Pali verder te bestuderen, en om van dienst te zijn.
Al vroeg tijdens mijn vele reizen was het soms overweldigend om te beseffen dat de zoektocht naar binnen, het vinden van de essentie van dit leven, ook de zoektocht rond de planeet was. Het verkennen van de vele verschillende culturen en het beseffen van hun invloed op ons denken en ontdekkingen. De rijkdom van de oosterse filosofieën maakt deel uit van mijn genetische achtergrond, toen ik opgroeide in Nederland was er altijd het aangeboren verlangen naar mijn oosterse erfgoed! De Oosterse medicijnen en het Hindoe- en boeddhistische gedachtengoed…zo werd het boeddhistische pad de weg welke ik volgde deze laatste 50 jaren.
In het leven zo lijkt het, krijgen we veel kansen om de reden van ons bestaan op deze plaats, en in deze tijd waarin we leven te onderzoeken, soms lijkt het erop dat we de mogelijkheid krijgen om de stappen die we maken en beslissingen die we namen te herontdekken, als een terug vinden van de stappen die we zetten en de daden die we verrichten, en uit te vinden waar en wat dit ons bracht, en waar dit leven uiteindelijk om draait!
Tijdens de vijf jaren dat ik in de Australische Tanami-woestijn woonde met de Aboriginal Warlpiri-stam, werd ik me er zeer van bewust hoe belangrijk het land en de precieze plek is waar we geboren zijn. Onze plaats van primaire resonantie, onze essentie, die in de Warlpiri-cultuur ‘Jurkurrpa-de Wet’ of ook wel ‘de Droom’ of de ‘Dreamtime’ wordt genoemd. Deze wet verwijst naar onze plaats in de kosmologie en ons bestaan in deze materiële wereld, en het geeft aan hoe we moeten omgaan met de wereld om ons heen, met elkaar, met onze familie, met dieren, met de voorouderlijke wezens… en hoe we binnen elk van deze relaties op de juiste manier met elkaar moeten leren leven.
Zoals binnen de boeddhistische leringen van het Achtvoudige Pad, in het Taoïsme als onderdeel van de Weg ‘de Tao’… of in het Hindoeïsme als een terugkeer naar het kosmisch bewustzijn ‘Brahma’… de Universele Essentie die beweert het hele bestaan te doordringen. In de Aboriginal- en oudste levende cultuur ter wereld is dit de plek waar we naar terugkeren als we ouder worden, als we ziek zijn, of nadat we zijn overleden terwijl we niet in onze geboorteplaats waren. Het is daar waar onze stoffelijke resten zullen terug keren en tot rust zullen worden gebracht. Terugkerend naar onze geboorteplaats, of preciezer gezegd binnen de Aboriginal-cultuur, naar de oorsprong van ons geesteslied, of het reispad van onze geest. De resonantie van de geest waarop we in deze incarnatie binnen kwamen.
Er wordt aangenomen dat de geest van het ongeboren kind vanaf de vijfde maand van de zwangerschap bij de moeder is, maar volledig neerdaalt op het moment van de geboorte, en dat waar de moeder zich op dat moment ook bevindt, dit de energetische droom en bewustwording plek zal zijn. Het kind, later volwassen, zal de bewaarder zijn van dat deel van het land waar zijn wezen en geest op resoneren, en zal voor dit land zorgen totdat hij of zij sterft. Na de dood wordt het stoffelijk lichaam teruggebracht naar deze droomplek en te rusten gelegd.
Deze wet binnen het Australische Aboriginal leven wordt al meer dan 50.000 jaar nageleefd en naar we hopen nog duizenden jaren zo mogen blijven. Hun mythologie is hoogstwaarschijnlijk de oudste nog bestaande religie ter wereld, ook al zou het nooit een religie worden genoemd of als zodanig worden erkend.
Hun idee van de ‘Droomtijd’ zou kunnen worden vergeleken met, of vertaald als ‘Sūnyatā’, de Leegte, of de Sphere van Onbeperkte Ruimte in het boeddhisme, of als C.G. Jungs ‘collectieve onbewuste.’ Het is inherent aan hun traditie, lang voordat het zogenaamde beschaafde en materialistische leven begon, en dat zal zo blijven nadat het materiële leven ophoudt te bestaan. Het ‘Dromen’ als de oorsprong van het Bewustzijn laat zien hoe lang (vóór veel religies en de wetenschap) in oude culturen het idee bestond dat het leven deel uitmaakt van een continuüm dat alle verschijnselen met elkaar verbind.
Op de vele continenten en gedurende verschillende perioden gedurende duizenden jaren werd de kennis van geest, geest en zijn materiële manifestatie geïnterpreteerd in overeenstemming met het landschap en de omgeving waarin men leefde. Terwijl er in veel culturen elementaire aspecten van bewustzijn bestaan, zoals b.v. een creatieve intelligente energie of kracht die het bestaan heeft doen ontstaan en in stand houdt… waarin wij als bewuste wezens onszelf, en het pad wat we volgen elk moment van ons bestaan kunnen leren herkennen.
Ieder van ons krijgt de tijd en gelegenheid om ‘onze sporen langs dit pad terug te vinden’…ons er volledig bewust van te worden, en ze uiteindelijk aan het einde van dit leven uit te wissen. Een van de heilige gebruiken in het leven van de Aboriginals is om de geest toe te staan terug te keren naar ‘de Droomtijd’ door de naam van een overledene niet langer te noemen, of om afbeeldingen van hem of haar te bewaren. Wat was, is er niet meer!
Het lichaam is weg en de geest krijgt de gelegenheid om naar de oorsprong terug te keren. Nadat een persoon is overgegaan, worden de sporen fysiek verwijderd om de geest in staat te stellen energetisch terug te keren naar zijn bron, wat familieleden vele weken kan kosten om te doen, en zoals ik heb waargenomen, hebben degenen die achterblijven de tijd om te scheiden en ‘los te laten’. Zo’n ongelooflijk diep en verbindend proces waarbij het vergankelijke aspect van het leven wordt erkend en verweven in het dagelijks bestaan.
Elke cultuur die door de eeuwen heen in verschillende delen van onze wereld ontstond, vestigde zijn eigen specifieke religieuze en kern overtuigingssysteem, en voorzag in een schat aan kennis in de vorm van leringen en praktijken. Het boeddhisme is daarin geen uitzondering; voor een groot deel gebaseerd op het ontwaken van de Boeddha, maar o.a. sterk beïnvloed door de Jain en Hindoe- filosofie, heeft echter als belangrijkste verschil met andere wereldreligies de verkenning van het bewustzijn, onderzoek naar de geest als de kern van zijn beoefening, en een zover als mogelijk contemplatieve manier van leven en terugkeren naar de oorspronkelijke bron ‘Leegte.’
Het boeddhisme maakt, in tegenstelling tot andere religies, gebruik van het vermogen van de geest om zichzelf te observeren; met de nadruk op het feit dat we niet alleen bewustzijn bezitten, maar ook het vermogen bezitten om een volledig bewustwording (Mindfulness-Sati) van het bewuste zijn ofwel Consciousness te verkrijgen… ‘To know the knowing’. De leer van de Boeddha beschrijft, en geeft instructies over de structuur, vorm, en de inhoud van ons denken en de gedachtevorming…en benadrukt tegelijkertijd de feitelijke niet-vorm en vergankelijkheid van het individuele leven.
De ‘bindende bron’; de oorspronkelijke link tussen een universum en zijn verschijnselen is er een van onderlinge verbondenheid, afhankelijke oorsprong, die niet noodzakelijkerwijs wordt geregeerd door een afzonderlijke, vaderlijke of verwijderde entiteit. De ‘bindende bron’ is er één waarmee we één zijn, en die blijft bestaan door louter de aanwezigheid van onze geest. Het boeddhisme als dagelijkse praktijk bevat binnen zijn filosofie een pad waarop we ons kunnen voortbewegen, en waar we de ideeën van de leringen ervan en de individuele geschriften kunnen onderzoeken.
Tijdens de wandeling langs dit pad kunnen we de aanwezigheid en toestand van ons verlichtte hart, en uiteindelijk ons belichaamde en verlichtte geest leren herkennen, waardoor ons menselijk potentieel en onbeperkte bewustzijn volledig wordt blootgelegd…en waar we uiteindelijk de sluier van de verbonden geest op kunnen lichten.
Een still zitten en het leeg maken creëert ruimte voor de oorsprong van onze geest, en de bron van alles wat is.