Mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in de mettasutra.
Aftrap
Boeddhisme is ontstaan binnen een Aziatische cultuur, en erft in zijn communicatie ook elementen daaruit. En die ondersteunen soms vooroordelen over de seksen, inclusief de nodige discriminatie van de vrouwelijke sekse. Omdat we op deze Vollemaansavonden vanuit sutras werken wil ik deze keer ingaan op het beeld in de teksten van de ideale (verlichte) boeddhist, en dat stijgt juist boven al die vooroordelen uit. Sterker nog, deze persoon overstijgt alle mentale conditioneringen die mogelijk uit zijn/haar sekse voortvloeien. We kijken naar die conditioneringen en naar de kwaliteiten die de ideale boeddhist(e) ontwikkelt.
Sutra
Het stukje van de (korte) mettasutra dat ik hieronder naar verwijs is één van de sutras die de Brahmaviharas uitleggen, oftewel de vier ‘hemelse staten’ die een serieus boeddhist probeert te ontwikkelen. Dat zijn metta (liefdevolle vriendelijkheid), compassie/mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid. De kwaliteit die het meest met sekse-conditionering te maken heeft is mededogen.
https://www.accesstoinsight.org/tipitaka/sn/sn46/sn46.054x.wlsh.html
“And how, monks, does a monk cultivate release by compassion? What is its goal, its excellence, its fruit and its outcome?
“In this, monks, a monk cultivates the enlightenment-factors of mindfulness… equanimity accompanied by compassion… [as above]… he dwells thus, equanimous, mindful, clearly aware or, by passing utterly beyond all perception of objects, by the going-down of perceptions of sensory reactions, by disregarding perceptions of diversity, thinking ‘space is infinite,’ he attains and dwells in the sphere of infinite space. I declare that the heart’s release by compassion has the sphere of infinite space for its excellence. This is the attainment of a wise monk who penetrates to no higher release.
De tekst over compassie verschilt niet veel van die over de andere drie staten; en toont dat er ook andere kwaliteiten nodig zijn ter onderbouwing, zoals mindfulness. En wijsheid: bijvoorbeeld “disregarding perceptions of diversity” is het doorprikken van wat onze zintuigen en denkvermogens ons proberen wijs te maken over de verschillen tussen levende wezens. En in plaats daarvan zien dat we allemaal onderling verbonden zijn, en dezelfde hemelse staten kunnen bereiken.
(En als je vanuit een andere optiek over de balans wijsheid-compassie wilt lezen, refererend aan o.a. de Vitthatadhanasutra: zie https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/162094-wijsheid-en-mededogen-de-twee-vleugels-van-verlichting/ )
Stereotypen
Zoals gezegd, het boeddhisme dat overgedragen wordt uit Azië is belast door culturele vooroordelen over de seksen; denk maar aan de regels voor pijdragers, waar nonnen als ondergeschikt aan monniken behandeld worden. En helaas hebben boeddhisten uit het Westen zoals jij en ik hun eigen set vooroordelen vanuit onze cultuur en opvoeding. Om er eens een paar te noemen; ze hebben denk allen statistisch gesproken wel een stukje waarheid, los van de vraag welk deel dan weer door het DNA komt en welk deel door de opvoeding en omgeving. Maar stuk voor stuk worden ze door jou én mij veel te makkelijk op andere mannen en vrouwen geplakt zonder de persoon goed te kennen.
- “M is fysiek sterk en daardoor ook mentaal energiek; V is afwachtend, zorgzaam/empathisch en geduldig.”
- “Logisch: M heeft in zijn lichaam veel testosteron, V in het hare veel oestrogeen.”
- “M heeft betere hersens (behalve voor kaartlezen in de auto dan, en is i.h.a. ook meer rationeel. V opereert meer vanuit het hart en is ook meer emotioneel.”
- “M is zoals de boomstam, hij heeft als doel om tig meter hoog te worden en bereikt dat stap voor stap. V is zoals de klimop, op zoek naar de boomstam die steun aan haar leven geeft want zelfstandig zou ze nooit een koers kunnen volgen om hogerop te komen.”
- “Die doelgerichtheid is gerelateerd aan de focus die in de genen van M zit. V kan juist veel beter multitasken en de aandacht spreiden, met wispelturigheid als potentieel gevolg.”
- En daar vloeit in sommige boeddhistische teksten (maar nooit de sutras die Boeddha zelf citeren) uit voort dat “een V pas verlichting zou kunnen bereiken na eerst als M wedergeboren te zijn!”
Zoals gezegd allemaal vooroordelen. En bepaald niet zoals boeddhisme je adviseert kwaliteiten te ontwikkelen.
Kwaliteiten en menstypen in de sutras
Hoewel het niet vaak in directe zin zo geformuleerd wordt, zie je bij Boeddha’s leer en de gebruikte symboliek wel degelijk een stukje ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ geplakt op kwaliteiten. Maar dat gaat opvallend genoeg lijnrecht in tegen de culturele vooroordelen! Kijk maar:
- Wijsheid wordt vooral als vrouwelijke kracht gezien. Symboliek is o.a. Prajnaparamita, de mahayana-bodhisattva van ultieme wijsheid; zij staat een stapje hoger dan Manjushri/Manjugosha (mannelijk) die zich meer op toegepaste, actieve wijsheid richt.
- Wijsheid zetelt ook in je hart, er is weinig verband met het brein en sowieso met kwaliteiten qua hersens. Een voorbode van wijsheid is vaak geduld, ook zo’n kracht die vanuit contact-met-je-hart ontstaat.
- Compassie, kernkwaliteit in de Brahmaviharas dus ook de mettasutra, is juist uiteindelijk een mannelijke kracht. De ideale boeddhist handelt sowieso primair vanuit zijn/haar hart niet vanuit het hoofd, maar heeft ook de energie en inspiratie om mededogen om te zetten in expliciet helpen van andere levende wezens. Daarbij de vaste valkuilen van mededogen, namelijk sentimenteel medelijden en koud cynisme, vermijdend vanuit zijn/haar mindful waarnemen wat er aan de hand is.
- Avalokiteshvara met zijn duizend armen is het basis-symbool. Ook hier zijn er echter symbolen van het andere geslacht: Tara (dochter) en Quan-Yin (Chinese afgeleide).
Wijsheid, compassie, geduld en energie zijn uiteindelijk kwaliteiten die een ieder, ongeacht diens fysieke geslacht, dient te ontwikkelen. En qua gedrag zou je dus kunnen zeggen dat de ideale mens androgyn is, net zoals in éénoudergezinnen de enige ouder zowel de vader- als de moederrol moet vervullen. Zoals ook, gemiddeld gesproken, alleenopvoedende vaders wat meer zorgzaam en geduldig worden dan de gemiddelde man; en alleenopvoedende moeders (zoals mijn eigen) meer rationeel en energiek dan voorheen. En daarmee wordt seksegebonden conditionering eigenlijk irrelevant voor je boeddhistische pad; je zult er stukjes van herkennen in hoe je zelf opgegroeid en opgevoed bent en vaak ook hoe je omgeving over je praat. Maar het is conditionering, het is beperkend, en op het boeddhistische pad laat je al die kwaliteiten-in-onbalans langzaam achter je door meer een persoon-met-balans te worden. Dus ja, een beoefenaar(ster) van de Brahmaviharas en van wijsheid…
Adviezen voor het boeddhistische pad inclusief levensstijl en identiteit
- Zoals gezegd, seksegebonden conditionering is nauwelijks relevant voor je boeddhistische pad. Het is iets om uiteindelijk achter je te laten; door zowel wijsheid als compassie te blijven ontwikkelen wordt je een meer androgyn wezen. Dus mocht je iets van de stereotypen in jezelf herkennen, daar is op zichzelf niets mis mee. Maar probeer langzaamaan die kwaliteit in balans te brengen met de andere gewenste kwaliteiten.
- Trap niet in de valkuil om anderen als lid van een groep te beoordelen en aan te spreken (dus ook niet op zijn/haar fysieke geslacht), en evenmin om via groepsvorming de mensheid te willen verbeteren. Al dat soort groepsprocessen, in pakweg politiek maar ook feminisme of de mannenbeweging-groepen, zijn veel minder effectief dan gewoon ieder voor zich de dharma volgen en toepassen.
- Seksualiteit, dat natuurlijk geen onbelangrijke dimensie is van het geboren worden in een bepaald lichaam, is eveneens iets om niet al te veel energie in te steken.
In alle boeddhistische culturen wordt seksualiteit gezien als een ‘randverschijnsel’ voor je spirituele leven. Trouwen, kinderen nemen, samenwonen – als stel of groepsgewijs – of alleen wonen zijn zeker geen onbelangrijke keuzes in je leven maar staan grotendeels los van wat je als boeddhist wilt ontwikkelen.
Er is dus ook niet zoiets als ‘een door God gesmede band die de mens niet mag verbreken’; relaties kunnen worden begonnen onder de juiste omstandigheden, en als de omstandigheden echt onherstelbaar veranderd zijn en alle belangen (zoals kinderen) in de afweging meegenomen zijn kunnen ze ook weer beëindigd worden. Ook hebben boeddhisten vanuit de Leer niets tegen homo- en biseksualiteit. In culturen waar dat normaal is worden ook polygamie, polyandrie en andere vormen van poly-amorie onder boeddhisten geaccepteerd – het zijn allemaal contracten tussen mensen die je aangaat en waar je jezelf vervolgens aan wilt houden.
Boeddha’s advies voor deze terreinen is, net als voor de M/V conditionering: serieuze volgelingen proberen die andere dimensies (zoals relaties) in balans te brengen met zijn/haar wens het Pad te volgen, en niet andersom! - Een vrij recente maatschappelijke ontwikkeling is het zoeken naar je identiteit aan de hand van je geslacht, met niet alleen transseksuelen (die altijd al bestonden in Aziatische culturen met boeddhisme) maar ook met “genderfluïde” zoektochten. Daar is wederom niets mis mee vanuit boeddhisme gezien, maar de valkuil (sterker nog dan bij relaties) is dat mensen hier veel te veel energie in steken. Terwijl juist ook deze fysieke conditionering uiteindelijk overstegen dient te worden.
- Dus voor velen die langdurig piekeren over transseksualiteit en geslachtsverandering zou het advies zijn om biseksueel te experimenteren, en je energie te steken in spirituele transformatie richting het androgyne. Inclusief opbouwen van spirituele vriendschappen met gelijkgezinden (ongeacht hun fysieke geslacht). De kans dat daarmee allerlei zoektochten en onrust achter je gelaten kunnen worden is een stuk groter dan wanneer je het vooral in hormonen en grotendeels cosmetische/plastische operaties zoekt.
- Dit ‘identiteitsissue’ lijkt erg op andere modes de laatste 30-40 jaar: ontiegelijk veel tijd steken in bijvoorbeeld het beste dieet, de perfecte levenspartner (terwijl ieder van ons zelf niet perfect is), een zaligmakende carriérestap, een mooiere vakantiefoto dan anderen, of generaties stamboom inclusief nog levende voorouders met verbroken contact afzoeken voor de ‘wie ben ik’ vraag. Allemaal om jezelf af te leiden van dukkha (erkennen dat leven in de kern onbevredigend is).
Terwijl Boeddha ons juist aanspoort om de energie te steken in het doorzien van dukkha en het ontwikkelen van kwaliteiten die onszelf en de situatie rondom ons écht transformeren, en dus ook meer en meer geluk/positiviteit brengen. En daarvoor moet je de oorzaak van de onbevredigdheid niet buiten je geest zoeken (in dieet, partner, DNA, huis, beroep, reisgedrag, gender/seksualiteit) maar binnen je eigen geest en dáár de, soms pijnlijke, transformatie aangaan. - Tot slot: het advies richting androgyniteit doet geen afbreuk aan het advies in veel sangha’s om deels aparte mannen-gerichte of vrouwen-gerichte activiteiten te doen. Juist door onze ‘gehechtheid’ aan ofwel de gedulds-kant (V) ofwel de actieve-analytische kant (M) kunnen we die beter leren overstijgen in groepen met dezelfde issue, inplaats van in gemengde groepen waar je projecties ‘dat de andere helft van de aanwezigen dat beter kan’ lekker kunt handhaven. Of de groepen dan puur op geslacht M/V moeten blijven of meer fijnmazig naargelang je psychische gehechtheid zien we dan gaandeweg wel weer.
Afronding
Deze sectie van de mettasutra richt zich op compassie, en tussen de regels door ook op wijsheid. De twee kernkwaliteiten van een verlichte boeddhist(e). We zijn na de tekst wat gaan filosoferen over de toekenning van die kwaliteiten aan man- en vrouwspersonen, en de conclusie is dat zo’n lichaam en bijbehorende conditioneringen gewoon condities zijn: zaken die je gaandeweg wilt overstijgen, en je meer androgyn wilt worden. En vandaaruit maakten we de sprong naar dimensies in het leven die soms uitermate belangrijk lijken, zoals je relatie/familie-status en seksuele/gender identiteit, maar écht minder belangrijk zijn dan het spirituele pad. En de gevolgen voor tijdsbesteding danwel -verspilling aan die andere dimensies. Dus ondanks dat het hele leven deel is van het Pad naar verlichting helpt dit filosoferen ons hopelijk in het ontwikkelen van wijsheid en compassie…