Paranirvana-dag, Dipankara, Maitreya en zo nog wat inspirerende figuren
Deze week vieren de Mahayana-sanghas Paranirvana-dag, oftewel de dood van Gautama Buddha in zijn toenmalige lichaam; Theravada-sanghas doen dit meestal gezamenlijk met Vesak (geboorte en verlichting) in mei. Dat geeft een mooie gelegenheid om tijd te besteden aan onze inspiratie als volgeling-van-de-dharma, en diens grafische weergave in een toevluchtsboom. Belangrijke levensvragen kunnen zo de revue passeren, zoals ‘wie was of is jouw inspiratiebron?’ en ‘wat hoop je te bereiken qua spirituele kwaliteiten, en wat hoop je door te geven aan je medemensen?’.
Definities
Boeddha is beslist één van de inspiratiebronnen voor alle volgelingen hier. Dus zijn advies aan de wenende volgelingen, ‘Alle dingen die de mens bewegen zijn aan vergankelijkheid onderhevig; streeft niet aflatend’, moeten we zien als een cruciaal onderdeel van diens leer. Zijn leer is tot ons gekomen via een ‘overdrachtslijn’, door studenten van studenten van …(etc. etc.) die uiteindelijk teruggaan tot Boeddha of tot een andere verlichte leraar. Eén van de artistieke weergaven van die lijn heet een Toevluchtsboom, wat een Mahayana-concept is. Bijgaand eentje zoals we die in mijn beweging gebruiken, met Boeddha als startpunt en met onze oprichter plus Ambedkar en Anagarika Dharmapala als jongste generatie leraren.
** Fig. 1: Toevluchtsboom **
Doch waar Boeddha en een deel van de historische leraren in ieder geval gebaseerd zijn op een historisch persoon, zijn een ander deel van de figuren dat niet. Het zijn ‘mythische’ Boeddhas en Bodhisattvas; het concept zie je vooral in het Mahayana, maar pakweg Dipankara en Maitreya staan wel degelijk benoemd in Paliteksten zoals de Buddhavamsa (Khuddaka Nikaya). Daar wordt beschreven dat Dipankara de vorige herontdekker-van-de-Dharma was, en duizenden aeonen voor Gautama leefde. Toen uiteindelijk de kennis van Dharma verdween was het tijd voor Gautama om deze opnieuw te ontdekken en verlichting te bereiken. Net zo zal ooit Maitreya opstaan en in ieder geval stukjes kennis-van-wereldvrede brengen; dat zal gebeuren ‘500 jaar nadat de huidige Boeddhadharma vergeten zal zijn’.
** Fig. 2: Dipankara **
Dipankara en Maitreya zijn twee specifieke figuren in de Toevluchtsboom, maar in feite zijn het mythische bodhisattvas zoals pakweg Tara, Manjushri en Avalokiteshvara dat ook zijn. En zo’n bodhisattva moet je niet zien als een wetenschappelijk bewezen persoonlijkheid ergens op een bergtop, maar als de verpersoonlijking van een kwaliteit die wij in potentie hebben en verder kunnen ontwikkelen. Dus, om een parallel met een andere religie te pakken, ‘Daar waar een aantal mensen samenkomt in Tara’s naam daar zal Tara aanwezig zijn’. Zo is ook in de Buddhavamsa beschreven hoe Dipankara wijsheid verspreidde, en als student o.a. ene Sumedha had; die was zeer onder de indruk, en beloofde ter plekke om zelf ook naar verlichting te streven. Wat hij (okay dan – diens “wedergeboorte release 101.0”) vele aeonen later inderdaad waarmaakte, onder de naam Gautama Boeddha. Maitreya staat bekend als icoon van én Liefdevolle Vriendelijkheid én Wijsheid; hij wordt geregeld gekaapt door new-age messiasbewegingen en soms zelfs boeddhistische charlatans, maar bij nader bestuderen zul je zien dat het niets te maken heeft met de echte betekenis in het boeddhisme. (Zo bezocht ik in Azië het hoofdkwartier van zo’n charlatan-sangha met overigens een naargeestig-sektarisch sfeertje. En ik wilde de Metta Bhavana gezamenlijk doen, maar de studenten riposteerden ‘niet nodig, wij leven hier met Maitreya onder één dak dus de lucht is hier vervuld van Metta.’)
Wat weten we over het gebeuren bij sterven?
Terug naar specifiek het moment van stoppen van je levensfunctie, oftewel (fysiek) sterven. In de soetra’s vind je hier een aantal vragen en antwoorden over.
- Eerst de gewone niet-verlichte sterveling, zoals jij en ik. Ingedachtig de leer van Afhankelijk ontstaan ‘gaat er wat karma-vipaka door’, net zoals een bijna uitgebrande kaars een nieuwe kaars aansteekt. En zoals elke idealistische beweging in het hier en nu met vele jaren historie ‘de leer van de oprichters doorgeeft’, natuurlijk wel aangepast aan de moderne tijd. Het is geen voor ons stervelingen herkenbare wedergeboorte (i.t.t. wat vele Tibetaans-boeddhistische studenten stellen), maar er wórdt iets opnieuw geboren.
- Dan een verlichte, oftewel een Boeddha. Volgelingen vroegen hem geregeld wat er met hen en hun eventuele karma-vipaka gebeurt bij sterven. Hij schoof de vraag terzijde als niet relevant (Avyākṛta), en zei zoiets als ‘Dit gaat jullie begrip te boven. Of de Verlichte op dit moment echt bestaat of niet is al niet te begrijpen voor jullie, laat staan de vragen over een toekomstige status. Word eerst maar eens verlicht, dan zul je het pas kunnen snappen’.
- Tot slot de Bodhisattva, zoals Dipankara of Tara. Zie boven: dit is een kwaliteit, geen fysieke persoon. Maar het kan wel degelijk zijn dat één van onze historische of huidige lerare(sse)n bevangen wordt door de Bodhicitta, en op voor een zekere periode de betreffende spirituele kwaliteit op aarde belichaamt. Gaat die persoon dood, dan zou je kunnen zeggen dat ‘de energie weer teruggaat naar het collectieve’. Vandaar ook dat een aantal Mahayana-studenten stellen dat in de 500 jaar tussen het verdwijnen van de Dharma (van Dipankara of van Boeddha) ‘Avalokiteshvara de honneurs waarneemt en de Dharma behoudt’, al moet je dat zeker niet als een fysiek personage zien.
Wat kunnen we aan inspiratie halen uit Paranirvana en de Toevluchtsboom?
Een paar mogelijke brokken inspiratie voor ons:
- Tibetaanse leraren zeggen soms ‘leef elke dag alsof het je laatste zal zijn’, en daarin zit een kern van waarheid. Je probeert gewoon een goed mens te zijn, en anderen te behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. En als je een fout gemaakt hebt dan probeer je die zo snel mogelijk toe te geven en recht te zetten; dus geen ‘ik betaal dat later wel weer eens terug.’ De visualisatie dat je de toespraken die op je eigen begrafenis gehouden zullen worden indenkt is zo slecht nog niet; hoe zit op dit moment de balans tussen prijzenswaardige en discutabele kwaliteiten in je leven, en als je intentie is die balans beter te maken wat ga je daar op korte termijn mee doen?
- Je kunt dit, in reflectieve momenten zoals rond Paranibbana-dag, ook wat meer van afstand bekijken. Die mooie inspiratie tot prijzenswaardig gedrag heb je niet alleen van jezelf maar ook van medemensen en -boeddhisten. Ik noem dat maar de “draaideur”: je ontvangt bijvoorbeeld je opvoeding van ouders en leraren, en geeft dat weer aan een volgende generatie door. In de UK heb ik wel babyspullen-winkels gezien met de poëtische naam ‘Pass it on’, en dat is een mooie leuze.
Je hebt Dharma opgepikt van vrienden en lerare(sse)n, en geeft uit dankbaarheid dat weer door aan anderen – dan wordt het dus een Dharma-draaideur. Hoe precies dat zoek je maar individueel uit; het is ‘een ereschuld terugbetalen en anderen te helpen’ maar dat kan evengoed zijn door bijvoorbeeld meedraaien in het tempel-onderhoudsteam als door zelf in enige vorm les te geven. En het kan nu gedaan worden, het is niet nodig te wachten totdat je ‘het juiste niveau bereikt hebt om wat te kunnen doorgeven’. - Een symbool hier kan de toevluchtsboom zijn: welke leraren/essen, historisch of mythisch, voel je een band mee? Welke kwaliteiten probeer je van ze op te pakken?
- Specifiek voor overledenen in onze eigen kring geldt: op Paranirvana-dag kunnen we die herdenken, bijvoorbeeld met een foto op de schrijn en een paar kernwoorden. Maar de nadruk ligt niet primair op je eigen rouw, maar op wat die persoon gewild zou hebben dat je van hem-haar opgepikt hebt en, in draaideur-model, nu weer aan anderen doorgeeft. Door te zijn en doen, niet zozeer door gepraat…
Inspiratie versus groepsdwang
Maar dat concept van dankbaarheid, van een ereschuld die jou tot daden aanzet, heeft zoals zoveel in het leven een valkuil. Namelijk influisteren-door-anderen, of met andere woorden groepsdwang.
Zuivere motivatie/inspiratie om ‘te handelen uit dankbaarheid en je schuld aan anderen in te lossen’ zie je bij de pas verlichte Gautama zelf. Initieel reflecteerde hij dat de zojuist herontdekte Dharma te subtiel was om aan medemensen uit te leggen, maar een innerlijke stem – in de soetras verwoord als Brahma Sahampati – smeekt hem les te gaan geven ‘voor diegenen die slechts weinig stof in de ogen hebben’. Dus het gaat om een innerlijke stem, om je te realiseren wat je leven geweest zou zijn zonder de Dharma en om dankbaarheid voor die Dharma weer anderen te willen helpen.
Onzuivere motivatie is dat je handelt omdat mede-sanghaleden, of daarbuiten bijvoorbeeld familie of collega’s, je influisteren ‘dat je wel min of meer verplicht bent dit of dat te doen’, ‘anders lig je er bij ons uit’. Dan wordt het morele dwang vanuit anderen, soms zelfs richting chantage – en dat is gewoon niet behulpzaam. Zie mijn schaap-versus-slimmerik praatjes uit vorige jaren. Degene die als ‘ontvanger’ van jouw altruïstisch-ogende acties fungeert zou dat ook kunnen merken; je hebt dan niet de bezieling-van-de-Dharma, maar een lichtelijk hypocriet volgen-van-de-andere-schapen gedrag dat je uitstraalt.
Het is zoals zo vaak een ragfijne grens. Voor mezelf weet ik bijvoorbeeld na 30 jaar nog altijd niet 100% zeker dat ik vegetariër ben puur uit eigen motivatie en compassie voor dieren, of dat het mede is door de normen (of is het zuivere inspiratie?) van mijn leraren en sangha-vrienden. Laat staan dat mijn geplande volgende stap, om bij bereiken van de AOW-leeftijd uit vliegschaamte binnen Europa alleen nog per trein/ferry te gaan reizen, een 100% eenduidige motivatie heeft. Maar ook hier, heb Metta niet alleen met anderen doch ook met jezelf en je beperkingen…
Draaideur: I’ve been this way before
Bij zo’n reflectieve periode hoort voor mij ook reflectieve muziek. Nu iets van crooner Neil Diamond, uit de relatief korte periode dat hij spiritueel geïnspireerde teksten neerzette. Deze gaat niet zozeer over wedergeboorte/reïncarnatie, maar over leren van je goede en mindere stappen in je eigen leven.
Some people got to laugh
Some people got to cry
And some people got to make it through
By never wondering why
Dit is het oogkleppen-bestaan; door allerlei diepere vragen te vermijden kun je ‘make it through’ maar het is niet iets om trots op te zijn.
Some people got to sing
Some people got to sigh
Some people never see the light
Until the day they die
En door wél de emoties en vragen te ervaren, en soms te zingen en soms te zuchten, heb je in ieder geval diepgang bereikt. Met hopelijk iets van ‘licht’ nog ver voor je sterfbed…
Streeft niet aflatend
Het gaat uiteindelijk allemaal om Boeddha’s advies van blijven-streven, blijven-knokken. Want je hoopt iets meer van zijn spirituele kwaliteiten te verinnerlijken/bereiken, naar ik aanneem. En dat gaat in samenhang met doorgeven aan je medemensen; Metta kan je inspireren om constant in de hulpvaardige-modus te opereren, het moment om daarmee te beginnen is écht al nu…
Geef een reactie