• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Hans van Dam » Dolende zielen: een dementie à deux

Dolende zielen: een dementie à deux

28 januari 2017 door Hans van Dam

‘Wil je geloven dat ik geen idee heb hoe ik hier gekomen ben?’ Eerste deel van een drieluik over dementie en spiritueel niet-weten. Tweede deel. Derde deel.

Dolende zielen: een dementie à deux

Vlak voor haar dood zei mijn eenentachtigjarige moeder tegen me: ‘Wil je geloven dat ik geen idee heb hoe ik hier gekomen ben?’ En mijn even oude vader: ‘Ik ben helemaal kapotgeschoten. Begrijp je wat ik bedoel? Ik sta de hele dag versteld.’ Ik zei: ‘Ik begrijp precies wat je bedoelt.’

Afgelopen donderdag is mijn vader gecremeerd. Graag wil ik je iets vertellen over zijn laatste jaren, waarin hij alles kwijtraakte. Zijn verstand. Zijn vrouw. Zijn geheugen. Zijn vrienden. Zijn familie. Zijn kennissen. Zijn zelfbeschikkingsrecht. Zijn huis. Zijn spulletjes. Zijn zelfredzaamheid. Zijn gezondheid. Zijn eetlust. En ten slotte zijn leven.

Zijn vrouw raakte hij niet eenmaal kwijt maar vele malen. Eerst aan hun dementie à deux, toen ze van de ene op de andere dag ophielden echtgenoten te zijn. Mijn moeder werd zijn ‘nieuwe vriendin’, die hij ‘ongeveer drie weken geleden had ontmoet. Ja, waar eigenlijk, Miep, weet jij het nog?’ – en die nu bij hem ‘ingetrokken was’.

Waar mijn moeder daarvoor had gewoond wist ze niet meer: ‘Gek hè?’ Ik: ‘Schalkwijk?’ Miep: ‘Daar heb ik weleens van gehoord, ja.’ Ton: ‘Hoe weet jij dat nou? Dat wist ik nog niet eens.’

Het klikte wonderwel tussen de tortelduifjes, ‘alsof we elkaar al jaren kennen.’ Voor het eerst sinds lange tijd zaten ze weer naast elkaar op de bank, dicht tegen elkaar aan. Hij iets dichter bij haar dan zij bij hem; daarin waren ze niet veranderd.

Content waren mijn ouders met hun ‘vakantiewoning’, het hoekhuis waar ze in mijn herinnering al sinds 1965 woonden. Hoe ze wisten dat het een vakantiewoning was? Doordat de zolder, de schuur, de garage en een paar kasten afgesloten waren. ‘Daar bewaart de eigenaar natuurlijk zijn eigen spulletjes.’ De wijk waarin hun vakantiewoning stond, beviel best: ‘Lekker weinig Duitsers’.

Ton en Miep deden nog steeds samen boodschappen, maar hun voorraad boterhamzakjes, groene thee, aspirientjes en pepermuntjes werd wel erg groot. Regelmatig bleek de supermarkt gesloten, ‘zonder enige reden, schandalig’. Zon- en feestdagen kenden ze niet meer.

Waar ik vroeger nog weleens een bankbiljet toegestopt kreeg, trakteerde mijn vader mij nu op muntjes, handenvol, gloeiend van trots. Papiergeld was papier geworden maar metaal was nog altijd geld voor de man die een halve eeuw munten had verzameld.

Betalen deden mijn ouders met hun hele portemonnee. Zo’n koffiepad, waar moest die nou ook alweer in? Waarom is onze koffie nooit meer warm?

Telefoneren was ook niet meer wat het geweest was, vonden ze, je moest maar afwachten wie je aan de lijn kreeg tegenwoordig. Aan welke kant van de hoorn moest je eigenlijk spreken? Op een dag was de telefoondraad doorgeknipt. Ik vroeg wat er gebeurd was. ‘O, is dat een telefoondraad?’ Even later: ‘Wie zou dat nou gedaan hebben?’ Opgewekt: ‘Maar de telefoon doet het nog gewoon, hoor.’

De huisarts was verhuisd, meenden ze, vandaar dat ze hem niet meer konden vinden. Het tuindorp waar de huisarts altijd praktijk hield, was de laatste jaren sowieso onherkenbaar veranderd, maar niet getreurd, ze hadden lekker gewandeld en alles ging naar wens. Of ze nog genoeg medicijnen hadden, vroeg ik.

‘Waarvoor?’
‘Hoge bloeddruk?’
‘Wie?’
‘Hoge oogboldruk, diabetes, botontkalking?’
‘Wat?’
‘Bloedverdunners pa, voor je TIA’s.’
‘Nee hoor, daar hebben wij allemaal geen last van.’
‘Meen je dat nou?’
‘Stel je voor.’

Zelfs hun gebreken raakten ze kwijt.

Nadat de zomertijd was ingegaan liepen alle klokken en horloges ongelijk. Vooral de kleine wijzers. Sommige toonden de tijd op de Azoren, andere die van Greenwich, Amsterdam, Israël of Moskou. Op de kalender bevroor de datum, nooit zou er meer een einde komen aan de maand maart.

Mijn moeder begon te dolen en werd op vreemde plaatsen aangetroffen. In de poort achter het huis, op blote voeten, beha over haar trui, cups op haar rug, helemaal in paniek. In het winkelcentrum, waar ze wildvreemden trakteerde op verwarde verhalen en als een soort Ausweis haar portemonnee aanbood.

Toen Miep haar voormalige echtgenoot ook niet meer herkende als haar nieuwe vriend, werd ze bang. Een wildvreemde in huis, wat moet dat hier! Ze schreeuwde tegen hem, sloeg naar hem, sloeg met deuren. Ze werd onvoorspelbaar, onberekenbaar, onhandelbaar. Ze plaste waar ze stond, poepte waar ze liep.

Ten slotte werd ze opgenomen in een psychiatrische inrichting voor crisisopvang. Haldol en oxazepam maakten haar weer dociel. Een maand later werd ze overgeplaatst naar de gesloten afdeling van een verzorgingstehuis. Weer een maand later trok mijn vader bij haar in met zijn eigen BOPZ Artikel 60-indicatie (dwangverpleging) en hielden ze weer zielsveel van elkaar.

Ton was nog geen week op de gesloten afdeling of hij was zijn trouwring kwijt. Niet veel later had hij hem weer om. Een trouwring die ik nooit eerder had gezien. Hij slobberde een beetje. Er stond de naam van een onbekende in gegraveerd. Bij mijn volgende bezoek was ook deze ring verdwenen. Ton zat er niet mee.

Waar hij wel mee zat, waren zijn sleutels. Zijn sleutelbos was zijn hele leven belangrijk voor hem geweest. In Tamarinde had je geen sleutels nodig, de buitendeuren mocht je niet uit en de binnendeuren gingen nooit op slot, maar dat was het punt niet. Je hoort sleutels in je zak te hebben. Ton bleef maar op zijn zakken kloppen op zoek naar zijn sleutelbos, honderden keren per dag. Er was niets aan te doen; zou je hem een nieuwe bos gegeven hebben dan was hij die dezelfde dag weer kwijt geweest.*

* We hadden zijn sleutelbos met een ketting aan zijn broekriem moeten bevestigen, bedacht ik achteraf. Maar dan was hij hem waarschijnlijk met riem en al kwijtgeraakt, of met broek en al.

Zijn portemonnee miste hij verschrikkelijk. Er was niets te betalen, voor bewoners was alles op de afdeling en in de kantine gratis, maar ook dat was het punt niet. Er hoort een portemonnee in je zak. En een kammetje, eveneens onmisbaar. Haren had Ton haast niet meer, maar een mens zonder kam is als een vogel zonder veren.

Kort na zijn opname raakte mijn vader zijn vrouw opnieuw kwijt, ditmaal aan Magere Hein. Peilloos was zijn verdriet, maar niet voor lang. Tot zijn onuitsprekelijke geluk vond hij zijn liefste Miepje terug in een ziekbed, in de huiskamer van zijn eigen afdeling nota bene. Hoe dat mogelijk was, leek hij zich niet af te vragen. Zijn liefde stroomde weer.

Inderdaad leek deze medepatiënte best wat op zijn vrouw. Ze had ook grijs haar. En net als mijn moeder had haar huid de gelige tint. Binnen een week gaf mevrouw de geest en verloor Tonneman opnieuw zijn geliefde. Twee keer sterven kan best. Huilen, huilen, huilen.

Intussen vrat meneer Demens of mevrouw Diabetes of wie of wat er ook aan zijn hersenen knaagde vrolijk verder. Steeds minder wist Ton van welke Miep hij nou eigenlijk zo vol was. Ze kwam en ging, keerde in een andere gedaante terug en verdween. ‘Miep, Miep… ja, dat is mijn zus, daar heb ik… een hele speciale band mee… geloof ik…’ Zo bleef hij haar maar kwijtraken.

De laatste maanden van zijn leven verloor Ton zijn eetlust. De smulpaap van weleer had geen trek meer. Brood werd vervangen door pap. Pap werd appelmoes. Appelmoes werd water. Water werd bloedpoep. Langzaam teerde hij weg, een onvrijwillige hongerstaking.

De laatste maand kon hij niet meer staan. De laatste week kon hij niet meer zitten. De laatste dagen kon hij niets meer zeggen. De laatste uren kon hij zijn ogen niet meer openen. Hij kon zijn ogen niet meer sluiten. Hij kon alleen nog maar ademen. Hij kón niet meer.

Op vrijdagavond 20 april hebben we uren bij hem gewaakt. Op zijn onderbenen en onderarmen bloeiden lijkvlekken op. Zijn neus werd spits en wit. Zijn handen namen de omgevingstemperatuur aan. Zijn vingertoppen werden blauw, roze en weer blauw. Hij hijgde als een pakpaard. Zijn schedel voelde merkwaardig koud en droog aan.

Zijn armen bleven maar werken. Deken erop, deken eraf, het liefst tegelijkertijd. Keer op keer haalde hij onhandig zijn houten klauwen langs zijn gezicht in een vergeefse poging om in z’n droge ogen te wrijven – of was het een hartenkreet in de lichaamstaal van een stervende? Ik dacht van niet. Ik wist het niet.

Afscheid nemen ging niet meer. Paarsgewijs dropen we af. In afwezigheid van zijn naasten blies Ton in het holst van de nacht zijn laatste adem uit.

Dit drieluik is samengesteld uit brieven aan vrienden en familieleden rond de tijd van het overlijden in de lente van 2012.  Tweede deel. Derde deel.

Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.

Categorie: Hans van Dam Tags: dementie, dood, niet-weten, spiritualiteit, vergankelijkheid, zondagskindjes

Lees ook:

  1. Weet jij waar ik woon?
  2. De betovering van de eensluidendheid
  3. De Bergsoetra – 33 trappen naar de top
  4. Meester Tja 8 – Waarom de wijze er geen strategie op nahoudt

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. sjoerd zegt

    1 november 2015 om 20:54

    Beste Hans,
    Een indrukwekkend requiem. Het herinnert mij het afscheid van mijn moeder in oktober 2013.
    Ik heb het met diepe stilte tot mij genomen en leef mee met jou en de jouwen.
    Hartelijke groet, Sjoerd

  2. Nirvair Kaur Curtis de Ruiter zegt

    2 november 2015 om 04:06

    Touching the heart deeply…. thank you ever so kindly for this sharing!

    Ergens in een verpleeg tehuis buiten Melbourne zit een man voorover gebogen in een rolstoel, hij kent niemand en weet ook niet meer wie hij is of was…. Eens een van de meest vooraanstaande Westerse Boeddhistische leraren die de Suttas vertaalde, en de Abbot was van een woud klooster in de Australische Bush. Eens ‘a Scholar with a bright mind’, auteur van vele boeken, nu een hoopje mens die in een andere realiteit leeft. The world of Alzheimer’s….

    Soms zitten vroegere leerlingen aan zijn zijde, chanting de versen die hij schreef of vertaalde… geen teken van herkenning….’just showing the face of Impermanence’

    Mind..oh mind, where did it travel to?

  3. Arjan Schrier zegt

    2 november 2015 om 08:48

    Beste Hans,

    Wat een ontroerende vertelling. Gecondoleert (alsnog).

  4. Vanessa zegt

    2 november 2015 om 19:11

    Wat een prachtig, ontroerend en confronterend verhaal over vergankelijkheid.

  5. G.J. Smeets zegt

    2 november 2015 om 23:01

    Zeer geachte Hans van Dam,

    “…blies hij in het holst van de nacht zijn laatste adem uit.
    Of hield hij zijn laatste adem in?”

    Fascinerende vraag. Op het moment dat je geboren wordt is het een zoeken naar inademing want er valt nog niks uit te ademen. Maar bij het sterven kan de geest het begeven na het moment dat je voor het laatst hebt ingeademd of na het moment dat je voor het laatst hebt uitgeademd.

    Wat me treft is wat je als verweesde zoon eraan laat vooraf gaan:
    “In afwezigheid van zijn naasten…”
    Het treft doordat mijn moeder een tijdje vóór ze stierf tegen me zei: sterven doe je alleen, geboren worden doe je met z’n tweeën.

Primaire Sidebar

Door:

Hans van Dam

Hans van Dam is de auteur van de Agnosereeks: 13 boeken over niet-weten, verluchtigd door Lucienne van Dam. Lees ze gratis op NietWeten.nl of in het BD, of als paperbacks tegen kostprijs. Disclaimer. Contact. Winkel. 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 10 februari 2025
    Zen Spirit studiegroep 'Het verborgen licht'-vanaf 10 februari 2025
  • 2 mei 2025
    Phowa Studieweek
  • 9 mei 2025
    Seminar Tenzin Wangyal Rinpoche
  • 12 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 13 mei 2025
    Verdiepingsbijeenkomst Hand in hand met de Boeddha
  • 13 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Weet jij wat een anker is? Test jezelf!

    Hans van Dam - 2 mei 2025

    Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Gedachten over een haiku 36 – Chiyo-ni
    • Ardan – Een boot die waarschijnlijk nooit komt…
    • Het verschil tussen apofatisch spreken en katafatisch spreken
    • Sodis – de virtuele denkster 527
    • Officiële lancering van het herintroductieproject van de Gele Komkommer

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.