• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Elfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Eelco van der Meulen
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
  • Privacy

Home » Hans van Dam » Dolende zielen: een dementie à deux

Dolende zielen: een dementie à deux

28 januari 2017 door Hans van Dam

‘Wil je geloven dat ik geen idee heb hoe ik hier gekomen ben?’ Eerste deel van een drieluik over dementie en spiritueel niet-weten. Tweede deel. Derde deel.

Dolende zielen: een dementie à deux

Vlak voor haar dood zei mijn eenentachtigjarige moeder tegen me: ‘Wil je geloven dat ik geen idee heb hoe ik hier gekomen ben?’ En mijn even oude vader: ‘Ik ben helemaal kapotgeschoten. Begrijp je wat ik bedoel? Ik sta de hele dag versteld.’ Ik zei: ‘Ik begrijp precies wat je bedoelt.’

 

Ton, Hans en Miep

Antonius Jozef van Dam

Afgelopen donderdag, 26 april 2012, is mijn vader gecremeerd. Antonius Jozef van Dam, roepnaam Ton, geboren op 6 september 1929, gestorven op 21 april 2012 om twee uur ’s nachts.

Graag wil ik je iets vertellen over zijn laatste jaren, waarin hij alles kwijtraakte. Zijn verstand, zijn zelfbeschikkingsrecht, zijn vrouw, zijn geheugen en daarmee zijn vrienden, zijn familie, zijn kennissen en van lieverlee zijn hele verleden, zijn huis, zijn spulletjes, zijn zelfredzaamheid, zijn gezondheid, zijn eetlust, en ten slotte zijn leven.

Een nieuwe vriendin

Zijn vrouw raakte hij niet eenmaal kwijt maar vele malen. Eerst aan hun dementie à deux, toen ze van de ene op de andere dag ophielden echtgenoten te zijn. Mijn moeder werd zijn ‘nieuwe vriendin’, die hij ‘ongeveer drie weken geleden had ontmoet’ – ‘ja, waar eigenlijk, Miep, weet jij het nog?’ – en die nu bij hem ‘ingetrokken was’.

Waar mijn moeder daarvoor had gewoond wist ze niet meer: ‘Gek hè?’ Ik: ‘Schalkwijk?’ Miep: ‘Daar heb ik weleens van gehoord, ja.’ Ton: ‘Hoe weet jij dat nou? Dat wist ik nog niet eens.’

Het klikte wonderwel tussen de tortelduifjes, ‘alsof we elkaar al jaren kennen.’ Ze zaten voor het eerst sinds lange tijd weer naast elkaar op de bank, dicht tegen elkaar aan, Ton iets dichter bij Miep dan zij bij hem.

Lekker weinig Duitsers

Content waren ze ook met hun ‘vakantiewoning’, het hoekhuis waar ze volgens mij al sinds 1965 woonden. Hoe ze wisten dat het een vakantiewoning was?

Doordat de zolder, de schuur, de garage en een paar kasten afgesloten waren. ‘Daar bewaart de eigenaar natuurlijk zijn eigen spulletjes’.

Sleutels waren er nog genoeg, aan haakjes, in zakken, zakjes, potjes en blikjes, maar het verband met de sloten was verbroken.

De wijk waarin hun ‘vakantiewoning’ stond, beviel best. ‘Lekker weinig Duitsers’.

Betalen met je portemonnee

Ook dit feest mocht niet duren. Ton en Miep deden nog steeds samen boodschappen, maar hun voorraad boterhamzakjes, groene thee, aspirientjes en pepermuntjes werd wel heel groot. Regelmatig bleek de supermarkt gesloten, ‘zonder enige reden’, ‘schandalig’. Want zon- en feestdagen bestonden voor hun niet meer.

Waar ik vroeger nog weleens een bankbiljet toegestopt kreeg, trakteerde mijn vader mij nu op muntjes, handenvol, gloeiend van trots. Papiergeld was nu papier, maar metaal was nog altijd geld voor de man die een halve eeuw munten had verzameld.

Betalen deden mijn ouders bij voorkeur met hun hele portemonnee.

Zo’n koffiepad, waar moest die nou ook alweer in? Waarom is onze koffie nooit meer warm?

Telefoneren was ook niet meer wat het geweest was, vonden ze. Je moest maar afwachten wie je aan de lijn kreeg tegenwoordig. Aan welke kant van de hoorn moest je ook alweer spreken?

Op een dag was de telefoondraad doorgeknipt. Ik vroeg wat er gebeurd was. ‘O, is dat een telefoondraad?’ Even later: ‘Wie zou dat nou gedaan hebben?’ Opgewekt: ‘Maar de telefoon doet het nog gewoon, hoor.’

Zelfs hun gebreken raakten ze kwijt

De huisarts was kennelijk verhuisd, concludeerden ze. Vandaar natuurlijk dat ze hem niet meer konden vinden. Trouwens, het tuindorp waar hij altijd praktijk hield, was de laatste jaren onherkenbaar veranderd. Maar niet getreurd, ze hadden lekker gewandeld, en alles ging naar wens.

Of ze nog genoeg medicijnen hadden, vroeg ik. ‘Waarvoor?’ ‘Hoge bloeddruk.’ ‘Wie?’ ‘Hoge oogboldruk, diabetes, botontkalking?’ ‘Wat?’ ‘Bloedverdunners, pa, vanwege je TIA’s.’ ‘Nee hoor, daar hebben wij allemaal geen last van.’ ‘Echt?’ ‘Stel je voor!’ Zelfs hun gebreken raakten ze kwijt.

Altijd maart

Nadat de zomertijd was ingegaan liepen alle klokken en horloges ongelijk. Vooral de kleine wijzers. Sommige toonden de tijd op de Azoren, andere die van Greenwich, Amsterdam, Israël of Moskou. Op de kalender bevroor de tijd: nooit zou er meer een einde komen aan de maand maart.

Mijn moeder werd op de vreemdste plaatsen teruggevonden. In de poort achter het huis, op blote voeten, beha over haar trui, cups op haar rug, helemaal in paniek. In winkelcentrum Overvecht waar ze wildvreemden trakteerde op verwarde verhalen en als een soort Ausweis haar portemonnee aanbood.

Dwangverpleging

Toen Miep haar echtgenoot ook niet meer herkende als haar nieuwe vriend, werd ze bang. Een wildevreemde in huis! Wat moet dat hier! Ze schreeuwde tegen hem, sloeg naar hem. Ze werd onvoorspelbaar en onhandelbaar, sloeg met de deuren, plaste waar ze stond, poepte waar ze liep en werd ten einde raad opgenomen in een psychiatrische inrichting voor crisisopvang.

Haldol en oxazepam maakten haar weer dociel. Een maand later werd ze overgeplaatst naar de gesloten afdeling van verzorgingstehuis Tamarinde in Utrecht. Weer een maand later trok mijn vader bij haar in met zijn eigen BOPZ Artikel 60-indicatie (dwangverpleging) en hielden ze weer zielsveel van elkaar.

Trouwring en sleutels

Ton was nog geen week op de gesloten afdeling of hij was zijn trouwring kwijt. Niet veel later had hij hem weer om. Een trouwring die ik nooit eerder had gezien. Hij slobberde een beetje. Er stond de naam van een onbekende in gegraveerd. Niet veel later was hij ook deze trouwring kwijt. Ton maakte er geen probleem van.

Waar hij wel een probleem van maakte, waren zijn sleutels. Zijn sleutelbos was zijn hele leven belangrijk voor hem geweest. In Tamarinde had hij geen sleutels nodig, deuren werden voor hem geopend en gesloten, maar dat was het punt niet. Hij bleef maar op zijn zakken kloppen op zoek naar zijn sleutels, honderden keren per dag.

Ook zijn portemonnee miste hij verschrikkelijk. Er was niets te betalen, voor bewoners is alles op de afdeling gratis, maar er hoorde een portemonnee in zijn zak. En een kammetje, al had hij nog nauwelijks haren.

Zo bleef hij haar maar kwijtraken

Kort na zijn opname raakte mijn vader zijn vrouw opnieuw kwijt. Ditmaal aan Magere Hein. Peilloos was zijn verdriet. Maar niet voor lang. Tot zijn onuitsprekelijke geluk vond hij zijn liefste Miepje terug in een ziekbed in de huiskamer van zijn eigen afdeling.

Hoe dat toch mogelijk was, vroeg hij zich geen moment af. Zijn liefde stroomde weer. Inderdaad leek deze medepatiënte best wat op zijn vrouw. Ze had ook grijs haar. En ze was net als mijn moeder helemaal geel.

Ach, ach, wat een ongelukkige keuze. Binnen een week gaf mevrouw de geest en verloor Tonneman opnieuw zijn geliefde. Twee keer sterven kan best. Huilen, huilen, huilen.

Intussen vrat meneer Alzheimer of mevrouw Diabetes of wie of wat er ook aan zijn hersenen knaagde vrolijk verder. Steeds minder wist mijn vader van welke Miep hij nou eigenlijk zo vol was. Ze kwam en ging, keerde in een andere gedaante terug en verdween. ‘Miep, Miep… ja, dat is mijn zus, daar heb ik… een hele speciale band mee… geloof ik…’

Zo bleef hij haar maar kwijtraken.

Een onvrijwillige hongerstaking

De laatste maanden van zijn leven verloor Ton zijn eetlust. De smulpaap van weleer had geen trek meer. Brood werd vervangen door pap. Pap werd appelmoes. Appelmoes werd water. Water werd bloedpoep.

Langzaam teerde hij weg. Een onvrijwillige hongerstaking. Vroeger dacht je dan aan Auschwitz, tegenwoordig aan Aids, ALS of Anorexia. Of aan Alzheimer natuurlijk. Als het maar met een A begint. Of was het toch darmkanker?

De laatste maand kon hij niet meer staan. De laatste week kon hij niet meer zitten. De laatste dagen kon hij niets meer zeggen. De laatste uren kon hij zijn ogen niet meer openen. Hij kon zijn ogen niet meer sluiten. Hij kon alleen nog maar ademen. Hij kón niet meer.

Houten klauwen

Op vrijdagavond 20 april hebben we uren bij en aan hem gezeten. Op zijn onderbenen en onderarmen bloeiden lijkvlekken op. Zijn neus werd spits en wit. Zijn handen namen de omgevingstemperatuur aan. Zijn vingertoppen werden blauw, roze en weer blauw. Hij hijgde als een pakpaard. Zijn schedel met het zachte donshaar van een baby voelde merkwaardig koud en droog aan.

Zijn armen bleven maar werken. Deken omhoog, deken omlaag, het liefst tegelijk, in een laatste, onbewuste poging van het lichaam om zijn temperatuur weer op orde te krijgen? Keer op keer sloeg hij, of het, met grootse gebaren zijn houten klauwen in zijn gezicht, in een vergeefse poging om in z’n uitdrogende ogen te wrijven. Of was het een hartenkreet in de lichaamstaal van een stervende? Ik dacht van niet. Ik wist het niet.

Afscheid nemen ging niet meer. Paarsgewijs dropen we af. In afwezigheid van zijn naasten, en misschien ook in afwezigheid van zichzelf, blies hij in het holst van de nacht zijn laatste adem uit.

Zucht.

Hans en Miep

Dit drieluik is samengesteld uit brieven aan vrienden en familieleden rond de tijd van het overlijden in de lente van 2012.  Tweede deel. Derde deel.

Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.

 

 

 

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Hans van Dam Tags: dementie, dood, niet-weten, spiritualiteit, vergankelijkheid, zondagskindjes

Lees ook:

  1. Weet jij waar ik woon?
  2. De betovering van de eensluidendheid
  3. Gedenk te leven: ben je bereid?
  4. Water en Schaduw

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. sjoerd zegt

    1 november 2015 om 20:54

    Beste Hans,
    Een indrukwekkend requiem. Het herinnert mij het afscheid van mijn moeder in oktober 2013.
    Ik heb het met diepe stilte tot mij genomen en leef mee met jou en de jouwen.
    Hartelijke groet, Sjoerd

  2. Nirvair Kaur Curtis de Ruiter zegt

    2 november 2015 om 04:06

    Touching the heart deeply…. thank you ever so kindly for this sharing!

    Ergens in een verpleeg tehuis buiten Melbourne zit een man voorover gebogen in een rolstoel, hij kent niemand en weet ook niet meer wie hij is of was…. Eens een van de meest vooraanstaande Westerse Boeddhistische leraren die de Suttas vertaalde, en de Abbot was van een woud klooster in de Australische Bush. Eens ‘a Scholar with a bright mind’, auteur van vele boeken, nu een hoopje mens die in een andere realiteit leeft. The world of Alzheimer’s….

    Soms zitten vroegere leerlingen aan zijn zijde, chanting de versen die hij schreef of vertaalde… geen teken van herkenning….’just showing the face of Impermanence’

    Mind..oh mind, where did it travel to?

  3. Arjan Schrier zegt

    2 november 2015 om 08:48

    Beste Hans,

    Wat een ontroerende vertelling. Gecondoleert (alsnog).

  4. Vanessa zegt

    2 november 2015 om 19:11

    Wat een prachtig, ontroerend en confronterend verhaal over vergankelijkheid.

  5. G.J. Smeets zegt

    2 november 2015 om 23:01

    Zeer geachte Hans van Dam,

    “…blies hij in het holst van de nacht zijn laatste adem uit.
    Of hield hij zijn laatste adem in?”

    Fascinerende vraag. Op het moment dat je geboren wordt is het een zoeken naar inademing want er valt nog niks uit te ademen. Maar bij het sterven kan de geest het begeven na het moment dat je voor het laatst hebt ingeademd of na het moment dat je voor het laatst hebt uitgeademd.

    Wat me treft is wat je als verweesde zoon eraan laat vooraf gaan:
    “In afwezigheid van zijn naasten…”
    Het treft doordat mijn moeder een tijdje vóór ze stierf tegen me zei: sterven doe je alleen, geboren worden doe je met z’n tweeën.

Primaire Sidebar

Door:

Hans van Dam

Columns. Boeken. NietWeten.nl. Contact. 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 27 juni 2022 - 3 juli 2022
    Zomer Retraite met Losang Gendun
  • 3 juli 2022
    Kum Nye Yoga op zondag | Online
  • 4 juli 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • 4 juli 2022
    Online course The Twelve Links of Interdependent Origination
  • 5 juli 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • bekijk de agenda

De werkplaats

De werkplaats.

Boeddhistische kunstenaars

Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
lees meer »

Pakhuis van Verlangen

In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

Boekbespreking – Michael Bakoenin, God, de Staat en andere vormen van dictatuur

Erik Hoogcarspel - 30 juni 2022

Nog steeds, ook op de klimaatdemonstratie van 19 juni jl., ziet men groepen in het zwart geklede jongeren mee demonstreren die zich presenteren als vertegenwoordigers van het anarchisme. Deze groepen kunnen in het buitenland erg agressief optreden en zelfs banden onderhouden met extreemrechts. Vele oppassende burgers zien het anarchisme aan voor een uiting van jeugdige overmoed, die vanzelf wel zal overgaan. Hoe kun je immers een staat besturen zonder regering? Was het anarchisme niet een soort extreem communisme en hebben we niet gezien dat het communisme gewoon een slecht systeem is?

Boekbespreking – Renée Girard, de romantische leugen en de romaneske waarheid

Erik Hoogcarspel - 14 juni 2022

Volgens de literatuurwetenschapper René Girard (1923 – 2015) worden we juist niet als een uniek zelf geboren. Dit is volgens hem een romantische leugen waarmee we onszelf voor de gek houden. We ontwikkelen ons niet eens tot een uniek zelf, want in de regel worden onze keuzes niet gemotiveerd door een eigen unieke behoefte. We willen meestal graag hebben wat anderen al hebben, juist omdat die anderen dit willen hebben.

Hein Thijssen – ‘God was gewoon een implantaat’

Joop Ha Hoek - 9 juni 2022

‘Wanneer precies weet ik niet meer, maar op een bepaald punt in mijn leven brak mijn kritische geest open. Ik kan me ook niet meer herinneren hoe en op grond waarvan, maar er brak een periode aan waarbij ik me serieus begon af te vragen: hoe kom ik aan het begrip god’? God zat in mijn hoofd als een vage, vormloze massa. Ik moest toen heel nuchter vaststellen dat het begrip ´god´ geen weten was, geen ervaring, maar mij door mensen in  mijn omgeving was aangepraat, in mijn geest was geplant. God was gewoon een implantaat.´

Hein Thijssen – ´Het leven is een schijtende merel´

Joop Ha Hoek - 9 juni 2022

‘Alleen voor een ontwaakte is het achtvoudige pad een natuurlijke zaak’

Boekbespreking – Bernard Mandeville, een ondeugende denker?

Erik Hoogcarspel - 9 juni 2022

Bernard Mandeville (1670 – 1733) werd geboren in een gegoede remonstrantse familie te Rotterdam. Hij studeerde in Leiden en vertrok tegen het einde van de 17e eeuw naar Londen om er een medische praktijk op te zetten. Daar schreef hij eerst luchtige stukjes proza in tijdschriften, maar later publiceerde hij ook over geneeskunde en economie. Zijn bekendste boek is “De fabel van de bijen”.

Meer onder 'pakhuis van verlangen'

Footer

Boeddhistisch Dagblad

over ons

Recente berichten

  • Veertiende Dalai Lama organiseerde Tibetaanse diaspora succesvol na zijn vlucht
  • Ardan
  • Verlichting is geen show
  • De virtuele denkster 376
  • Dick – Workshop in de ruimte

Reageren

We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

Over het BD

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
Lees ons colofon.

Zie ook

  • Contact
  • Over ons
  • Columns
  • Reageren op de krantensite

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

 

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

 

Privacy en cookies

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

Noodzakelijke cookies

Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

Privacy

Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens