Moeten we ons niet durven schikken naar de conventionele werkelijkheid waarin we ‘boeddhist’ zijn, in de wetenschap dat dit in absolute zin maar een heel betrekkelijke identiteit is? Vragen bij een artikel van Edel Maex.
Met instemming lees ik het artikel van Edel Maex in het Boeddhistisch Dagblad, getiteld ‘In onze zengroep kwam de vraag op: zijn wij nu boeddhisten?’
Ja. Een goed mens zijn. De Boeddha-Dharma als inspiratie. Zen als methode. Niet-weten, ook niet van ‘boeddhisme’. Wijsheid voorbij alle wijsheid. Allemaal mee eens.
Marginale rol
Maar. Waar blijft de gemeenschap? Daar worstel ik wel eens mee. De werkelijkheid van het niet-boeddhisme is de werkelijkheid van de zensangha en de individuele beoefenaar. Als je te veel niet-boeddhisme benadrukt, bestaat het risico dat je jezelf in het maatschappelijk leven veroordeelt tot een steriele, marginale rol.
Maex noemt de Aziatische waarden van goed mens-zijn als voorbeeld. Deze waarden hebben zich echter mede gevormd omdat mensen in de geschiedenis hun inspiratie van de Boeddha-Dharma hebben omgezet in zending of ander doelgericht handelen om, wat wij nu boeddhisme noemen, in al zijn verschillende verschijningsvormen tot een cultuurmacht te maken. Zen en zending zijn niet elkaars tegenpolen. Sterker nog, zonder zending was het boeddhisme niet naar China gekomen.
Wat doen wij om van onze inspiratie een cultuurmacht te maken? Bezit het boeddhisme van het niet-boeddhisme wel een potentie voor een voldoende bereik onder medemensen en andere levende wezens die worstelen met hun lijden en snakken naar uitzicht voor een oplossing daarvoor?
Opdracht
Aan Thich Nhat Hanh werd ooit de vraag gesteld of hij zenboeddhist was. Hij bleef enige tijd stil. Toen antwoordde hij: “Als ik ja zeg, dan geef ik mogelijk voedsel aan het beeld dat u hebt van een zenboeddhist. Als ik nee zeg, dan doe ik onrecht aan de traditie waarnaar ik leef.” (Ik citeer uit mijn geheugen.)
Is de vraag niet of we ons moeten durven schikken naar de conventionele werkelijkheid waarin we ‘boeddhist’ zijn, in de wetenschap dat dit in absolute zin maar een heel betrekkelijke identiteit is? Opdat onze inspiratie zich verder in de gemeenschap kan vertakken?
De waarden van de Boeddha-Dharma verspreiden is ook een opdracht. Zenboeddhisme kan ook actief en geëngageerd in de praktijk worden gebracht. Het label ‘boeddhist’ dragen is soms misschien een vaardig middel om anderen met de boodschap van bevrijding in aanraking te brengen, ook al denken en voelen we verder het onze over dat label als zodanig.
Kees Moerbeek zegt
Vragen, vragen, vragen, altijd maar weer vragen…. Je wordt er gek van, terwijl dat juist dus net niet de bedoeling is.
Dit kan ook, doen wat je moet doen, wuwei!
https://www.youtube.com/watch?v=yApYLbESJl0
Boodschappen halen voor je oude buurman kan ook. Niet praten over verlichting, maar verlicht handelen. De rest is kul. Yes, we can!
Joop Ha Hoek zegt
Kees, soms wil een aspirientje wel helpen om je weer lekker te voelen. Of de tekst van Jules tot het einde lezen, dat helpt ook. Ik ben net uit mijn dwangbuisje gekropen, welke maat heb je?
Wel fijn dat je het BD leest, overigens.
Edel Maex zegt
Tot het einde lezen is inderdaad altijd is altijd nuttig.
Als je mijn tekst tot het einde leest dan zie je dat in mijn aanvoelen geloof, identiteit en macht wellicht ooit vaardige hulpmiddelen geweest zijn, maar dat het een interface is die niet meer werkt. Daarom moeten we op zoek gaan naar andere woorden en vormen. Misschien is daar nog meer durf voor nodig.
Jules Prast zegt
Ik kan uitsluitend zeggen: You’re preaching to the converted. Ik heb al lang geleden de illusie losgelaten dat er een correspondentie bestaat tussen ons kennen en de werkelijkheid in de tijd. Dat is de illusie van de logos die niet doorziet dat hij geconditioneerd is.
Filosofisch gezien geloof ik dat de referentiële structuren van ons verstaan talig, narratief van aard zijn. Dit komt nog vóór geloof, identiteit en macht. Heb je de narrativistische sprong gemaakt, dan wordt alles anders. Ieder woord, ieder etiket is voorlopig en ontleent zijn betekenis aan de functie die het heeft binnen de van toepassing zijnde taalhorizon. Taal zelf is een vaardig middel geworden. We staan op de drempel van anatman en sunyata.
Boeddhisme, zeg je zelf in je boekje ‘Een kleine inleiding in het boeddhisme’, kom je als woord niet tegen in de oude talen van Azië. Wel binnen onze verstaanshorizon nu. In referentiële zin is het (zeg ik) een ‘leeg’ begrip met een functie binnen ons verstaan. Mede daarom is ons ‘boeddhisme’ anders dan dat van elders, vroeger.
Als je dit doorziet, dan kun je volgens mij het etiket ‘boeddhist’ dragen met alle zen-mitsen en -maren met betrekking tot identiteit. Waarom niet, als het een vaardig middel kan zijn dat anderen een prikkel kan geven in hun spirituele ontwikkeling? Dit wilde ik met mijn artikel maar zeggen.
We zijn het volgens mij eens over de feiten. Ik merk slechts op dat dezelfde feiten ook een andere conclusie kunnen schragen. En ik ben altijd te porren om op zoek te gaan naar andere woorden en vormen. Ik geloof niet dat het mij in dat opzicht aan durf ontbreekt.
Edel Maex zegt
Religieuze identiteit is in onze wereld meer een vaardig wapen geworden dan een vaardig hulpmiddel. Waarom bij voorbeeld een etnisch conflict bestempelen als een conflict tussen boeddhisten en moslims en vervolgens elders in de wereld tempels platbranden als vergelding ?
Overigens als de identiteit echt religieus was zouden mensen elkaar respecteren en waar nodig bijstaan.
Jules Prast zegt
Je geeft zelf de polen aan waartussen boeddhist zijn zich kan bewegen en wijst terecht op de uitglijrisico’s.
Dat er boeddhisten zijn die uit naam van boeddhisme lijden creëren hoeft anderen er toch niet van te weerhouden zich boeddhist te noemen wanneer ze de wereld de mogelijkheid voorhouden van transformeren van lijden, bevrijding en compassie?
Thich Nhat Hanh is boeddhist en Sheng-yen was dat totdat hij overleed. Beide demarkeren in hun geschriften boeddhistische identiteit in de zin van ‘als je zus en zo vindt of doet, dan ben je geen boeddhist meer’. Niemand kan toch in rede vinden dat boeddhisme bij hen wapen is in plaats van hulpmiddel?
Edel Maex zegt
Zoals je zelf aangeeft voelt ook Thich Nhat Hanh zich niet comfortabel bij de zin: ‘Ik ben boeddhist’. Tegelijkertijd is het duidelijk dat zijn praktijk en traditie boeddhistisch is. Zo voel ik het zelf ook.
Toen ik jaren geleden bij Thich Nhat Hanh toevlucht nam werd daar letterlijk bij gezegd: ‘Toevlucht nemen wil niet zeggen boeddhist worden’.
Hierbij een link naar een artikel over religie en identiteit in Oost-Azië
https://www.dropbox.com/s/kliqcf2aabik3r4/Thoraval.pdf
Jules Prast zegt
Het punt ligt gevoeliger dan ik verwachtte. Nogmaals, de rationale is voor mij als mede-zenbeoefenaar zeer invoelbaar. Dit gezegd zijnde, je moet jezelf ook in staat stellen om situationeel pragmatisch te kunnen handelen. Schipperen, nu eens een beetje zus en dan weer een beetje zo, hoort ook bij het leven. Ik wil niet in de hoek uitkomen waarin boeddhist zijn een principe is geworden. Maar in bepaalde gevallen kan het volgens mij verantwoord zijn om van de nood maar een deugd te maken.
Kees Moerbeek zegt
Dank je wel voor het aanbod, Joop, maar merci.
Ik moet me er niet tegenaan bemoeien, maar nogal wat mensen zitten op een vreselijke manier klem tussen hun oren. Het maalt, gist en borrelt en dan achter het toetsenbord, of in de pen kruipen.
Zoiets werkt niet, het is een valkuil, het is gehechtheid (vergift nummer 1) spreek ik uit (bittere) ervaring. Gewoon op laten komen die hersenspinsels en laten gaan of juist niet, maar dan ook niet piepen… Mijn motto voor vandaag: Baas in eigen brein!
Het ga je goed!
Jules Prast zegt
Over de relatie tussen brein en Dharma werd en wordt in verschillende tradities en tijden verschillend gedacht, Kees. Ook in de bonte geschiedenis van zen hebben hierover boeiende discussies plaatsgehad. Onbetwistbaar lijkt mij dat je je brein nodig hebt om te beoordelen hoe het Achtvoudig Pad en/of de voorschriften van toepassing zijn op je handelen. Als het brein een rol kan spelen op de weg naar bevrijding, waarom niet? Meditatie, studie en schrijven kunnen in beginsel goed samengaan, al wil ik niet beweren dat ik daar altijd in slaag. Het is vallen en opstaan en, inderdaad, waken voor gehechtheid als valkuil, zoals je terecht opmerkt.
Kees Moerbeek zegt
Dank je wel, Jules.
Wat ik lees bij BD staat bij tijd en wijle wel heel ver af van de bekende ‘beginners mind’ en dat vind ik een gemis. Het is niet anders.
Maar het zou jammer zijn als belangstellenden en beoefenaren afknapten op al te veel ‘hersengymnastiek’. Ik doe er tot op zekere hoogte ook aan mee, maar denk af en toe: ‘Waar gaat dit eigenlijk over?’ :-)
Tijd voor lezersonderzoek?
Jules Prast zegt
Dank je voor de reminder, Kees. Alle feedback is welkom!
Joop Ha Hoek zegt
Het Boeddhistisch Dagblad is opgericht om nieuws, feiten en achtergrond aan de lezers aan te bieden. Dat kan luchthartig ‘leesvoer’ zijn of zware kost waar de ogen van een beginnend boeddhist of gewone lezer van beginnen te rollebollen. Het zij zo. Wij hebben als credo: ontwarren en ontwikkelen. Voortdurend nemen we ons aanbod onder de loep. Het lezersonderzoek wordt dagelijks uitgevoerd aan de hand van de belangstelling van onze lezers die wij kunnen meten. Kwantiteit is voor ons geen maat. Al zou een bericht maar door tien mensen gelezen worden, dan nog kiezen we voor plaatsing ervan, omdat we dat de moeite waard vinden. Zo bouwen we een bibliotheek op. Onze (gast)schrijvers hebben een al of niet gevorderde boeddhistische achtergrond en schrijven op basis daarvan. Het is net als met de teksten van de Boeddha zelf. Je pikt er altijd wat van op. Wij denken eigenlijk nooit: waar gaat dit over. Er is altijd wel een link naar een boeddhistische vorm. Trainen van de geest, op elk niveau.
Good fortune Kees.
Joop Ha Hoek zegt
Je moet je er wel tegenaan bemoeien, Kees, zoals jij dat noemt. Bemoei je met het BD en met het leven, we hebben al genoeg mummies op aarde. We leren van jouw opmerkingen en van je kennis en je humor. Toen het BD werd opgericht besloten de oprichters- onder wie ik, dat we nooit nee zouden zeggen waar het het BD betrof. We kijken met open ogen en hart naar wat er zich rond ons afspeelt. Dat betekent niet dat we maar mee drijven met de stroom- soms stappen we uit, maar elke dag weer zeggen we Ja tegen onze lezers en de mensen die de krant maken. We houden van hen, met heel ons hart. En ook van jou. Blijf ons voeden. Metta.
Menno Prins zegt
In een zengroep vraagt iemand zich af “zijn wij wel boeddhisten”. (artikel Edel Maex). En Jules schrijft vervolgens over “boeddhist durven zijn”. Interessante vragen misschien, maar ik kan er helemaal niets mee. “Boeddhisme” is een etiket, geplakt op een verzameling opvattingen, bewegingen, richtingen en systemen. “Boeddhist” is een etiket, geplakt op een persoon die in die opvattingen, bewegingen, richtingen en systemen meegaat, geheel of gedeeltelijk, maar in ieder geval niet onvrijwillig. Etiketten zijn handig, vooral op potjes, zodat je weet wat er in zit zonder het dekseltje eraf te moeten halen. En nee… het potje is NIET de inhoud. Het is dus mogelijk om een etiket “boeddhist” te plakken op een potje dat geen “boeddhisme” bevat. En omgekeerd. Dat geldt ook voor mensen. Wat ik er maar mee wil zeggen is dit: het zal mij niet verbazen wanneer er mensen zijn die rondlopen met het etiket “boeddhist” zonder enig “boeddhisme” als inhoud, zelfs niet verdund. Zo zullen er ook mensen zijn met een blanco etiket, waaruit – zonder dat iemand het aan ze afziet – zuiver boeddhisme voortkomt. Boeddhisten zonder boeddhisme … of blanco mensen die ervan overlopen… ik prefereer de laatste, maar vind het om allerlei redenen wel fijn wanneer zo iemand het etiket durft dragen, in het volle besef dat boeddhisme geen “substantie” is, maar iets dat slechts bestaat zolang het in praktijk wordt gebracht. Het is weg zodra de deksel op het potje dicht gaat. Het is (volgens mij) onmogelijk het afgesloten voor jezelf te houden.
Sjoerd zegt
De vraag stellen is het antwoord geven!
Overigens was de eerwaarde heer Gotama geen “boeddhist” en was “boeddha” in zijn tijd een titel die men gaf een hen die men toedichtte spiritueel “ontwaakt” te zijn.
Al die termen, impliciete vragen om (al dan niet) mee te leven, maar niet om te beantwoorden volgens de ratio.