Zitten als een berg. Als een rots. Soeverein zitten als een koning. Waardig. Onbewogen. Onverstoorbaar. Zitten met de kracht én de moed van de aanvaarding van de werkelijkheid zoals ze is—yatha-bhuta.
Zitten met een lege geest: zitten zonder te denken; zonder te dromen; zonder te fantaseren. Gebruik je lichaam (je adem) als hét instrument om je geest tot rust te brengen.
Een geest zónder sankhara’s van verlangen. Een geest zónder sankhara’s van afkeer. Dan zal je stromen als een rivier. Spontaan.
Slechts wanneer je geest stil is geworden zal je de voortdurende verandering zien. Het ontstaan en vergaan van de dingen. Van alle dingen. Anicca. Steeds fijner. Steeds delicater. Steeds subtieler.
Dan zal je kijken met de ogen van een Boeddha.