Staatsbosbeheer plaatste onlangs een interessant interview met hun huisfilosoof – en boeddhist – Matthijs Schouten. Lees het hele interview hier: https://www.staatsbosbeheer.nl/wat-we-doen/natuurverhalen/2023/06/ons-natuurbeeld-verschuift-en-dat-geeft-frictie. Ik citeer fragmenten:
De manier waarop de westerse maatschappij van oudsher naar de natuur kijkt, is eigenlijk de oorzaak van alle crises waarmee we nu te maken hebben. Dat stelt natuurfilosoof Matthijs Schouten. ‘We hebben de aarde uitgeput.’ Gelukkig ziet hij een grote verschuiving in die houding. ‘We zien de natuur nu steeds meer als partner, of onszelf als onderdeel van de natuur.’ …
De erkenning van het feit dat er een ecologische crisis plaatsvindt, riep de vraag op hoe de relatie tussen mens en natuur zo is ontwricht. Milieufilosofen introduceerden het begrip grondhouding. Dat is het basisgevoel dat we – vaak onbewust – hebben over hoe mens en natuur zich verhouden. Er zijn vier grondhoudingen geformuleerd: de mens als heerser, de mens als rentmeester, de mens als partner en de mens als participant. …
‘De mens als heerser’: de grondhouding waarop onze westerse maatschappij is gebaseerd. Deze is geïntroduceerd door de oude Grieken. Aristoteles stelde een rangorde op waarbij mineralen onderaan stonden met daarboven planten, dieren en uiteindelijk helemaal bovenaan de mens. Het lagere had hierbij als enige doel het hogere te dienen. Alles was uiteindelijk voor de mens. De natuur als grote voorraadschuur. Hoewel hierover niets in de bijbel staat, is deze grondhouding door het christendom overgenomen. We kunnen rustig stellen dat alle crises waarin we nu zitten het gevolg is van deze grondhouding: de biodiversiteitscrisis, de klimaatcrisis, de stikstofcrisis en zelfs de coronapandemie. We hebben de aarde uitgeput.’
De tweede grondhouding, ‘de mens als rentmeester, komt uit de Hebreeuwse bijbel. Het uitgangspunt hierbij is dat de schepping niet de mens toebehoort, maar de Schepper. De mens moet de schepping beheren voor de eigenaar. Ook de islam ziet de mens als een soort stadhouder: we mogen de natuur gebruiken, maar niet misbruiken. Het christendom heeft die visie niet overgenomen. …
Mensen met die eerste grondhouding stellen min of meer dat we de natuur hebben geërfd van onze voorouders en er mee mogen doen wat we willen. Mensen met de tweede grondhouding gaan ervan uit dat we de natuur in bruikleen hebben en hem in goede staat weer moeten doorgeven aan onze kinderen. Matthijs: ‘Ook nu horen we vaak dat we de natuur moeten beschermen zodat ook volgende generaties er nog van kunnen genieten. Dat is duidelijk een argument van iemand met de grondhouding ‘de mens als rentmeester’. Maar de mens staat nog steeds centraal.’ …
De mens als partner van de natuur is de derde grondhouding. ‘Vrijwel alle vroege culturen hadden deze grondhouding en veel culturen – zoals het hindoeïsme en boeddhisme – hebben die nog steeds’, zegt Matthijs. Mensen in deze culturen hebben het gevoel dat de natuur geen verzameling van zielloze dingen is, maar een wereld vol wezens waar je rekening mee moet houden. Niet alleen een mens doet er toe, maar die boom ook, net zoals dat meer.
Onder invloed van het christendom hebben wij – westerse mensen – de ziel uit de natuur gehaald en met het Verlichtingsdenken in de 17e eeuw zijn we de natuur ook als geestloos gaan zien. In heel veel andere culturen wordt juist het bewustzijn, de wakkerheid en het bezield zijn van de natuur beschreven. Het gaat daarin niet alleen over ons en onze belangen, maar ook over de belangen van de natuur. In onze maatschappij komt deze grondhouding nu steeds vaker voor. Als we in 1990 een boom omhakten, hoorde je daar bijna niemand over. Nu is er vaak protest. Nu vinden we dat die boom ook rechten heeft, vragen we ons af wat het belang van die boom is.’ Matthijs is er voorstander van om de natuur tot rechtspersoon te maken. Wereldwijd zijn er inmiddels meer dan vierhonderd concrete initiatieven om de natuur rechten te geven. ‘Ook in Europa worden de geesten er langzamerhand rijp voor…Ik denk dat het rechten geven aan de natuur een voorwaarde is voor een duurzame toekomst.’
De mens staat niet los van de natuur, maar is daar onderdeel van. Dat is de kern van de vierde grondhouding ‘de mens als participant’. Matthijs: ‘Mensen met deze grondhouding zien de mens niet als een eigenstandige aanwezigheid, maar in alles verbonden met de natuur, net als alle andere onderdelen met elkaar verbonden zijn. Deze mensen vragen zich voortdurend af hoe hun handelen effect heeft op hun omgeving. Bij alles wat ze kopen, consumeren of weggooien. Zij voelen zich onderdeel van een groot web. Als er op een knooppunt van dat web iets gebeurt, heeft dat effect op alles waarmee dat in verbinding staat. Deze mensen zullen niet zeggen dat hun individuele bijdrage er niet toe doet. Want juist omdat zij zich in verbinding voelen staan, voelen ze zich nooit zonder betekenis, hoe klein die misschien ook is.’ …
In de afgelopen decennia heeft zich een opmerkelijke verschuiving in grondhouding voorgedaan in de westerse wereld, zegt Matthijs. ‘Onderzoek laat zien dat voor meer dan tweederde van de huidige Nederlanders geldt dat ze zichzelf als deel van de natuur zien en tegelijkertijd vinden dat we als mens de verantwoordelijkheid hebben goed voor de natuur te zorgen. Hier komt een combinatie van de partner, participant en de rentmeester naar voren. Nederland staat hierin niet alleen. Vergelijkbare ontwikkelingen zien we ook in andere westerse landen.’
Matthijs noemt dit een werkelijk historische ontwikkeling. ‘Nadat we – in de westerse samenleving – onszelf gedurende meer dan tweeduizend jaar als heersers over de natuur zagen, beschouwen we onszelf nu vooral als deel van de natuur en vinden we dat we goed voor haar moeten zorgen. Dat neemt niet weg dat er nog een grote kloof zit tussen denken en doen. ‘Dat is ook niet gek, want deze grote verschuiving in denken gaat ook tot een grote verschuiving in doen leiden. En verschuiving geeft frictie. Alle verandering doet pijn.’
Ik geloof niet dat ik het optimisme van Matthijs deel, ik zie die ‘opmerkelijke verschuiving in grondhouding nog niet zo. En al die BBB stemmers dan? Ik kende dit verhaal al, toch leidde deze hernieuwde kennismaking met de vier grondhoudingen tot nieuwe inzichten. Het verklaart waarom we elkaar soms niet begrijpen. Waarom sommige mensen denken zich alles te kunnen permitteren ‘omdat de meeste broeikasgassen toch door de industrie worden veroorzaakt’ of ‘omdat de bijdrage aan de klimaatverandering door individuen/huishoudens in het niet valt vergeleken bij de rest’. Anderen daarentegen, onder wie ik, herkennen zich meer in de woorden van Matthijs: ‘Deze mensen vragen zich voortdurend af hoe hun handelen effect heeft op hun omgeving. Bij alles wat ze kopen, consumeren of weggooien. Zij voelen zich onderdeel van een groot web. Als er op een knooppunt van dat web iets gebeurt, heeft dat effect op alles waarmee dat in verbinding staat. Deze mensen zullen niet zeggen dat hun individuele bijdrage er niet toe doet. Want juist omdat zij zich in verbinding voelen staan, voelen ze zich nooit zonder betekenis, hoe klein die misschien ook is’. Communicatie met mensen met een andere grondhouding blijft een uitdaging. Anderzijds maakt het besef waar het verschil vandaan komt, acceptatie gemakkelijker.
Vandaag zoals beloofd een aantal menu’s uit Elseviers Nieuwe Pocketkookboek, uit 1977 (eerste druk was uit 1965), met ‘ruim 900 moderne recepten’. De auteur, E. Nakken-Rövekamp, schrijft in het voorwoord: ‘bij de samenstelling van dit kookboek is getracht de helpende hand te bieden zowel aan de kersverse als aan de meer ervaren huisvrouw die variatie zoekt.’ Tot mijn vreugde vind ik achterin óók recepten voor diverse ‘vleesvervangers’ zoals witte- en bruine-bonenburgers. Ik heb het kookboek al sinds de jaren ’80 in de kast staan, maar gebruikte het eigenlijk voornamelijk voor het pepernotenrecept en andere koekjesrecepten.
Het is aardappelen-groente-vlees(vervanger) wat de klok slaat. Achterin staan in het hoofdstuk Voedingssystemen en diëten de volgende vegetarische voorbeeldmenu’s:
Tomatensoep met ei – gebakken kaasplak, spruitjes met kastanjes, aardappelen – vruchtensalade.
Bananensalade – witte-bonengehakt, spinazie, aardappelen – tweekleurenvla.
Toastjes met kaas en komkommer – Brussels lof met ei en boter, aardappelen – bitterkoekjesvla
Kop bouillon – broodkoekjes, peulen met worteltjes, aardappelen – open vruchtentaart.
Het hoofdstuk Voedingssystemen en diëten bevat zelfs ook een veganistisch voorbeeldmenu:
Tomaten gevuld met komkommer, op sla geserveerd – sperzieboontjes bestrooid met gehakte noten, gebakken aardappelen – vruchtensalade klaargemaakt met donkere rietsuiker.
G.J. Smeets zegt
“Ik geloof niet dat ik het optimisme van Matthijs deel, ik zie die ‘opmerkelijke verschuiving in grondhouding nog niet zo.”
Ik ook niet.
En zeker niet bij de goedbedoelende Matthijs Schouten zelf. Hij is er voorstander van om de natuur tot rechtspersoon te maken: “…Ik denk dat het rechten geven aan de natuur een voorwaarde is voor een duurzame toekomst.” Tja, dat zijn dan nog altijd ‘rechten’ door homo sapiens paternalistisch toegekend aan ‘de natuur’ ter duurzaming van… homo sapiens. Over paternalisme en rentmeesterschap gesproken.
Wat de receptuur betreft ben ik fan en praktisant van ‘Tomaten gevuld met komkommer, op sla geserveerd – sperzieboontjes bestrooid met gehakte noten, gebakken aardappelen – vruchtensalade klaargemaakt met donkere rietsuiker.’ Behalve dan die suiker op de vruchten. Rijpe vruchten zijn van zichzelf suikerbommen :-)