Een kosmische mop.
Meester: Wat is verlichting?
Leerling: Het failliet van het verstand.
Meester: Ik had het zelf kunnen zeggen.
Leerling: Dank u.
Meester: Weg ermee.
Leerling: Waarom?
Meester: Anders blijf je daar weer mee zitten.
Leerling: Waar weer mee zitten?
Meester: Waarmee dan ook.
Leerling: Met je failliet?
Meester: Waarmee dan ook.
Leerling: Met je verstand?
Meester: Waarmee dan ook.
Leerling: Met je verlichting?
Meester: Waarmee dan ook.
Leerling: Is dat dan verlichting?
Meester: Is wat dan verlichting?
Leerling: Nergens meer mee zitten?
Meester: Ik sta er niet voor in.
Leerling: Nergens meer voor staan?
Meester: Daar ga ik niet in mee.
Leerling: Nergens meer voor gaan?
Meester: Alles naar de maan.
Leerling: Ik snap het al.
Meester: Hij snapt het weer.
Leerling: Verlichting is vrij zijn van verlichting.
Meester: Sofisterij.
Leerling: Moet u zeggen.
Meester: Weg ermee.
Leerling: Is dat dan verlichting?
Meester: Is wat dan verlichting?
Leerling: Weg ermee zeggen?
Meester: Zakdoekje leggen.
Leerling: Nu weet ik nog niets.
Meester: Dan noem je dat toch verlichting.
Leerling: Verlichting is niet-weten?
Meester: Ik zou het ook niet weten.
Leerling: Op die manier hou je niets over.
Meester: Nou, manier.
Leerling: Je kunt het kwalijk een weg noemen.
Meester: Laat staan een doel.
Leerling: Doelt u op het niets?
Meester: Een bel is nog geen fiets.
Leerling: Een bel is toch een klok?
Meester: Een lepel zonder kok.
Leerling: Ik geef het op.
Meester: Kous op je kop.
Leerling: Wat een mop.
Meester: Dat is verlichting.