In Groningen wachten sommige families al tien jaar op de versterking van hun woning na de aardbevingen. Een drama, ook voor de opgroeiende kinderen. Deze schande en de bureaucratie rondom het Groninger aardgas zijn leerzaam voor de aanpak van de klimaatcrisis. Leren van de fouten die in Groningen zijn gemaakt, door het hardnekkig volgen van de belangen en procedures van de NAM.
De aardbevingen in Groningen – enkele feiten
– In 1959 wordt de Groninger gasbel ontdekt. De NAM – Shell en Esso – wordt de eigenaar van het gas, de overheid krijgt gasbaten. Tot 2021 incasseert de staat ca. 400 miljard euro uit het aardgas.
– 23 december 1983, aardbeving bij Assen. De NAM ontkent elk verband met de gaswinning.
– Op 16 augustus 2012 vindt de op dat moment krachtigste aardbeving plaats bij Huizinge. Deze is van 3,6 op de Schaal van Richter. Er volgen 2200 schademeldingen. In de jaren na ‘Huizinge’ volgen meer dan 100.000 schademeldingen.
– Van 1986 tot heden zijn er 1500 aardbevingen in Groningen.
– Actieve mobiliserende rol van de Groninger Bodem Beweging, het Groninger Gasberaad, linkse partijen en actiegroepen. Acties, demonstraties.
– In 2013 wordt de gaswinning opgevoerd van 49 naar 54 miljard kuub. Onduidelijk wie daarvoor toestemming gaf. Het Staatstoezicht op de Mijnen stelt dat pas bij 12 miljard de bevingen vermoedelijk zullen stoppen.
– Commissie-Meijdam stelt in december 2015 dat de overheid het kennelijk legitiem vindt dat industriële activiteiten schade aan woningen veroorzaken, en legt dit als vraag voor aan de regering en de Tweede Kamer. Deze reageren niet.
– 7 februari 2017: demonstratie in Groningen met 4000 deelnemers.
– 8 januari 2018: zware aardbeving bij Zeerijp, 3,6 op Schaal van Richter. Op 19 januari demonstratie met 12.000 deelnemers. Kantelpunt: de algehele stopzetting van de gaswinning wordt nu het centrale thema. Na deze beving: meer dan 5000 nieuwe schademeldingen.
– Mislukking van de ‘Dialoogtafel’ en de functie ‘Nationaal Coördinator Groningen’ doordat de regering afspraken negeert en achter hun rug om besluiten neemt.
– De NAM en de regering stellen de leveringszekerheid voorop. Dit in strijd met de belangen van de bewoners. Veiligheid wordt ondergeschikt gemaakt aan contracten en winsten.
– De Raad van State vernietigt in juli 2019 voor de tweede keer het ‘Gasbesluit’ van de regering, vanwege veiligheidsaspecten en de grondrechten van de Groningers.
– De afhandeling schademeldingen verloopt chaotisch, bureaucratisch en frustrerend. Maar het Centrum Veilig Wonen – opgetuigd door de NAM – maakt wél in één jaar 2 miljoen winst. Het vertrouwen van de bevolking in de overheid verdwijnt volledig.
– Vanaf 17 mei 2019 is de grote bemoeizuchtige rol van de NAM in de schadeafhandeling van woningen en gebouwen uitgespeeld. Eindelijk wordt de driedubbele pet afgezet, de rollen van aangeklaagde, beoordelaar en financier.
– Het als relatief veilig veronderstelde niveau van winning van 12 miljard kuub wordt in najaar 2019 bereikt, met zicht op de algehele stopzetting van het Groningen-veld.
– Heden: schadeopneming voor herstel en versterking van woningen is weer op gang gekomen, nog steeds traag. Er moeten nog ca. 30000 (!) ingediende meldingen worden afgehandeld. Intussen wachten tientallen gezinnen op het herstel van hun woning.
Lessen trekken bij het falen van de kapitalistische staat
Van het Groninger gasechec valt veel te leren over de macht en onmacht van overheden, energieconcerns, lokale bevolking, politiek en vakbeweging. Bij de klimaatcrisis en energietransitie spelen vergelijkbare kwesties. Wat speelt er al niet mee bij de realisatie van windmolens, zonneparken, dijkverhoging, landonteigening (enzovoorts). Het wonen, de vertrouwde woonomgeving, de afstand tot school en werk, veel komt in het geding. Dat leidt tot nieuwe belangentegenstellingen. Zie bijvoorbeeld de huidige strijdpunten van de ‘Warmtewet 2.0’, waarin grote warmteleveranciers worden bevoordeeld boven kleinere initiatieven.
De aardbevingen en de afhandeling van de schade in Groningen bewijzen dat een regering die commerciële partijen de vrije hand geeft, zelf vastloopt. De staat had geen centrale regie toen het grondig mis ging. Chaotische procedures ontstonden en werden bij herhaling weer gewijzigd, terwijl intussen de NAM en de staat de leveringszekerheid en de winst centraal bleven stellen. Concrete gevallen van de schadeafhandeling leidden tot talloze conflicten en ellenlange geldverslindende procedures. Dat speelt nog steeds.
Het noodzakelijke minimumniveau van participatie en medezeggenschap
We kunnen gerust stellen dat uit de bovengenoemde feiten ondubbelzinnig gebleken is dat Nederland zo’n ‘groot project’ helemaal niet aankan, wanneer concerns alle ruimte krijgen en relevante groepen, zoals de bewoners, worden genegeerd. Er speelt niet alleen onwil, maar ook onbekwaamheid mee.
Daar tegenover hebben in verschillende fasen uiteenlopende groepen, bewoners, organisaties, bedrijven, vakbonden, politieke partijen, gemeentebesturen (enzovoort) een rol gespeeld. Zoals was er deelname van FNV en CNV in het Groninger Gasberaad. De leefomstandigheden en het belang van de regio, zoals scholing en werkgelegenheid, zijn immers aan de orde.
De aanpak die nodig is om de klimaat- en biodiversiteitscrisis te bestrijden grijpt ook diep in, uitwaaierend in tal van ‘projecten’ over bijvoorbeeld werkgelegenheid, scholing en demografische veranderingen. Daarom is in het hele proces een eigen, actieve rol voor vakbeweging weggelegd. De vakbond kan een democratische massalijn voorstellen en ondersteunen. Op basis van het bewonersbelang opkomen voor speelruimte van hun organisaties. Geen inperking van medezeggenschap tot commentaar op kant-en-klare, gereedliggende plannen, maar partijen eerder laten deelnemen in het proces van besluitvorming, timing en uitvoering. Dit democratisch aspect kan in de klimaatcrisis nooit alleen aan de overheid worden toevertrouwd, vanwege zowel het gebleken gebrek aan kwaliteit als om de belangenverstrengelingen.
Bij grote veranderingen kan de weerstand groot en terecht zijn. Dus is betrokkenheid, initiatief en leiderschap nodig in een democratisch proces. Dan spelen ook de bekende valkuilen een rol, zoals de verbale zoektocht naar ‘draagvlak’. Die drukt vaak een ontoereikende en verkeerd geplande vorm van ‘mede beslissen’ uit. Dan bestaat eerder een vorm van repressieve tolerantie. Hetzelfde geldt voor de term ‘klankbordgroep’, waarmee overheden vaak niets anders bedoelen dan bewoners vrijblijvend ideeën te laten spuien.
Grote veranderingen die nodig zijn om de klimaatcrisis het hoofd te bieden vereisen meer dan steeds hetzelfde ontwikkelmodel toe te passen. Dat werkt immers niet, want er bestaan altijd relevante lokale verschillen. Over een minimumniveau van participatie en medezeggenschap valt echter wel wat te zeggen. Over dat wat noodzakelijk is:
1 – Permanent medebeslissingsrecht van de lokale bevolking. Direct of via vertegenwoordiging. Tijdens het hele proces, dus niet alleen bij de start of halverwege.
2 – Idem een permanente rol van milieuorganisaties, vakbeweging en de wetenschap.
3 – Een heldere regierol voor de overheid, rekening houdend met de democratische afspraken.
4 – Transparante technische inbreng van deskundigen in alle fasen van het proces.
De hier gekozen volgorde van participanten is geen vergissing. Het ‘Groningen-gasveld’ leert dat juist de bewoners vaak de juiste processtappen voorzagen en een activerende, versnellende rol konden spelen, terwijl de regering niets te bieden had. Democratische participatie veronderstelt lokale allianties van de eigen organisaties van de bevolking, milieuorganisaties, vakbonden en lokale politiek. De krachten blijven bundelen.
Wouter ter Braake zegt
Goede analyse en helder geschreven, met name over de noodzaak van echte burgerparticipatie.
Stuur het naar Tjeenk-Willink met de aanbeveling dit in de verkenningsronden aan alle partijen voor te leggen.