We waren het even vergeten, maar zijn inmiddels hard met de neus op de feiten gedrukt. Als de regens beginnen is het hete seizoen weliswaar ten einde, maar begint het benauwde seizoen. De temperaturen lopen een paar graden terug, maar de luchtvochtigheid neemt enorm toe, waardoor het veel warmer aanvoelt dan het is. Waar we het hete seizoen relatief gemakkelijk doorstaan loopt nu ’s morgens vroeg het zweet al in stralen over onze lijven.
Het begrip gevoelstemperatuur, dat in Nederland meestal bij extreme kou van stal gehaald wordt, blijkt geen loze praat te zijn. Vorige maand was het 41 graden en was dat ook de gevoelstemperatuur. Vanmiddag was het hier iets koeler, 39 graden, maar de gevoelstemperatuur was maar liefst 47 graden. We hadden ook de indruk dat het niet eerder zó warm was geweest.
Te vroeg gejuicht dus, en dat is ons de afgelopen dagen vaker overkomen. Bijvoorbeeld toen we juichten omdat de grote boom de eerste storm doorstaan had. Vanmiddag rommelde het zoals gewoonlijk weer wat in de verte en op een gegeven moment vielen er zelfs een paar druppels, maar dat stopte ook weer. Totdat de weergoden in een keer vol op het orgel gingen. Eerst door alleen een enorme plensbui over ons uit te storten, maar vervolgens door daar gigantische stormwinden aan toe te voegen. Dachten we eerst nog buiten, onder het dak te kunnen blijven zitten, uiteindelijk moesten we naar binnen om het droog te houden. Van daaruit zagen we het gebeuren. “De boom staat scheef”, zei Mieke. Heel even had ik de illusie dat de wind wat minder werd, maar bij de volgende vlaag was het gebeurd.
Gisteren juichten we omdat de restaurants weer open mochten. In tegenstelling tot in Nederland zijn de meeste restaurantjes hier geen luxe locaties. In een simpel Thais eettentje eet je goedkoper dan wanneer je zelf kookt. Veel Thaise mensen hebben om die reden niet eens een keuken. Gelukkig kon er de afgelopen weken wel gewoon eten afgehaald worden. Maar wij wilden wel weer eens in een restaurant eten waar we al maanden niet geweest waren, dus we reserveerden een tafeltje. Kort daarna kwam buurman Toey aanlopen, met de mededeling dat we de boel een beetje in de gaten moesten houden, want hij ging zijn landje afbranden. Herinneringen kwamen boven aan een slecht uitgemaakt barbecue-vuurtje dat vorig jaar ons land op kroop terwijl we al in bed lagen. En aan de fontein die opspoot toen een vuurtje van Toey onze waterleiding deed smelten.
Dus zaten we ’s avonds niet in het restaurant, maar gewoon thuis met een halve fles bier, een zak chips en een instant noedelsoepje. Het vuur heeft deze keer ons landje niet bereikt. Daar konden we dan in ieder geval nog over juichen.