Ongeveer 2500 mensen zijn de laatste maand in Rakhinestaat in het overwegend boeddhistische Birma (Myanmar) ontheemd geraakt na gevechten tussen het Arakan Army (AK) dat meer autonomie wil voor etnische minderheden, en Birmese veiligheidstroepen. In het gebied brak in 2017 de wat genoemd wordt Rohingya crisis uit. Hetgeen leidde tot de vlucht van ongeveer 750.000 Rohingya moslims naar Bangladesh.
Farhan Haq, woordvoerder van de Verenigde Naties, zei woensdag dat ongeveer 2.500 mensen hun huizen en land zijn ontvlucht sinds begin december 2018 toen er botsingen uitbraken met het AK. Het Birmese leger kondigde vorige maand een vier maanden durende stopzetting van de gevechten in het noorden en noordoosten van het land aan, in wat een zeldzame verzoenende beweging leek te zijn, gericht op het op gang brengen van vredesbesprekingen met de gewapende groepen. De staat Rakhine werd van de pauze uitgesloten, waardoor twijfel ontstond over de bereidheid van het leger om een einde te maken aan alle conflicten in het land.
Een rapport door de onderzoekers van de VN in augustus vorig jaar toonde aan dat Birmese militairen massamoorden en groepsverkrachtingen uitvoerden op Rohingya.