Zeshin – Als je hier in deze overgeorganiseerde maatschappij de dharma wilt verbreiden zal je flinke scheuten water bij de wijn moeten doen. We leven nu eenmaal in een op christelijke leest geschoeide maatschappij, en vanuit deze opvoeding is het moeilijk je een boeddhistische visie eigen te maken.
De verbreiding van de boeddhistische ideeën, zoals “de ontkenning van een permanent zelf” en “het tijdelijke van alle levende wezens” heeft grote invloed op de Aziatische maatschappij. Voor de meest Aziaten is het boeddhisme meer dan een religie of een ceremoniële bescherming. In Japan wordt het zelfs gezien als een leer, ontworpen als hulp voor de mens om meer inzicht in zichzelf en zijn relatie met de wereld te krijgen om op die manier zowel voor de wereld als zichzelf de angst en het lijden tot een minimum te beperken. Boeddha was tenslotte een gewoon mens en geen god. Zijn verlichting was geen staaltje van een bovennatuurlijke openbaring.
Ujukarin reageert op de stelling van Zeshin dat in westerse sangha’s water bij de wijn gedaan moet worden.
Waarde Zeshin,
Er zitten goede kanten in deze bespiegelingen maar ook sterk onderbelichte zaken en daardoor foute conclusies. En als lid van een der Westers Boeddhistische bewegingen waar ik echt geen greintje christelijke conditionering (maar natuurlijk wel de westerse cultuur) kan ontdekken was die conclusie te verwachten. Het feit dat onze aanpak ook succesvol is in o.a. India, en juist niet bij de verwesterse lagen van de bevolking daar, ondersteunt mijn statement.
Ik zou zeggen dat er enkele fundamenten moeten gelden voor elke traditie die ‘universeel boeddhistisch’ wil zijn in de 21e eeuw.
- Vrijheid qua levensstijlen. Een monastieke celibataire stijl, veelal gecombineerd met fulltime voor de sangha werken, moet geboden worden. Maar eveneens een volwaardige deelname van mensen die parttime verbonden zijn en in welke vorm dan ook niet celibatair.
- De teachings moeten op de een of andere wijze terug te leiden zijn tot de Boeddha. Dat geldt voor mahayana (inclusief zen) en vajrayana even goed als voor theravada, waarbij we beslist meenemen dat erg veel van het huidige theravadaboeddhisme in Zuid-Azie juist vloekt met boeddhistische principes zoals geweldloosheid, tolerantie en invidivuele vrijheid.
- Vrijheid qua lesgeef-stijl. Helemaal mee eens dat sangha (dus je aansluiten bij een meer structurele groep spirituele vrienden) essentieel is voor serieus boeddhisme; cursussen en betalende bezoekers zijn een ‘opstapje’ naar een dana-model maar daarmee niet totaal verkeerd.
Maar ik lees graag jouw danwel andermans bijdragen waarom mijn fundamenten niet zouden kloppen en jouw vrij sombere conclusie wel!
With folded palms,
Henk van Kalken zegt
Ik vraag me weleens af of Boeddha het wat betreft zijn aarzeling om zijn leer te verkondigen niet volkomen bij het rechte eind had. Wat zou hij vinden van ‘boeddhisme,’boeddhistische ideeën, scholasieke en monastieke fundamenten, onze regelzucht zowel als de neiging om zijn lessen in organisatiestructuren samen te brengen? Niet dat ik nou een antwoord heb op de vraag hoe het dan allemaal zou moeten, maar hoe kun je nou tussen al die tradities, regeltjes, opvattingen en overtuigingen, al dan niet in voorschiften vastgelegd ooit ontdekken wie je bent?
Ujukarin zegt
Mee eens Henk. Het is en blijft balanceren op hele dunne koorden om datgene dat ik er zelf van ervaren heb (en dat is nog bepaald geen Verlichting) over te dragen. Door o.a. taal te gebruiken zonder vastgezet te worden in de beperkingen van dat medium; door sangha te bouwen zonder vastgezet te worden in de beperkingen van ons niet-verlichten (zoals teveel structuren, macht, projectie etc. etc)
Maar we blijven het proberen ;-)
With folded palms,
Daishin zegt
“Ik zou zeggen dat er enkele fundamenten moeten gelden voor elke traditie die ‘universeel boeddhistisch’ wil zijn in de 21e eeuw.”
Ujukarin bepaalt voor elke boeddhistische traditie welke de fundamenten moeten gelden.Is de Ujukarin de nieuwe maitreya die op aarde is geland?
Ujukarin reageert als gewoonlijk bijna niet op de inhoud van het stukje, maar klopt zichzelf op zijn borst hoe succesvol zijn organisatie wel is.
Complimenten voor de reactie van dhr van Kalken.
Ujukarin zegt
Ik snap je respons echt niet, Daishin. Zowel Zenbewegingen als die waar Zesshin toe behoort als mijn beweging bouwen sangha en hebben daar enig succes in. En mensen zonder sangha hebben, zie o.a. https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/70394-70394/, het boeddhisme niet begrepen; of dat nu een regelmatig samenkomende club volgelingen is danwel een online community maakt niet veel uit. Waar ik met Zeshin van mening verschil is o.a. in welke mate de bouwproblemen te maken hebben met Christelijke cultuur. En als je nog wat meer duidelijkheid wilt, een poging tot repliek op zijn laatste alinea:
‘De problemen waar je als (zen) – boeddhist tegenaan loopt is de westerse op het ego gerichte cultuur die een infrastructuur van sangha-vorming in de weg staat.’
Geheel mee eens, Goff’s reactie demonstreert het onbegrip over sangha en het onjuist hanteren van ego ten voeten uit!
‘Veel westerlingen die aan (zen) – boeddhisme beginnen denken iets voor zichzelf te kunnen halen of bereiken. Westerlingen komen niet met het idee om zich aan te sluiten bij een groep, om het idee of het wezen van die groep groter of sterker te maken en zo je eigen- en de groepsontwikkeling te vergroten. Het grootste misverstand is dat veel westerlingen menen dat het (zen) – boeddhisme als therapie of cursus gekocht of verkocht kan worden, waarbij volledig aan het begrip ‘dana’ en sangha voorbij gegaan word.’
Ook geheel mee eens. Al zou ik wel nuanceren dat dit in zekere zin ook voor veel Aziatisch boeddhisten geldt, daar zie je 90% ‘breiclubjes-gedrag’ plus nog allerlei misbruik van boeddhisme voor uiterst onethische zaken en slechts een beperkte groep die dana en sangha echt begrepen heeft.
‘Nu is de vraag aan veel (zen) – boeddhistische leraren: hoeveel water kun je bij de wijn doen?’
Mee eens, maar de 3 criteria die ik in de eerste respons gaf zijn m.i. een beginnetje voor een richtsnoer.
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
Het sangha-idee doet het boeddhisme de nek om. Het is anno 2018 een nietszeggend – loos- concept. In onze gedigitaliseerde en geglobaliseerde wereld is iedereen elkaars potentiële medestrever en potentiële tegenstrever. Geen enkele ‘sangha’ heeft het vanaf 1900 meer dan twee hooguit drie generaties uitgehouden. En dat lijkt me geen toeval.
zeshin zegt
Ujukarin, je bent het schoolvoorbeeld, met drie stellingen leg je vast wat ik met mijn artikel bedoel.
(En hoe goed hun intenties en bedoelingen ook waren, ze hebben niet kunnen voorkomen dat hiërarchische patronen binnen sangha’s ontstonden en dat de institutionalisering in razend tempo ook hier gerealiseerd werd.)
Ujukarin zegt
Dank, Zeshin ;-)
Kleine nuance is echter dat alle drie de stellingen het juist over VRIJHEID hebben en niet per se over institutionalisering. Ook een positief werkende sangha kan geheel zonder sterke leraar-rol en zonder bestuur, en de flexibiliteit van Boeddha’s leer staat ook toe dat er dingen terug te leiden zijn op hem die nu nog rare toekomstmuziek zijn.
Maar de Ehipassiko-natuur van de Leer, kom-en-zie-of-het-werkt, houdt m.i. ook in dat je gezamenlijk als volgelingen bepaalt wat nog Leer is (voldoende authentiek) en wat juist materialistisch-egoistische corrumperingen zijn vanuit individuen danwel vanuit de westerse cultuur. Houd je die sluizen niet redelijk dicht dan is er spoedig geen Dharma meer over ;-)
With folded palms,
Arjan Schrier zegt
Een duit in de zak vanuit sutta’s:
Er zijn twee sangha’s: de gewone volgelingen met hun eigen culturele achtergrond die zo goed en kwaad als het gaat op het achtvoudige pad voortmodderen.
En de ariya sangha.
Ik plak wat in, beter goed gegapt dan slecht zelf nagedaan:
Saṃgha (lit.: congregation), is the name for the Community of Buddhist monks. As the third of the Three Gems or Jewels (ti-ratana, q.v.) and the Three Refuges (ti-saraṇa, q.v.), i.e. Buddha, Dhamma and Saṃgha, it applies to the ariya-saṃgha, the community of the saints, i.e. the 4 Noble Ones (ariya-pugga, q.v.), the Stream-winner, etc.
en
ariya-puggala: or simply ariya: ‘Noble Ones’, ‘noble persons’.
(A) The 8 ,a. are those who have realized one of the 8 stages of holiness, i.e. the 4 supermundane Paths (magga) and the 4 supermundane Fruitions (phala) of these paths. There are 4 pairs:
1. The one realizing the path of Stream-winning (Sotāpattimagga).
2. The one realizing the fruition of Stream-winning (Sotāpattiphala).
3. The one realizing the path of Once-return (Sakadāgāmiphala).
4. The one realizing the fruition of Once-return (Sakadāgāmiphala).
5. The one realizing the path of Non-return (Anāgāmimagga).
6. The one realizing the fruition of Non-return (Anāgāmiphala).
7. The one realizing the path of Holiness (Arahatta-magga).
8. The one realizing the fruition of Holiness (Arahatta-phala).
Summed up, there are 4 noble individuals (ariya-puggala): the Stream-Winner (Sotāpanna), the Once-Returner (Sakadāgāmi), the Non-Returner (Anāgāmī), the Holy One (Arahat).
In A. VIII,10 and A. IX, 16 the gotrabhū (q.v.) is listed as the 9th noble individual.
According to the Abhidhamma, ‘supermundane path’, or simply ‘path’ (magga), is a designation of the moment of entering into one of the 4 stages of holiness – Nibbāna being the object – produced by intuitional insight (vipassanā) into the impermanence, misery and impersonality of existence, flashing forth and forever transforming one’s life and nature. By ‘fruition’ (phala) is meant those moments of consciousness which follow immediately thereafter as the result of the path, and which in certain circumstances may repeat for innumerable times during the life-time.
(I) Through the path of Stream-winning (Sotāpatti-magga) one ‘becomes’ free (whereas in realizing the fruition, one ‘is’ free) from the first 3 fetters (saṃyojana, q.v.) which bind beings to existence in the sensuous sphere, to wit: (1) personality-belief (sakkāya-diṭṭhi; s. diṭṭhi), (2) skeptical doubt (vicikicchā , q.v.), (3) attachment to mere rules and rituals (sīlabbata-parāmāsa; s. upādāna).
(II) Through the path of Once-Return (Sakadāgāmi-magga) one becomes nearly free from the 4th and 5th fetters, to wit: (4) sensuous craving (kāma-cchanda = kāma-rāga; s. rāga), (5) ill-will (byāpāda = dosa, s. mūla).
(III) Through the path of Non-Return (Anāgāmi-magga) one becomes fully free from the above-mentioned 5 lower fetters.
(IV) Through the path of Holiness (Arahatta-magga) one further becomes free from the 5 higher fetters, to wit: (6) craving for fine material existence (rūpa-rāga), (7) craving for immaterial existence. (arūpa-rāga), (8) conceit (māna, q.v.), (9) restlessness (uddhacca, q.v.), (10) ignorance (avijjā, q.v.).
The stereotype Sutta text runs as follows:
(I) “After the disappearance of the three fetters, the monk has won the stream (to Nibbāna) and is no more subject to rebirth in lower worlds, is firmly established, destined for full enlightenment.
(II) “After the disappearance of the three fetters and reduction of greed, hatred and delusion, he will return only once more; and having once more returned to this world, he will put an end to suffering.
(III) “After the disappearance of the five fetters he appears in a higher world, and there he reaches Nibbāna without ever returning from that world (to the sensuous sphere).
(IV) “Through the extinction of all cankers (āsava-kkhaya) he reaches already in this very life the deliverance of mind, the deliverance through wisdom, which is free from cankers, and which he himself has understood and realized.”
For the various classes of Stream-winners and Non-Returners, s. Sotāpanna, Anāgāmī.
uit:
https://www.budsas.org/ebud/bud-dict/dic3_a.htm
Ujukarin zegt
Klopt, maar een tekst in een AN pali soetra verdedigt weer duidelijk de moderne brede interpretatie van het woord.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sangha_(boeddhisme)
(Hij is weer eens uit de Engelse wiki verdwenen, zal hem t.z.t. weer aldaar toevoegen want hij wordt door een boeddholoog geciteerd met deze moderne interpretatie en is dus even wiki-waardig als de rest van de interpretaties ;-)
Anyway in deze draad vind ik het bijzaak: een netwerk van spirituele vriendschappen is voor mij het 3e juweel en daarmee kern van boeddhist-zijn. Of dat nu ‘sangha’ genoemd wordt of een andere term moet krijgen. Levensstijl, zie mijn respons boven, is nauwelijks relevant om te bepalen of iemand een goed boeddhist is en mag dus ook niet bepalen of je al dan niet 3e juweel bent.
With folded palms,
Joop Ha Hoek zegt
In het algemeen staan we geen Engelstalige teksten toe in deze Nederlandstalige krant. En we zijn zeer terughoudend in het plaatsen van een link naar andere sites. Dat vinden we te gemakkelijk. Kraak de eigen hersenen en leun niet te veel op andermans stellingen.
De uitgever.