Een godsdienst, religie, kan het leven van mensen helemaal kapot maken. Zo staan ze onder druk van hun religieuze omgeving, de organisatie, kerk, om tegen hun wil dingen te doen of te laten. Hun langdurig lijden kan leiden tot het religieus trauma syndroom (RTS).
Het lijden beperkt zich niet tot zwaar christelijke orthodoxe gemeenschappen. In Nederland- en elders, ik beperk me tot degenen die ik ken, zijn mensen die gebroken hebben met het boeddhisme, beelden, altaartjes en boeken de deur uit hebben gedaan. Redenen van hun vertrek waren onder meer seksueel misbruik in sangha’s door leraren en anderen, het niet vervolgen van daders, machtsmisbruik, het ontbreken van de mogelijkheid je te mogen uiten over het gedrag van een leraar en organisatie en het isolement dat werd ervaren na een kritische houding. Er zijn er ook die met deze religie braken om hun kinderen- een nieuwe generatie boeddhisten, te beschermen tegen, wat zij noemen, geestelijke en fysieke beschadiging binnen sangha’s.
‘Ik worstel echt en ben vastbesloten nooit meer terug te keren tot de religie waarin ik werd opgevoed, maar ik wil niet langer in angst en depressie leven. Het lijkt alsof ik door het oerwoud loop met mijn machete; niemand om mijn krankzinnige en soms beangstigende gedachten mee te delen.’
‘Na jaren van depressie, angst, woede, en tenslotte een week in een psychiatrische inrichting een jaar geleden, probeer ik nu de stukken bijeen te rapen en daar iets logisch van te maken. Ik ben verward. Mijn hele identiteit is een versnipperde, verwarde kluwen. Ik verkeer in uiterste beroering.’
Deze reacties zijn niet ongebruikelijk voor mensen die lijden aan religieus trauma syndroom (RTS). Religieus trauma? Wordt religie niet geacht behulpzaam te zijn, of tenminste goedaardig? In het geval van fundamentalistische geloven, verwacht men dat het opgeven van een geloof uit de kindertijd is als het opgeven van geloof in Sinterklaas – een beetje droevig, maar in wezen een kwestie van opgroeien.
‘Maar religieuze indoctrinatie kan enorm beschadigend zijn, en het breken met een autoritair soort religie kan beslist traumatisch zijn. Het betekent een compleet overhoop halen van iemands beeld van de werkelijkheid, inclusief de eigen identiteit, die van andere mensen, het leven, de toekomst, alles. Mensen die hiermee niet bekend zijn, inclusief therapeuten, vinden het moeilijk de pure terreur die het teweeg kan brengen en het benodigde herstel daarvan, naar waarde in te schatten’, zegt psychologe dr. Marlene Winell, deskundige op het gebied van het religieus trauma syndroom. Winell behaalde haar doctoraat in menselijke ontwikkeling en gezinsstudies op de Penn State University, en doceerde vervolgens aan Colorado State University, Boulder Graduate School en University of California, Santa Cruz. Zij had van 1987-1994 een privé praktijk, die ook het toezicht en de training omvatte van therapeuten in Colorado. Voordat ze naar California kwam, werkte ze zeven jaar als psycholoog in Australië. Momenteel is ze gevestigd in Berkeley, USA, waar ze een consultancy praktijk heeft.
De kudde verlaten
Dr. Winell werd opgevoed door ouders die beiden missionaris waren. Ze raakte als tiener doordrongen van haar eigen geloof, maar brak daarmee tijdens haar collegejaren. Ze ontdekte dat het proces van uitbreken erg moeilijk was, dus volgde ze dit op met professioneel onderzoek op dit terrein. De resultaten daarvan leidden tot haar boek ‘Leaving the Fold: a Guide for Former Fundamentalists and Others Leaving their Religion’ (De kudde verlaten: een gids voor voormalige fundamentalisten en anderen die hun religie verlaten), en de ontwikkeling van educatieve behandelingsstrategieën voor het herstel van de nadelige gevolgen van religieuze indoctrinatie.
Volgens Winell wordt het tijd dat de gemeenschap het werkelijke trauma erkent dat religie veroorzaakt. Winell: ‘Ik begon met te schrijven over mijn eigen herstel van een fundamentalistisch christelijke achtergrond, en ontdekte al spoedig dat ik hierin niet alleen stond. Veel anderen verlangden er naar dit verborgen lijden te bespreken. Sindsdien heb ik ongeveer twintig jaar gewerkt met cliënten op het terrein van herstellen van religie. Net zoals het duidelijk benoemen van problemen als anorexia, PTSS, of bipolaire afwijking het beëindigen van zelfbeschuldiging mogelijk maken, en we verder kunnen gaan met het onderzoeken van de herstelmogelijkheden, moeten we RTS kunnen aanpakken. Het internet staat vol verhalen over pijn door RTS en hulpvragen.’
Taboe doorbreken
Momenteel schijnt het ter discussie stellen van schadelijke geloven en foute praktijken in religie een taboe te doorbreken, zelfs onder professionele hulpverleners. We koesteren onze vrijheid van expressie, van samenscholing en van religie in onze gemeenschap. Onze wetten en praktijken weerspiegelen het algemene principe dat zolang we anderen niet schaden, we kunnen doen wat we willen. Kinderen dwingen naar de kerk te gaan lijkt nauwelijks een misdaad. Aangenomen wordt dat werkelijke schade wordt aangericht door extreme randgroepen, die we “sekten” noemen, en gevallen van ritueel misbruik zijn bekend. Bovendien hebben religieuze instituten een gevestigd belang in het bevorderen van een onkritische houding. Maar gedachten-beïnvloeding en emotionele beschadiging zijn in feite de norm voor veel grote, autoritair religieuze groeperingen. Het goedpraten van religie maakt het des te meer verraderlijk. Wanneer de gemeenschappen zo groot zijn en de praktijken zo gebruikelijk, worden de slachtoffers doodgezwegen, zegt Winell,
Lijden
Therapeuten hebben volgens Winell geen echt toepasselijke diagnostiek in hun handboeken. Zelfs in de meest gebruikelijke lijst van psychologische storingen, onder al de veranderingen, verliezen en verstoringen, is nergens sprake van het loslaten van iemands religie. Toch kan dit volgens haar de grootste crisis zijn die men ooit kan ondervinden. Het is belangrijk dat therapeuten zich dit bewust worden, omdat steeds grotere aantallen mensen de traditionele religies verlaten en zij aangeven reëel te lijden.
Het religieus trauma syndroom is de conditie die wordt ervaren door mensen die worstelen met het loslaten van een autoritaire, dogmatische religie en die met de schade van indoctrinatie te maken krijgen. Ze gaan door een fase van het uiteenvallen van een persoonlijk, betekenisvol geloof en/of zich losmaken van een begeleidende gemeenschap en levensstijl. De symptomen komen het meest overeen met die van een Posttraumatisch Stress Syndroom (PTSS), die kan ontstaan uit het ervaren van een doodsbedreigende situatie of het geconfronteerd worden met de dreiging van zwaar letsel, en veroorzaakt gevoelens van paniek, hulpeloosheid of verschrikkelijke angst. Dit kan door een enkel voorval komen, of een bepaald soort chronisch misbruik. Bij RTS is er chronish misbruik, in het bijzonder van kinderen, plus het grote trauma van het verlaten van de gemeenschap. Net als bij PTSS is het effect van RTS langdurig, met beangstigende gedachten, negatieve emotionele condities, aangetast sociaal functioneren, en andere problemen.
Giftig
Bij RTS is het trauma tweevoudig, zegt Winell. Ten eerste, de doctrines en praktijken van een strenge religie kunnen giftig zijn, en levenslange mentale schade aanrichten. In veel gevallen wordt de emotionele en mentale schade vermeerderd door fysiek en seksueel misbruik vanwege de patriarchale, onderdrukkende aard van het milieu.
Ten tweede, het vertrek uit een religieuze gemeenschap voegt nog eens enorme stress toe, daar een individu worstelt met als het ware het achter zich laten van één wereld en het binnentreden in een nieuwe wereld. Meestal betekent dit een aanzienlijk en plotseling verlies van sociale steun, terwijl men opziet tegen het reconstrueren van zijn leven. Mensen die uittreden zijn meestal slecht voorbereid om hiermee om te gaan, omdat ze een beschut leven hebben geleid en geleerd hebben de seculiere wereld te schuwen, en omdat hun persoonlijke vaardigheden, zoals zelfvertrouwen en onafhankelijk denken, onderontwikkeld zijn.
‘ Ik was wanhopig of ik ooit nog normaal zou zijn, of ik in staat zou zijn veertig jaar hersenspoeling ongedaan te maken, zegt een slachtoffer. ‘Ik heb al mijn vrienden verloren. Ik verloor de hechte familiebanden. Ik heb zo veel verloren door deze kwaadaardige religie en ik ben kwaad en verdrietig tot in mijn diepste wezen…. ik heb heel hard geprobeerd nieuwe vrienden te maken, maar daar heb ik ellendig in gefaald…. ik ben zeer eenzaam’, zegt een ander. Hoewel de schade aangericht door seksueel misbruik of een natuurramp makkelijker te begrijpen zijn, kunnen religieuze praktijken net zo schadelijk zijn. Steeds meer mensen hebben hulp nodig, en de taboes op het bekritiseren van religies dienen ter discussie worden gesteld, meent Winell.
Verbroken familieverbanden
De Nederlandse Marga Vroom is ervaringsdeskundige en coach op het gebied van het begeleiden van slachtoffers van RTS. ‘Ik ben uitermate bekend met de problematiek, immense pijn, depressies, angsten, eenzaamheid, gemis van sociale netwerk, schuldgevoel, taboes, verdriet, bijbeltaal, gebrokenheid, scheve of verbroken familieverbanden, misbruik en frustraties. Te veel om het hier te benoemen, wie als kind gekreukeld is moet als volwassene leren strijken…’
Marga Vroom: ‘Ik ben zelf opgegroeid in een orthodox gereformeerd gezin en op autoritaire wijze opgevoed die men onder psychologen ook wel “zwarte pedagogiek” noemt. Met deze doelgroep heb ik ook de meeste ervaring. Qua misbruik heb ik dat alleen geestelijk ervaren, de angst voor de hel en satan was 24/7 aanwezig. Angst voor alles wat anders dacht dan “wij”, daar was ik doodsbang voor. Het leven was ook heel stil, geen tv, radio of andere wereldse zaken.
Het duurde tot mijn 18e toen ben ik het huis uitgegaan om bovenstaande redenen. Er werd met niemand over gesproken. Ik ben gaan werken, gezin en kerk verlaten en geprobeerd zelf een leven op te bouwen. Je bent dan op een punt waarop je de wereld gaat ontdekken, bedenken wie je zelf bent en wat je wilt. Je hebt echt geen flauw idee omdat dit nieuwe vaardigheden zijn. Je staat er ook alleen voor want alle mensen om je heen zijn weggevallen. Ik heb nooit hulp gekregen van mensen waarmee ik 18 jaar gekerkt heb maar ik zou dit ook niet gewild hebben. Ik was er helemaal klaar mee.
Flashbacks
Met vallen en opstaan is dit redelijk gelukt, de eerste 18 jaar had ik verdrongen naar een ver verleden. Ik ben getrouwd, twee kinderen gekregen maar op een gegeven moment, zo’n acht jaar geleden kreeg ik toch weer flashbacks van vroeger. Ik heb toen succesvol gebruik gemaakt van EMDR therapie en ben erover gaan praten met mensen die iets soortgelijks meegemaakt hadden. Veel bewegen en boeken lezen om anders te gaan leren denken. Dit heeft mij enorm geholpen en ik heb nu geen last meer van angsten. Ik kan onbevangen een dienst bijwonen als ik daar behoefte aan heb.
Het was moeilijk mensen te vinden die er überhaupt over wilden praten, uit schuldgevoel, loyaliteit of angst voor de kerk. Met de komst van internet is het veel gemakkelijker geworden en ben ik op een gegeven moment er via via ingerold en gevraagd door mensen of ze eens met mij mochten praten. Ik doe dit alleen op vrijwillige basis, om een breed maatschappelijk probleem aan de orde te brengen.
Ik werk met 1 cliënt tegelijk en alleen om er voor die ander te zijn omdat ik weet hoe moeilijk het is om erover te praten. Het gaat ook uitsluitend om het verhaal van de ander en niet mijn verhaal. Maatschappelijk zie ik zeker problemen, vaak zijn mensen niet weerbaar, hebben nooit geleerd voor zichzelf op te komen, hebben een negatief zelfbeeld, vaak een moeilijke relatie, niet kunnen genieten, groot schuldbesef etc. Ziekteverzuim is hoog onder deze mensen en psychologen die het fenomeen niet kennen weten er ook geen raad mee en bagatelliseren het probleem.
‘Afvalligen’
Kans op herstel is aanwezig maar niet voor iedereen. Vaak is gemis van familie en vrienden onoverkomelijk. Het is ook een proces wat jaren duurt. Elke verjaardag, begrafenis en feestdag is vaak weer een probleem omdat de “afvallige” gemeden wordt, wat erg pijnlijk kan zijn.
Ik werk fulltime in de acute zorg in een groot ziekenhuis en houd deze twee werelden strikt gescheiden. Ik ken honderden mensen bij wie dit probleem speelt. Er zijn ook vele en vele kerkverlaters die weinig of geen klachten eraan over gehouden hebben. Meer aan de kant van het donkere geloof (Jan Siebelink) liggen de problemen. Vrijzinnigen hebben een veel “lichter” geloof en zijn niet bedreigd met hel en verdoemenis.
Tijdens een kennismakingsgesprek bespreken we de hulpvraag en naderhand maak ik een plan van aanpak. De hulpvragen zijn divers, van het bespreken van bijbelteksten tot het meemaken van een (begrafenis)dienst, bemiddeling familie, erkenning en herkenning. Wat het meest bevalt is wandeltherapie, als er een klik is. Als ik er niet uit kom verwijs ik mensen door naar andere instanties.
Waar mensen zijn, zal misbruik zijn, maar het zou goed zijn om een landelijke hulporganisatie te realiseren die zich op deze groep richt en dat zich kan ontwikkelen tot een autonoom orgaan dat deze misstanden in kaart brengt en aan de kaak stelt. Waar de een de religieuze omgeving beschouwt als benauwend en het gevoel heeft dat er geen uitweg is, zijn er ook mensen die de positieve werking van een gemeenschap ervaren. Zij voelen zich geaccepteerd, geliefd en komen er tot rust.
Er worden ook ontzettend veel goede dingen gedaan, zoals hulp aan armen, naastenliefde, goede doelen, laten we dat vooral niet vergeten.’