Hoog is wie zijn laagheid kent. Wijs is wie de mens niet kent. Thuis is wie de weg niet kent.
Meester Tja
Meester Tja 65 – Wie er een doel van maakt, zal het nooit bereiken
Een voltooid leven bestaat erin te verdwijnen voor je sterft.
Meester Tja 64 – Een eeuwige ontlediging van de geest
Het Grote Tja is als het uitstromen van een rivier in zee, het opstijgen van de zee naar de wolken.
Meester Tja 63 – Hoe groot is een idee?
Is een geest in staat het Grote Tja te bewaren, dan keren alle gedachten zich spontaan tot hem. Ja en nee, hemel en aarde, deugd en ondeugd – alle tegenstellingen vermengen zich vrijelijk.
Meester Tja 62 – Mensen zijn onmensen, ik zeker
Mensen zijn gehecht, ik niet. Mensen zijn onthecht, ik niet. Mensen hebben antwoorden, ik niet. Mensen hebben vragen, ik niet.
Meester Tja 61 – De dienaren des levens zijn de dienaren des doods
Hetzelfde mes snijdt het vlees aan en de hals door.
Meester Tja 60 – Gezegend zijn de doden
Het is tot mijn verdriet dat ik in het doden vreugde vindt.
Meester Tja 59 – Mensen doden en laten doden
Mensen doden en laten doden, maar ze noemen het geen doden. Ze noemen het gerechtigheid. Ze noemen het euthanasie. Ze noemen het ruimen. Ze noemen het eten.
Meester Tja 58 – Zonder wapens geen wereld
Handen zijn wapens. Hoeven zijn wapens. Auto’s zijn wapens. Medicijnen zijn wapens. Kinderen zijn wapens. Woorden zijn wapens.
Meester Tja 57 – Als zelfs niet-weten is vergeten
Mag dat dan wijsheid heten?
Meester Tja 56 – Niet-weten is een weldaad voor de geest
Hoor ze toch eens tekeer gaan: ‘Alleen geweld kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen geweldloosheid kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen religie kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen innerlijke vrede kan een eind maken aan geweld!’
Meester Tja 55 – Dwazen zoeken wijsheid, wijzen gaan er voorbij
Dwazen zoeken wijsheid, maar wijsheid is zonder wijsheid. Het is de weidsheid voorbij alle wijsheid. Wijzen gaan overal voorbij.
Meester Tja 54 – Een denkbeeld voorbij alle denkbeelden
Nooit krijg je jezelf, de mens of de wereld in een hokje gepropt. Ze zijn groter dan alle denkbeelden bij elkaar.
Meester Tja 53 – Ik verloor mijn hemel en mijn hel
maar ik ben nimmer zonder Tja
Meester Tja 52 – Zo word je ’s werelds schilder
Doorzie het witte en het zwarte, dan word je ’s werelds schilder. De tienduizend tinten zul je welkom heten als je eigen palet.
Meester Tja 51 – Niet-gaan behoeft geen voertuig
Wie niet-doet hoeft nergens heen en heeft geen voertuig nodig.
Meester Tja 50 – De wijze aanvaardt zijn weigering
Waarom wij nooit tot volledige aanvaarding van de tienduizend dingen kunnen komen.
Meester Tja 49 – De beste luisteraar ligt op één oor
De beste spreker zegt maar wat, en zegt dat ook – bij dezen.
Meester Tja 48 – Een goede denker laat geen gedachten na
Een goede dichter opent. Een goede reiziger blijft thuis.
Meester Tja 47 – Waarom voor de wijze alles eenvoudig is
De wijze ziet de zwakheid van kracht en de kracht van zwakheid.
Meester Tja 46 – De wortel van wijsheid en dwaasheid
Wat wijsheid lijkt voor een dwaas, lijkt dwaasheid voor een wijze. Wijsheid kan de wortel van dwaasheid niet zijn, dwaasheid niet de wortel van wijsheid.
Meester Tja 45 – Wie stilte zoekt hoort alles
Wie bezorgd is over zijn bagage zal slecht slapen. Wie goed slaapt zal beroofd worden.
Meester Tja 44 – Mezelf ken ik wel het slechtst
De hemel ken ik als de aarde.
Meester Tja 43 – De wegleidweg naar de hemel
De weg van het Tja is de weg naar de hemel. De weg naar de hemel leidt overal van weg. Ook van de hemel. Het is een wegleidweg.