Stel je voor dat je op een avond even alleen bent op een balkon of in een tuin. Je kijkt naar boven, de hemel is helder en bezaaid met sterren. De sterren flonkeren, er zijn kleine en grote, heldere en minder heldere sterren. Je realiseert je hoe veraf de sterren moeten zijn en de hoeveelheid ervan doet je duizelen. Je realiseert je hoe klein je bent tegenover dat machtige uitspansel, een stofje zonder enige betekenis.