De bedelaars zeiden niks maar Bodai, overtuigd van zijn goede antwoord, ziet hoe de zwijgende bedelaars voor hem steeds indrukwekkender worden.
bodai
Bodai XV – ‘Ik ben geen bedelaar, maar een monnik’
Dreigend komt de baas op hem aflopen. Verbouwereerd loopt Bodai het marktplein op. Dan klinkt er een stem, die zegt: ‘Dat valt niet mee hè, eerwaarde.’
Bodai deel IVX – ‘Ik ben niet in de wieg gelegd voor monnik’
De wereld schudt op z’n grondvesten een inktzwart gordijn schuift voor de zon, dan is het doodstil.
Gestaag stroomt de tijd voorbij. Bodai deel XIII
Drie dagen na zijn negentiende verjaardag vraagt hij aan de lama: ‘Ik ben nu zeven jaar in de tempel en ik heb nog steeds geen prajna-ervaring gehad. Ik denk niet dat ik echt voor lama in de wieg ben gelegd.’
Bodai deel XII – Het zitten begint te wennen
Bodai wordt geplaagd door gedachten die een holle echo achterlaten.
De bel- Bodai deel XI
Na zijn buigingen vertelde Bodai in geuren en kleuren dat hij vannacht zichzelf zag slapen. Zoooooo, zei de lama, ‘als jij jezelf zag slapen,…. wie keek er dan?
Bodai deel X – de adem van de draak
Toen ik jong was stierf mijn vader en mijn grootmoeder, die zo lief voor me was, stierf ook. Ik werd heel hard met de dood geconfronteerd. Ik zag dat er geen ontsnappen aan geboorte en dood is.
Bodai deel IX – Varsika (de regentijd)
Bodai begon zo langzamerhand aan het kloosterleven te wennen. ’s Morgens meditatie en gym, na het eten werken en tempeldienst. Na de lunchpauze, werk en tempeldienst en na Yakusaki (dinner) meditatie en daarna naar bed.
Bodai deel VIII – In training
Onverwacht beginnen de monniken te zingen, tegelijkertijd wordt buiten de grote bel geluid. Dan loopt met veel gestommel de meditatiehal leeg en blijft Bodai vertwijfeld achter.
Bodai deel VII – een zware last
‘In ‘Waikali’ staat de school van de eerwaarde Lama Arala Kalama’, antwoordde Bodai met volle mond. ‘Naar het klooster van de ‘Diepe Vrede’, ‘vroeg de oude man. ‘Moet je daar iets brengen, een boodschap of zo?’
Bodai VI – Een verdwenen hoofd
Wat hij in het water zag, dat was hij niet, het was iets anders. Hij zag geen ogen, en ook geen mond, maar water!
Bodai V – De ontdekking
‘Er is vannacht iets raars gebeurd, ik kon alles zien terwijl ik sliep en ik zag mijzelf liggen, maar toen ik mijzelf zag wist ik niet wie er keek.’
Bodai deel IV- De grote slagerij
Je kunt niet leven zonder iets dood te maken of iets pijn te doen. Bodai begon te huilen, er kwam zo’n overweldigend verdriet in hem op, het leven was een grote cirkel van pijn en verdriet.
Bodai III- Zwerver zonder lichaam
Bodai werd boos op zichzelf, hij vloekte, iets wat hij nog nooit gedaan had. Hij mompelde, “waarom moet ik dan ook zo nodig lama worden’.
De sutra die je hart verwarmt (deel II) Bodai is jarig
Bodai, ik kan jouw pijn niet dragen, ik ben niet de weg, de waarheid of het leven. Jij bent de weg. Jij bent de waarheid. Jij bent het leven.
Bodai en het redden van alle levende wezens
‘Waarom heeft het beeld bij ons in de meditatiehal geen zwaard?
‘Dat heeft hij wel, Bodai. De stok die voor hem op het altaar ligt is zijn zwaard.’