• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Twaalfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Bodai -ongeschikt voor monnik

Bodai -ongeschikt voor monnik

22 november 2022 door Zeshin van der Plas

Hoe ontelbaar de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te redden.
Hoe enorm mijn fantasie daar over ook is, ik beloof te leren de werkelijkheid onder ogen te zien.
Hoe lang ik daar ook voor zal moet leren, ik beloof het onder de knie te krijgen.
Hoe lang ik ook met dit alles bezig zal zijn, ik beloof het helemaal af te maken.

 

Terwijl Edie thee inschenkt vraagt ze: ‘Waar ga je naar toe?’ ‘Hoe bedoel je?’ vraagt Bodai. Edie lacht en zegt: ‘Waar ga je heen, ben je boodschappen aan het doen, moet je naar iemand toe?’ ‘Nee zegt Bodai, ik ben weggelopen uit het klooster.’

Waarom, vraagt Edie.

Bodai zucht. ‘Ik ben niet in de wieg gelegd voor monnik.

Verbaast zegt Edie’: ’Nou als er iemand een monnik is dan ben jij het wel.’

‘Ach welnee ik ben een waardeloze mislukkeling, alle andere monniken hebben een  prajna-ervaring gehad, sommigen wel drie of vier keer, en ik zei de gek, nada noppes.’

En daarom ben je weggelopen?

Het heeft geen enkele zin, ik denk dat ik maar eens bij die steenhouwer ga kijken, misschien kan ik het baantje van jouw overleden man wel overnemen.’

De wereld schudt op z’n grondvesten een inktzwart gordijn schuift voor de zon, dan is het doodstil Bodai staart in een inktzwarte omgeving. Er is geen wind, geen gevoel van de warmte van de zon, geen geur van de bomen, het gras, geen zwaartekracht,…er is alleen een inktzwarte duisternis.  Gelukkig voelt hij zijn stoel nog. Als hij zijn voeten op de grond wil zetten is er geen grond, onwillekeurig grijpt hij zijn stoel vast bang om er vanaf te vallen. Zijn ademhaling is gejaagd, niet zo rustig als normaal. Alles is doodstil en inktzwart, hij is bang om in een oneindige diepte te vallen. Dan klinkt vanuit die duisternis een oorverdovend ‘KLOOTZAK’. In een ruk word het zwarte gordijn weggetrokken, in een verblindend licht ziet Bodai het gezicht van Edie, de tranen biggelen over haar wangen. Onwillekeurig grijpt Bodai naar zijn eigen wang, die gloeit alsof hij zware koorts heeft.

Edie kijkt hem met betraande ogen aan. Bodai begint te schateren van de lach- pakt haar beet en knuffelt haar plat. Als Edie weer een beetje lucht heeft zegt ze: ‘eigen schuld, je bent zo gevoelloos als de stenen die je wilt gaan hakken.’

Bodai straalt en hij vraagt haar: ‘Wat is mijn eigen schuld?’

‘Die klap die ik je gegeven heb,’ zegt Edie. Bodai begint weer te schaterlachen en zegt: Sorry hoor, maar zo had ik het niet bedoeld’ en hij geeft haar twee dikke zoenen. Edie is totaal van haar stuk gebracht en zegt: ‘Misschien heb je gelijk, jij bent wel de raarste monnik die ik ooit gezien heb.

‘Meisje,’ zegt Bodai, ‘… je moest eens weten, de hele wereld is van mij, ik zing met de vogels en brul met de beer, ik spat met het water van de beek en als even niemand kijkt, doe ik het nog een keer. Je mag me nog wel tien klappen geven.’

‘Ik denk er niet aan,’ zegt Edie, ‘maar wat ga je nu doen? Heb je geld om eten te kopen, waar moet je vannacht slapen?’

‘Nou,  over dat eten maak ik mij niet zo druk, maar dat slapen?… ik heb helemaal geen dekens, ik bedenk me opeens dat ik met lege handen het klooster ben uitgewandeld. Ik heb geen kommen, geen toiletgerei, je hebt gelijk ik ben een rare monnik.’

Bodai maakt een gek rondedansje en zingt:

Ik ben een rare monnik een hele rare monnik
Maar het kan me niet schele de wereld is van mij
En morgen zien we dan wel weer
Ik spetter spatte  met de beer
Ik zing met de vogels en zoem met de bij
Wat ben ik een grote stommerik

Bodai word aan zijn pij getrokken, hij kijkt naar beneden en Rada kijkt hem lachend aan en zegt: ‘Jij ben gek’, Mama, mag hij vannacht bij ons slapen?’

Edie ziet een van haar buren hoofdschuddend naar binnen lopen en ze zegt: ‘Maar wat moeten de buren daar van denken’. Bodai zegt: ‘Maak je niet druk dat komt wel goed, ik ga morgen weer verder, dan hebben ze voorlopig iets om over te praten.’

Vindt je het erg om in de schuur te slapen?
Nee hoor, mag ik je theekommetje lenen en dit stuk hout?
Jawel maar wat ga je er mee doen?
Ik ga er avondeten mee maken.

En terwijl hij door zijn knieën zakt vraagt hij aan Rada: ‘Wat vindt jij lekker’. Dal kosorie en raita yoghurt  en chapati, en ehhhh ladoo en eh…

Ho ho ho, roept Edie, meneer is monnik en geen tovenaar.

Bodai staat te lachen en zegt: ‘Ik weet niet hoe laat ik terug ben’ en hij wandelt zo het erf af richting de hoofdweg. Als hij bij de weg komt is het nog steeds een drukte van jewelste. Bodai gaat tegen een boom zitten, zet het theekopje voor zich op de grond en begint op het stuk hout te slaan. Pok pok pok pok pok pok klinkt het over de straat. Dan begint hij te zingen:

Namu Kara Tan No Tora Ya Ya Namu Ori Ya Boryo Ki Chi Shifu Ra Ya
Fuji Sato Bo Ya Moko Sato Bo Ya Mo Ko Kya Runi Kya Ya En Sa
Hara Ha Ei Shu Tan No Ton Sha Namu

Sommige voorbijgangers kennen  hem van de tempel en doen wat geld in het kommetje. Na een uurtje telt Bodai zijn opbrengst en dat valt heel niet tegen. Hij wandelt de weg af, net zolang tot hij een etensstalletje vind.

Heeft u ook Dal Kosorie voor drie personen, en ehhhh Naanbrood en ehhhhh Raita yoghurt, en ladoo, en wat van die Imarti koekjes?

De man heeft alles opgeschreven en vraagt; ‘Anders nog wat?’ ‘Nee dat was het wel’ zegt Bodai. Na een kwartiertje zijn de gerechten klaar en Bodai gaat op weg naar het huisje van Edie. Als hij het erf oploopt rent Rada hem tegemoet en duwt haar neus in de tas. Dan rent ze naar binnen en roept: ‘Mama, mama hij is wel een tovenaar, kom eens kijken’

Edie komt met een theedoek in haar handen naar buiten en vraagt verbaast: ‘Hoe heb je dat gedaan?’

‘Ach,… Hoe komt een monnik aan blote voeten,’ grapt hij. En terwijl hij het theekopje aan haar geeft zegt hij: ‘Kun je deze ook even afwassen? ‘ Verbaast kijkt ze van het kopje naar Bodai Ze zegt verrast ‘ maar,… er zit allemaal geld in.’

O ja, zegt Bodai zogenaamd verbaasd, laat eens kijken, mijn hemel, je hebt gelijk hoe komt dat er nou in? Rada is opgetogen en loopt al met borden te sjouwen. “Kom mama, we gaan eten.’ Bodai zet het gekochte op tafel. Edie staat met haar handen op haar wangen hoofdschuddend toe te kijken. ‘Nou, je mag nog wel een dagje blijven.’

Ze hebben erg veel plezier met z’n drietjes, als ze de afwas gedaan hebben is het voor Rada tijd om naar bed te gaan. Als Edie weer naar buiten komt helpt Bodai haar met de was opvouwen, en toen was er thee. Edie vraagt aan Bodai: ‘Wat ga je nou doen?’

‘Dat is een hele goeie vraag, ik heb eigenlijk geen idee ik denk dat ik er maar eens een nachtje over ga slapen.’

Als Bodai op zijn bedje in de schuur ligt staart hij in de inktzwarte duisternis van de nacht. Hij ligt op z’n rug met z’n handen onder het hoofd, is helder en klaarwakker. Onwillekeurig wrijft hij over zijn wang en denkt: ’Zeven jaar helemaal niks en de eerste de beste die mij een klap verkoopt.’ Hij voelt zich hier nog meer thuis dan zeven jaar geleden bij Padma de kluizenares. Zou het een idee zijn, om morgen weer eens bij Padma op bezoek te gaan? Nééééé, geen goed idee. Laten we maar kijken wat morgen brengt, besluit hij. Bodai draait zich om en het schuurtje is verdwenen.

Categorie: Boeddhisme, Columns, Geluk, Zeshin van der Plas Tags: bodai

Lees ook:

  1. Bodai –  De grote slagerij
  2. Bodai  – een zware last
  3. Bodai – in training
  4. Bodai – de adem van de draak

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

Zeshin van der Plas

Zenleraar, oud-globetrotter, oprichter van Suiren-ji zencentrum. Schrijver van versjes, liefhebber van het leven. www.zencentrum.nl 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door
  • Locaties
  • Overzicht op kaart

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

14 sep
Tao en geluk; vijf bijeenkomsten
14 sep 23
28 sep
Choosing Kindness - Ven. Amy Miller
28 sep 23
28 sep
ONLINE cursusreeks Dhammakaya meditatie
28 sep 23
29 sep
Retraite voor ouders
29 sep 23
29 sep
Zenweekend/retraite
29 sep 23
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    De taal van het lijden  (deel 1 van 3)

    gastauteur - 20 september 2023

    De taal welke zich op verschillende momenten in ons leven aan ons openbaart, meestal in de vorm van verlies, pijn en verdriet, het diep begrijpen ervan, te leren het lijden te omarmen, er ruimte voor te creëren, zodat het uiteindelijk los kan komen.  Leren één te worden met de ontvouwing van het leven en het ontdekken, blootleggen en hervinden van deze nobele waarheid. Hoewel dit vaak een erg zware taak lijkt, en voor velen van ons te moeilijk om zelfs maar over na te denken, ligt er binnen dit proces van herkennen en het omarmen van lijden, een ontvouwen van kalmte, vreugde, vrede en harmonie met onszelf en de wereld om ons heen. Elke keer dat we dichter bij deze ontvouwing komen, tillen we een klein stukje van de sluier op die ons ware wezen omhult.

    Taigu – Tibetaans bijgeloof op gespannen voet met anatman

    Taigu - 19 september 2023

    Het geloof dat Tibetaanse boeddhisten vertegenwoordigen in de zielsverhuizing van de dertiende naar de veertiende Dalai Lama, en bij diens overlijden naar de vijftiende, onderstreept nog eens de ondoorzichtige magie waarvan het Tibetaanse boeddhisme is doortrokken. Je zou het een scepticus niet kwalijk kunnen nemen, wanneer deze de conclusie trekt dat bij de overgang van de ene op de andere Dalai Lama een loopje wordt genomen met het leerstuk van anatman, een van de klassieke hoekstenen van het boeddhisme.

    Ardan, van zenleraar tot brugwachter – ‘Je opent de brug en je sluit ‘m weer. Bijna zen.’

    Ardan - 11 september 2023

    'Ik wil mezelf niet opzadelen met titels. En bovendien zei me de titel 'zenleraar' niet zoveel. Was ik nu anders geworden? Kon ik nu beter mensen begeleiden dan daarvoor? Het klopte voor mij niet. Datgene wat mij het meest gebracht had, namelijk die vrije vrouw/man zonder titel liep nu met een titel rond. En dat beviel me niks.'

    Pseudo-Cicero, pseudo-troost?

    Erik Hoogcarspel - 11 september 2023

    Cicero voert in zijn epistel aan dat we niet overmatig moeten rouwen om de dood van een geliefde, omdat er bij de dood voor de geliefde zelf weinig verloren gaat. Het leven is nu eenmaal niets dan ellende. Als je de pech hebt geboren te zijn geworden, kun je maar beter gauw dood zijn. Je hoeft ook niet oud te worden om te slagen in het leven.

    Wat loert daar in de duisternis?

    Kees Moerbeek - 10 september 2023

    Eeuwenlang zwierven ze in de bergen, de bossen, de velden, in de rivieren en langs de kust en joegen de Japanners de stuipen op het lijf of belaagden ze. Ze zijn ook nu niet weg te denken, de yokai.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Boeken – De bromvliegmethode
    • Ik weet niet wat discriminatie is
    • Duitse Letzte Generation sluit zich aan bij Extinction Rebellion
    • Sociale aspecten van het vroege boeddhisme (deel 2)
    • XR – Demonstratie tegen nieuwe gasboringen in de Noordzee

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.