Toen ik ging nadenken over het verzoek van de redactie om enige achtergrond te geven bij het elders in dit nummer staande artikel van Bhikkhu Bodhi over wedergeboorte, kwamen er drie punten omhoog die belangrijk leken om ter sprake te brengen: ten eerste de moeilijkheid om met zekerheid iets te zeggen over het hiernamaals; ten tweede de te nauwe opvatting die sommige westerse boeddhisten hebben van de leer van de Boeddha (de afgeknotte Boeddha-sâsana); ten derde de vraag in hoeverre geloof in wedergeboorte noodzakelijk is als motivering op het pad van de Boeddha.
Bhikkhu Analayo
Voorbij leven en dood
Tijdens vipassana-retraites wordt veelal ‘het Satipatthana Sutta’ als basis gebruikt. Het is mijn ervaring dat bij de contemplatie op het lichaam met name het onderdeel van het vergaan van het lijk in verschillende stadia niet voorkomt tijdens retraites die ik gevolgd heb, bij toch heel wat verschillende leraren.
Wetenschapper en bhikkhu Analayo over wedergeboorte
De leer van wedergeboorte is een integraal en wezenlijk onderdeel van het vroege boeddhisme en verbonden met de verschillende fases van ontwaken. Volgens de traditie was het de Boeddha zelf die het mechanisme van wedergeboorte heeft geverifieerd tijdens de nacht waarop hij ontwaakte. In de loop van de geschiedenis verdedigden boeddhisten tijdens debatten de centrale rol van wedergeboorte.
De oprichting van de Nonnenorde
Analayo doet zijn best verklaringen te geven waardoor die denigrerende houding ten opzichte van vrouwen, die in alle versies tot uitdrukking komt, is ontstaan. Dit lukt niet helemaal.