Een grote veiligheidsoperatie van het Birmese leger in het noorden van de deelstaat Rakhine gaat gepaard met executies, verkrachtingen en het platbranden van huizen en dorpen. Deze gruweldaden zijn gericht tegen de Rohingya-bevolking en zijn mogelijke oorlogsmisdaden.
Dat blijkt uit een nieuw Amnesty International rapport dat vandaag verschijnt.
De Rohingya zijn een etnische moslim-minderheid in het overwegende boeddhistische Birma (Myanmar) en worden al decennia lang stelselmatig gediscrimineerd. Uit interviews met Rohingya en foto’s en satellietbeelden, blijkt ook dat tientallen mensen willekeurig zijn gearresteerd. Het leger van Birma maakt de Rohingya systematisch tot een doelwit, en mannen, vrouwen en kinderen zijn aangevallen en misbruikt, als een vorm van collectieve straf voor een aanslag die op 9 oktober plaatsvond.
Toen werden drie grensposten van de politie in het noorden van de deelstaat Rakhine aangevallen door honderden mannen. Negen politieagenten kwamen om het leven en Rohingya-militanten werden als schuldige aangewezen. De militaire campagne die volgde als antwoord op de aanval is buitenproportioneel; soldaten vielen dorpen binnen en schoten in het wilde weg mensen dood. Het aantal dodelijke slachtoffers is niet bekend. Hulporganisaties mochten het gebied niet meer in, desastreus, want de Rohingya zijn grotendeels afhankelijk van hulp van buitenaf.
‘Ik kon niet opstaan dus ik kroop door het rijstveld’
De 32-jarige Fatimah, een Rohingya-vrouw die naar Bangladesh is gevlucht, vertelt hoe militairen haar dorp binnenvielen en haar naar een rijstveld sleurden.
‘Drie militairen verkrachtten me… Ik herinner me niet wat er daarna gebeurde, want ik verloor het bewustzijn… Ik werd de volgende morgen wakker… Ik kon niet opstaan, dus ik kroop op handen en voeten door het rijstveld’. Rohingya-vrouwen en ook medewerkers van hulporganisaties bevestigen dat de militairen zich schuldig maken aan verkrachting en seksuele mishandeling van vrouwen.
Menselijke catastrofe
Honderden Rohingya-mannen zijn door het leger en de grenspolitie opgepakt en zitten vaak op onbekende plaatsen vast, niet op de hoogte van de aanklachten tegen hen. Volgens de staatsmedia van Birma zijn sinds het begin van de militaire operatie ten minste zes mensen in detentie overleden, wat kan duiden op marteling. Tienduizenden Rohingya zijn inmiddels naar Bangladesh gevlucht, maar daar wacht hen geen warm onthaal: ze worden veelal teruggestuurd naar Birma. Veel Rohingya schuilen nu in kampen, dorpen en de jungle in het zuidoosten van Bangladesh.
Satellietbeelden
Naast de interviews met overlevenden, analyseerden onderzoekers ook satellietbeelden. Het leger heeft meer dan 1.200 huizen en gebouwen van Rohingya’s platgebrand. Volgens sommige ooggetuigen gebruikten ze hierbij raketwerpers (RPGs). Bekijk hieronder bijvoorbeeld het dorp Yae Khat Chaung Gwa Son, waar meer dan 320 gebouwen binnen twee weken werden platgebrand in november 2016.
De oorverdovende stilte van Aung San Suu Kyi
Volgens de autoriteiten van Birma heeft het leger zich tijdens deze veiligheidsoperatie niet schuldig gemaakt aan mensenrechtenschendingen. De grote hoeveelheid bewijs toont echter het tegendeel aan.. Als eigenlijke leider van Birma’s burgerregering heeft Daw Aung San Suu Kyi is het twijfelachtig of ze veel invloed heeft op deze gebeurtenissen: het leger heeft belangrijke onderdelen van de regering onder controle en opereert onafhankelijk van toezicht door burgers. Haar stilte met betrekking tot de Rohingya’s is echter oorverdovend: ze heeft zich niet uitgesproken over de gruweldaden van de afgelopen maanden, en lijkt ook niet in staat of niet geïnteresseerd om dat te doen. Het is van groot belang dat Aung San Suu Kyi deze mensenrechtenschendingen veroordeeld en zich sterk maakt voor een onafhankelijk en onpartijdig onderzoek naar de gebeurtenissen van de afgelopen twee maanden.
Oproep Birma en Bangladesh
Amnesty roept de autoriteiten van Birma op onmiddellijk te stoppen met de schendingen tegen de Rohingya. Er moet een onafhankelijk onderzoek komen naar de gruweldaden die zijn begaan en de daders moeten ter verantwoording worden geroepen. De overheid van Bangladesh moet haar grenzen openstellen voor Rohingya-vluchtelingen en hen niet als criminelen behandelen. Daarnaast moeten hulporganisaties toegang krijgen tot deze mensen, zowel in Birma als in Bangladesh.